Optische Speeltjes

De volgende uitvindingen worden vaak wat oneerbiedig aangeduid als 'optische speeltjes'. 

In werkelijkheid waren zij de inleiding tot de uitvinding van de filmprojector en de moderne film.

Vanaf de jaren 1830 werd allerlei optisch speelgoed ontworpen, dat gebruik maakt van een techniek die vergelijkbaar is met die van de moderne tekenfilm. Het principe is als volgt: er wordt een serie plaatjes gemaakt waarvan elk beeld een fase van een beweging weergeeft. Deze plaatjes worden vervolgens zo snel achter elkaar vertoond dat de hersenen niet de tijd hebben om te registreren dat het aparte beelden zijn die elkaar opvolgen; zij smelten als het ware samen en scheppen daardoor de indruk van een vloeiende beweging. 

De thaumatroop werd in 1824 in Engeland uitgevonden door de natuurkundige John Ayrton Paris. Zij bestaat uit een schijfje waarop aan beide zijden twee verschillende voorstellingen zijn afgebeeld, en een touwtje aan allebei de kanten van de schijf. De beide afbeeldingen worden samengevoegd tot één beeld door de touwtjes tussen de vingers door te laten rollen, waardoor het schijfje zich razendsnel om en om keert. 
Stroboscoop en Phenakisticoop schijf    
Stroboscoop en Phenakisticoop. De eersten van dit soort schijven werden in 1832 gelijktijdig uitgevonden door twee mensen die niet van elkaars bestaan op de hoogte waren. Simon Ritter von Stamfer uit het Oostenrijkse Wenen, noemde zijn uitvinding de stroboscoop, terwijl Joseph Antoine Ferdinand Plateau uit het Belgische Gent zijn creatie phenakisticoop noemde. Dit waren de eerste apparaten die de illusie wekten dat zij de beelden echt konden laten bewegen. Films en de moderne filmindustrie werken volgens precies hetzelfde principe.

De schijven werden gewoonlijk aan een stokje bevestigd met een spijkertje of schroef door het gaatje in het midden van de schijf. De kant met de plaatjes erop werd naar een spiegel gekeerd, waarbij het stokje in de ene hand werd gehouden. Door nu door de uitsparingen in de rand van de schijf te kijken naar de weerspiegeling van de plaatjes en ondertussen de schijf snel rond te draaien met de andere hand, kwamen de afbeeldingen plotseling tot leven.
De zoëtroop werd uitgevonden door William Horner (1786-1837) en verkreeg een patent in 1834. Pas tientallen jaren later werd zij op de markt gebracht in Frankrijk (1860), in Engeland en de U.S. (1867).

De beelden waren naast elkaar geplaatst op een papieren strook aan de binnenkant van een trommel. Ze werden bekeken door de gleuven die waren uitgesneden in de bovenste helft van de trommel, recht tegenover de afzonderlijke plaatjes. Wanneer de trommel snel werd rondgedraaid leken de plaatjes te bewegen.
   
Deze bovenstaande zoëtroop bestaat uit een kartonnen trommel met een diameter van ruim 25 cm, die er uitziet als een ronde doos met lange sleuven in de wand. De trommel wordt bevestigd op een koperen pin, bovenop een houten standaard. Nadat een strook papier met een animatie binnenin de trommel is geplaatst, wordt zij met de hand snel in het rond gedraaid. Wanneer dan door de gleuven gekeken  wordt, ziet men de figuren op de strook papier in beweging.

Stroken laten dansers zien die hun hoofd doorgeven aan hun buurman, elegante dansparen, rondrennende figuren met paraplu's in een regen van neervallende hooivorken, een duveltje-in-een-doos en nog veel meer fantastische figuren en optische illusies. De vreemdste illusie is toch wel de animatie van een hond die een engel opeet, die daarna gewoon uit het oor van de hond weer wegvliegt.

De houten standaard en alle stroken met animaties kunnen in de trommel worden opgeborgen. Een deksel sluit het geheel netjes af.

 
Hierboven zie je afbeeldingen van een speeltje met de naam 'Kinetograph'. Het is een 'filmboekje' waarvan de afbeeldingen gaan bewegen ('Living Pictures') wanneer het snel wordt doorgebladerd. De afmetingen zijn 5,5 x 4 cm'.

Kinora systeem: afmetingen 28 cm lang x 27 cm hoog wanneer uitgeklapt. Op de achtergrond enkele filmboekjes

Het Kinora-systeem van 'thuis films bekijken', was een uitvinding van de gebroeders Lumiere uit 1896. Cassettes van het type 'flipboek' bevatten duizenden stroken met op elk daarvan een fotografisch filmbeeld, die geplaatst konden worden in een eenvoudige, miniatuur Mutoscoop. Zij waren erg populair tot aan de Eerste Wereldoorlog. De cassettes konden worden gekocht of gehuurd. Zij bevatten actuele onderwerpen en ook speelfilms. Men kon ook zichzelf laten filmen in een studio en op zo'n 'Kinora-reel' laten zetten; een camera voor thuisgebruik werd in Engeland verkocht.

We kennen allemaal de 'filmboekjes', een serie plaatjes die bijeengebonden wordt tot een blokje of boekje . Door het boekje wat naar achter te buigen en daarna de blaadjes van het boekje onder de duim door te laten slippen, worden de plaatjes zo snel achter elkaar vertoont dat het lijkt op een goede tekenfilm.

Hetzelfde principe werd toegepast bij een filmautomaat met geldinworp, de Mutoscoop, uitgevonden door Herman Castler in 1895.
Binnenin bevindt zich een plaatjeswiel dat rond zijn as kan draaien en een variant is op het flipboekprincipe.De kaarten met plaatjes erop, wel duizend of meer in getal, zijn straalvormig aan hun onderrand op een draaiende trommel bevestigd. Wanneer de kaarten van onder een verende klem doorslipten, werden de beelden vertoond in een bijzonder vloeiende en nauwkeurige beweging.

De apparaten werden geplaatst in vakantieoorden en pretparken en waren zeer in trek bij de bezoekers tot de komst van het filmtheater.
Dit toestel werkte op geldinworp.

Foto's Panorama Theatre: ©Pierre Patau, antiquetoysandgames.com.

Een bijzonder leuk stuk speelgoed is een panorama theater. De papieren rol is gemonteerd op twee houten spoelen die kunnen worden verdraaid met een opvouwbare hendel aan de achterkant. Papier, karton en vuur is een behoorlijk gevaarlijke combinatie, waardoor waarschijnlijk verklaard wordt dat er nog maar zo weinig exemplaren in een goede conditie te vinden zijn. Het speelgoed behoort te worden gebruikt in een verduisterde kamer. Het licht van de kaars schijnt dan door de papieren panorama-rol. De afmetingen van dit theater zijn 17 cm lang x 18 cm hoog x 9 cm diep.

Samenstelling van het bronmateriaal voor de vaklokalen uitsluitend en alleen ten behoeve van de vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum en het vak ckv vmbo en de kunstvakken uit het profiel C&M. (CKV 2/3 en tehatex) en uit de onderbouw het vak beeldende vorming. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Gebruikte bron: Met dank aan http://www.luikerwaal.com/index.htm voor het gebruik van tekst en afb.

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten, afbeeldingen ed? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven. In plaats hiervan geven we onder aan de pagina ruimte voor een eigen invulling of verwijzing naar internetpagina's.

29-04-2010 digischool