Leesfragment uit Alexandre Dumas fils roman La Dame aux Camélias.

Hoofdstuk V

Er ging een hele tijd voorbij zonder dat ik ook maar iets van Armand hoorde; van Marguerite was daarentegen meer dan eens sprake.

Ik weet niet of het u ook al is opgevallen, maar de naam van iemand die u geheel onbekend had kunnen blijven of in elk geval onverschillig had kunnen laten hoeft maar één keer in uw aanwezigheid te worden uitgesproken, of onmiddellijk wordt rond deze naam langzaam maar zeker een web van bijzonderheden gesponnen, en onmiddellijk ook hoort u al uw vrienden over iets praten waarover ze u voorheen nooit hebben aangesproken. Dan ontdekt u dat deze persoon u bijna heeft aangeraakt, dat ze al heel wat keren in uw leven is opgedoken zonder dat u zich daarvan bewust bent geweest; in de gebeurtenissen die men u vertelt treft u een duidelijke overeenkomst en verwantschap aan met bepaalde gebeurtenissen uit uw eigen leven. Dat was met mij ten aanzien van Marguerite stellig niet het geval, want ik had haar gezien, ik had haar ontmoet, ik kende haar van gezicht en van levenswandel; toch was haar naam mij sinds die verkoping regelmatig ter ore gekomen en hij werd, zoals ik in het vorige hoofdstuk heb verteld, steeds in verband gebracht met een zo diep leed dat mijn verbazing er steeds groter door was geworden en mijn nieuwsgierigheid was toegenomen.

Het gevolg daarvan was dat ik vrienden met wie ik nog nooit over Marguerite had gesproken altijd met de volgende woorden aanklampte. 'Heb jij een zekere Marguerite Gautier gekend?'

'De dame met de camelia's?' 'Juist.'

'O, heel goed.,Dat. 0, heel goed! ging soms gepaard met een soort lach die geen enkele twijfel liet bestaan over de beteke- nis ervan. 'Wel, wat was dat dan voor een meisje?' vervolgde ik. 'Een lief meisje.' 'Meer niet?' 'Goeie God! ja, geestiger en misschien wat hartelijker dan de anderen.''Maar je kunt me verder geen bijzonderheden over haar vertellen?' 'Ze heeft baron de G ... geruïneerd.' 'Is dat alles?' 'Ze is de minnares geweest van de oude hertog de. . 'Was ze wel zijn minnares?' 'Dat werd verteld: hij gaf haar in elk geval veel geld.' Altijd weer diezelfde algemeen bekende bijzonderheden.

Ik was er echter uitermate op gebrand om iets over de verhouding tussen Marguerite en Armand te vernemen. Op een dag ontmoette ik een van die mannen die regelmatig in de wereld der lichtekooien verkeren. Ik stel- de hem eveneens mijn vragen: 'Heeft u Marguerite Gautier gekend?'

Ik kreeg hetzelfde 0, heel goed ten antwoord. 'Wat was zij voor een meisje?' 'Een mooi, lief meisje. Haar dood heeft me veel verdriet gedaan.' 'Heeft zij niet een zekere Armand Duval tot minnaar gehad?' 'Een grote, blonde jongeman?' 'ja.'  'Inderdaad.' 'Wat was die Armand voor iemand?'