ROSAS DANST ROSAS
Schoolmeisjes tussen muren van glas
Vier danseressen trekken hun T-shirt recht, ballen hun vuisten en strijken snel door hun haar. Dat zijn enige basisbewegingen van ‘Rosas danst Rosas’, een choreografie van Anne Teresa De Keersmaeker uit 1984. Thierry De Mey koos een prachtige locatie voor de dansvoorstelling en legde deze minimal-dance choreografie op film vast.
‘Rosas danst Rosas’ is dans.

De minimal-dance van De Keersmaeker is op simpele basisbewegingen gebaseerd. Deze achteloze, soms kokette gebaren uit het dagelijkse leven bepalen het ritme van de choreografie, die door de monotone, hallucinerende (bedwelmende) muziek van De Mey wordt begeleid. De danseressen herhalen ze telkens opnieuw, alsof het tics zijn die ze niet kunnen onderdrukken. Soms zijn het felle uithalen die de choreografie een agressieve kracht geven. Op andere momenten verkeren de danseressen in een uitgelaten stemming. In scènes die speciaal aan de film zijn toegevoegd rennen de vrouwen door de gangen van dit verlaten Leuvense schoolgebouw. Bijna verwacht je dat ze als schoolmeisjes uit blijdschap hun boekentassen in de lucht gooien.
De dans van de Keersmaeker werd niet direct bejubeld. Het gebrek aan subsidies en eigen speelruimten echter, werd gecompenseerd door een zeer hechte groepsgeest en een grote flexibiliteit, maar ook door een zeer dankbaar nieuw publiek dat er met plezier harde banken en onverwarmde ruimtes bij neemt. Deze hechte groepsgeest impliceert ook dat de klassieke verhouding van de choreograaf tegenover zijn dansers aan herziening toe is: hoewel de choreograaf de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de definitieve vorm van het stuk blijft houden, is de inbreng van de dansers vaak zeer duidelijk merkbaar in vorm en inhoud van de producties. Het onderscheid tussen solisten en andere dansers vervalt.

Rosas: ‘Modern’, ‘Post’-modern…

Het komt er daarbij niet meer op aan om barrières en taboes te slechten, zoals de modernisten uit het interbellum deden. (Zie ‘Kunst en Esthitica’ bij ‘Cultuur van het Moderne’ Eerder gaat het erom de grenzen van wat op een podium denk- en doenbaar is met lichamen op systematische wijze te exploreren, los van oude conventies en genre-opdelingen die op dat ogenblik hun beste tijd gehad hebben. Het fenomeen dat een voorstelling niet ‘af’ is als zij in première gaat, wordt dan ook schering en inslag. Het gaat bijna tot de wezenskenmerken van het genre behoren.

…of toch ‘klassiek”?

De Keersmaeker verwerkt zelfs elementen uit het klassieke ballet op een erg persoonlijke manier. Door grote vormbeheersing, complexiteit en virtuositeit doen die voorstellingen ‘klassiek’ aan. De kracht van het klassiek ballet als een samenhangend denksysteem is belangrijk voor haar, omdat het als uitgangspunt kan dienen voor eigen werk. In die zin blijft zij de weg wijzen.

‘Rosas danst Rosas’ is film.

Het verfilmen van een dansproductie is een hachelijke onderneming. De regisseur moet bij voorbaat de pretentie laten varen dat hij eenvoudigweg een registratie van de voorstelling kan maken. Wie volstaat met een camera op de tribune, krijgt priegelige beelden van hupsende mensjes in de verte. Close-ups daarentegen ontnemen de kijker de blik op het overzicht van de choreografische patronen. Een gefilmde dansvoorstelling lijkt daarom gedoemd te mislukken. Maar de regisseur kan van de nood ook een deugd maken. Als de camera-instellingen volledig opgaan in het ritme en de beweging van de choreografie, dan wordt de gefilmde dansvoorstelling een nieuw, autonoom kunstwerk. Rosas danst Rosas is wat dat betreft de gedroomde dansfilm.
‘Rosas danst Rosas’ is muziek.

Rosas danst Rosas begint heel sober. Vier danseressen liggen op de grond. Het tempo van de bewegingen lijkt het lage tempo van de ademhaling te volgen. Het lijkt erop of de danseressen zijn soms in slaap gevallen. Of bewegen zij slechts in een ultieme slow motion? Wanneer je je oor niet kunt richten op een muziek die een bepaalde verwachting inlost is het of je zelf de adem gaat inhouden: wat gaat er gebeuren? Plotseling is er een stroomversnelling. De armen en handen bewegen plots onder invloed van de zwaartekracht en de klap op de grond lijkt wel een donderslag. We zijn weer helemaal wakker. Niet alleen adem, handen en armen maken de muziek, ook het lopen, strijken langs het lichaam maken ‘body sounds’. Pas wanneer je met je eigen ademhaling met de danseressen blijkt te hebben meegedaan en min of meer vermoeid te zijn geworden neemt ‘echte’muziek het over: ‘minimal music’ Korte motiefjes in een stevige ‘beat’ nemen bezit van de lichamen. Met intens plezier en haast erotische wellust laten de meisjes zich meevoeren. Het is alsof je de bedoeling van minimalisten als Steve Reich en Philip Glass ruimtelijk en gevisualiseerd ziet worden.

Ter verduidelijking volgen hier enige muziekfragmenten van de 'uitvinders' van de 'minimal music' Steve Reich (geboren in 1936 in Newe York)en Philip Glass (geboren in 1937 in Baltimore). 'Minimal music' is muziek gebaseerd op meestal korte melodische en ritmische motiefjes. Die motiefjes worden vaak herhaald, en zodanig dat de kleine wijzigingen daarin nauwelijks opvallen.

  Drumming, Part 1 Steve Reich

  Pendulum Music Steve Reich

  Music for pieces of wood Steve Reich

  Six Pianos Steve Reich

  Einstein on the beach Philip Glass

‘Rosas danst Rosas’ is architectuur.

De meisjes dansen in het ‘Ritogebouw’, een enigszins vervallen, in 1936 opgetrokken, technische school met ruimten van glas en beton. Henry van de Velde bouwde het. Weggestopt in de hoek tussen de Diestsestraat en de Vaartstraat stond het al jaren te verkommeren. Het licht schijnt overvloedig naar binnen door de grote glaswanden. Van buitenaf kan de camera al door de vierkante vensters loeren om de danseressen van Rosas te filmen. Maar van binnen kan dat ook. Vrijwel alle muren in dit ‘nieuw zakelijke’ schoolgebouw (zie onder meer Pagina 5.5.8) zijn van glas, zodat het lege interieur een magnifieke dieptewerking heeft. In de verte, achter transparante lagen ruitjes zien we het ensemble in geometrische, repeterende patronen dansen, op de voorgrond danst een solist.
‘Rosas danst Rosas’ combineert de kunsten

De camera is in Rosas danst Rosas veel meer dan de ideale toeschouwer. Locatie, choreografie en camera-instelling zijn perfect op elkaar toegesneden. De houding van de dansers evolueert in de choreografie van liggen, zitten en staan naar lopen. Als in het laatste deel een solist haar plaats verlaat, biedt - anders dan een podium - de locatie haar de gelegenheid een tocht af te leggen langs tientallen staande, bewegende danseressen. De camera volgt haar met een lange rijder, die zo beter dan ooit de loopbeweging benadrukt. In het zitgedeelte heeft De Mey juist voor veel camera standpunten gekozen. Door de snelle montage worden die raadselachtige bewegingen van de danseressen op café stoeltjes steeds heftiger.

Met andere woorden: de artistieke transformatie van de choreografie in filmtaal voegt iets zinnigs toe aan de dans. Architectuur, dans en film worden vervlochten tot een ‘Gesamtkunstwerk’, dat zich bewust is van zijn positie. Daarom alleen al kan het beginwerk van choreografen als Anne Teresa De Keersmaeker, Alain Platel of Jan Fabre met recht experimenteel en grensverleggend genoemd worden.
Anne Teresa De Keersmaeker: vernieuwer op de dansvloer

Anne Teresa De Keersmaeker, geboren in 1960, werd onder meer opgeleid door Maurice Béjart Béjart richtte de multi-disciplinaire ‘Mudra-school’ op. In New York komt ze in contact met de Amerikaanse postmoderne dans. In 1983, terug in Vlaanderen, sticht ze haar eigen dansgezelschap: ‘Rosas’. Meteen al wordt duidelijk dat zij de band tussen dans en muziek benadrukt. In de jaren '90 gaat De Keersmaeker haar dans meer toespitsen op specifieke performers. Studenten volgen bij haar een vierjarige speciale opleiding. Naast dans meent zij dat intellectuele scholing net zo belangrijk is. Anne Teresa De Keersmaeker creëerde meer dan twintig choreografieën, waarmee ze overal prijzen won en erkenning oogstte. Ze wordt algemeen beschouwd als een belangrijk vernieuwer van de Vlaamse dans.


Bronnen: Artikelen, meningen en interviews van onder meer Pieter Bots, Hans Beerekamp, Pieter T’Jonk, Thierry de Mey en Kees Zonneveld.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel cultuur en maatschappij voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende.

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven: het Nederlandse onderwijs is een kale kip en daar valt dus niets te plukken.


10/30/2002 last update SG Groenewald