Twintig
jaar lang wacht ze tot haar man terugkeert uit Troje. Intussen wordt ze
belaagd door een groep mannen die haar proberen over te halen haar man
op te geven en één van hen te trouwen. Ze belooft haar keuze te maken
nadat ze het kleed, dat ze aan het weven is, heeft voltooid, maar ‘s
nachts haalt ze dat stiekem weer uit. Penelope staat vaak symbool voor
echtelijke trouw. Eindelijk komt hij terug! BOEK XXII
DE VRIJERS WORDEN
GEDOOD Hij
ontdeed zich van zijn lompen en sprong op de grote drempel met de boog
en de pijlkoker vol pijlen; daar schudde hij de snelle pijlen uit de
koker, vlak voor zijn voeten. Toen sprak hij tot de vrijers: "Die
noodlottige wedstrijd, inderdaad, is afgelopen. Maar nu een ander doel,
dat geen man nog trof -ik zal zien of ik het kan raken en Apollo mij
roem verleent". Zo
sprak hij en richtte een bittere pijl op Antinoös. 0 waarlijk, deze
wilde juist zijn mooie beker optillen, zijn gouden beker met twee oren,
en hij hield hem al in zijn handen, om te drinken. Moord - de gedachte
daaraan kwam niet bij hem op. Wie zou vermoeden dat midden in een groot
gezelschap disgenoten een enkeling, al was hij nog zo sterk, hem zou
verrassen met de kwade dood en de Zwarte Demon? Hij trof de man, na te
hebben aangelegd, in de keel; recht door zijn weke nek drong de pijlpunt
naar buiten. Hij zakte opzij, de beker viel hem uit de hand, toen hij
getroffen was, en onmiddellijk spoot een dikke straal
bloed, mensenbloed, door zijn neusgaten omhoog.Snel trapte hij
zijn tafeltje van zich af en deed zijn eten op de grond vallen; brood en
gebraden vlees werden besmeurd. Onder
de vrijers ontstond een verward geschreeuw,
toen zij Antinoös hadden zien neerstorten; zij sprongen uit hun stoelen
op en renden de zaal door, overal heen kijkend langs de mooi gebouwde
muren: maar nergens hing een schild of een sterke speer. Met
woedende woorden vielen zij uit tegen: "Vreemdeling, mannen
schieten is een gevaarlijke sport! jij zult aan geen wedstrijd meer
deelnemen. Nu sta je voor de afgrond van de dood. Want je heb de man ver
moord, die aan het hoofd stond van de jongeren op lthaka. Daarom zullen
hier de gieren je vreten". leder
van hen sprak in die geest, omdat zij, werkelijk! veronderstelden dat
hij uit onhandigheid de een of ander had gedood. Dit zagen de dwazen
niet, dat voor hen allen het noodlottig einde was gekomen. Dreigend
keek hij hen aan en sprak: "0 honden! jullie dachten dat ik nooit
meer zou terugkeren uit het land van de Trojanen; ik heb het wel
begrepen, omdat jullie mijn bezit verbrasten, mijn slavinnen dwongen met
jullie te slapen, en terwijl ik zelf nog leefde, mijn vrouw wilden
trouwen, zonder vrees voor de goden die de brede hemel bewonen, zonder
vrees dat een mensenhand wraak zou nemen in de toekomst. Nu is voor
jullie allen het noodlottig einde gekomen". Zo
sprak hij en allen werden zij groen van angst. Alleen Eurymachos vond de
moed om tegen hem te zeggen: "Als gij dan hem zijt, die thuis is
gekomen, hebt ge terecht alles wat de Grieken deden wandaden genoemd;
een aaneenschakeling van wandaden, zeker, in uw paleis en op uw land.
Maar daar ligt hij al neer, die van alles de schuld was, Antinoös. Hij
bracht ons tot zo'n gedrag; daarbij verlangde en streefde hij niet
zozeer naar dat huwelijk; hij had een ander plan, waaraan Kronos' zoon
geen welslagen heeft verleend: als koning wilde hij heersen,over het
volk van lthaka, en uw zoon wilde hij verraderlijk vermoorden. Nu ligt
hij dood neer, zoals hij verdiende, en gij, spaar uw volk! Wij zullen u
later, door een openbare inzameling, alles vergoeden wat in uw paleis is
opgedronken en gegeten en afgezien daarvan zal ieder van ons in brons en
goud een boete ter waarde van twintig runderen aan u betalen, totdat uw
hart weer vrede met ons heeft. Voordien kunnen wij uw toorn volkomen
billijken". De
teruggekeerde reiziger keek hem dreigend aan en sprak: "Eurymachos,
al wilden jullie het hele familiebezit waarover jullie nu beschikken aan
mij overdragen en daar nog bijdoen wat jullie verder, ergens vandaan,
konden bemachtigen, toch zou ik mijn handen geen rust gunnen van
doodslag, voordat de vrijers hun wangedrag volkomen hadden geboet.
Jullie hebben de keus, of met mij te vechten, of te vluchten, ja,
wie het gelukt zijn Doods- demon te ontlopen! Maar menigeen, denk
ik, zal daarbij neerstorten in de laatste afgrond". Zo
sprak hij; toen en daar voelden zij hun knieën onder zich knikken en
hun hart leek stil te staan. Weer was het Eurymachos, die zich liet
horen: "0 vrienden! Deze man zal zijn ongenaakbare handen niet
inhouden. Nu hij de boog en de pijlen heeft, gaat hij vanaf de gladde
drempel schieten, totdat hij ons allen heeft gedood. Laten wij dus
vechten! Trekt jullie zwaarden; gebruikt de tafeltjes als schilden tegen
zijn snelle, nood- lottige pijlen. Allemaal tegelijk moeten wij op hem
afstormen; misschien kunnen wij hem van de drempel en de deuren
wegdringen, en in de stad komen. Als er maar zo gauw mogelijk
alarm werd geslagen! Dan zou het niet lang duren, of die man had
nu voor het laatst geschoten!" Na
deze woorden trok hij zijn tweesnijdende, bronzen zwaard en sprong,
onder het uiten van een verschrikkelijke kreet, op hem toe. Deze schoot
tegelijkertijd een pijl af; hij trof de ander midden in zijn borst,
zodat de puntige schacht tot in de lever door- drong. De man liet het
zwaard uit zijn hand op de grond vallen; hij smakte neer over een
tafeltje, nam het eten en de grote bokaal mee in die val, en werd
dubbel gevouwen-. met zijn voorhoofd sloeg hij tegen de vloer,
zieltogend, en met een trap van zijn beide voeten deed hij een stoel
omkantelen; over zijn ogen zonk een donkere nevel. Amfinomos
wilde zich met getrokken zwaard op hem storten, maar Telemachos was hem
te vlug af; hij wierp hem zijn bronsgepunte speer in de rug, tussen de
schouderbladen, en dwars door de borst heen. Dreunend viel de getroffene
neer; hij sloeg met zijn volle gezicht tegen de grond. Telemachos sprong
terug, zonder zich verder te bekommeren om de langschaduwige speer, die
in Amfinomos' lichaam bleef steken. Want hij was bang, dat een van de
Grieken hem een zwaardhouw zou toebrengen, terwijl hij probeerde het
wapen uit de wonde te trekken, of hem zou treffen, terwijl hij gebogen
stond over de dode. Daarom sprong hij terug en stond weer gauw naast
zijn vader, tot wie hij sprak: "Vader, ik zal u een schild brengen
en twee speren en een bronzen helm die de slapen omsluit; ook zelf zal
ik mij daarvan voorzien en ik wil ook de zwijnenhoeder en de koeherder
zo'n uitrusting geven. Want het is nu beter gewapend te zijn voor de
strijd met de speren". * * De overwinning op de 108 vrijers (afgezien nog van hun bedienden) was alleen mogelijk door de bijstand van Athene en Zeus.. Het verloop van de strijd wordt door de schrijver niet volkomen onnatuurlijk voorgesteld. Zo komt het pas in de laatste fase, wanneer Athene de vrijers door verbijstering weerloos heeft gemaakt, tot een afslachting met het zwaard. Nadat alle pijlen verschoten zijn, gaat aan die afslachting een "strijd met de speren" vooraf. Men moet zich de techniek daarvan als volgt voorstellen. Het is in principe een tweegevecht. A en B staan tegenover elkaar, elk met een helm op het hoofd en een schild aan de linkerarm. Op het moment dat één van beiden zijn speer werpt, is het hem onmogelijk effectief gebruik te maken van zijn schild, zodat hij kwetsbaar is. Daarom zullen A en B bij voorkeur niet tegelijkertijd hun speren op elkaar afzenden! Stel nu dat A eerst werpt; B moet dan opzij springen voor de aanstormende speer of deze met het schil opvangen. A kan niet weglopen, als hij zijn speer geworpen heeft, want dan treft B hem onherroepelijk in de ongedekte rug. A moet dus op zijn beurt de speer van B afwachten en het typische van "de strijd met de speren" bestaat juist in dit beurtelings werpen en afwachten van de speer. Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-1 uit het algemeen deel voor havo en atheneum. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven: het Nederlandse onderwijs is een kale kip en daar valt dus niets te plukken.
|