De blik zou allereerst over
de grijze vloerbedekking van een lange, hoge, smalle gang
glijden. De muren zouden uit lichthouten wandkasten met
glimmende koperen scharnieren bestaan. Drie prenten, waarvan
de een Thunderbird, winnaar van Epsom zou voorstellen, de
tweede een raderboot, de Ville-de-Montereau en de derde een
locomotief van Stephenson, zouden naar een leren gordijn
voeren, dat aan dikke ringen van donker gevlamd hout zou
hangen en dat je met een simpel gebaar opzij zou kunnen
schuiven. Dan zou de vloerbedekking plaats maken voor een
bijna geel parket dat gedeeltelijk schuil zou gaan onder
drie tapijten met matte kleuren.
Het zou een woonkamer zijn,
ongeveer zeven meter lang en drie meter breed. Links, in een
soort alkoof, zou een grote, versleten, zwartleren divan
geflankeerd worden door twee boekenkasten van blank
welchselhout, waarin wanordelijk op elkaar gestapelde
boeken. Een kompaskaart boven de divan zou de hele breedte
van het paneel bedekken. Achter een laag tafeltje, onder een
zijden bidkleedje dat met drie koperen spijkers met grote
koppen aan de muur bevestigd zou zijn en recht tegenover het
leren gordijn zou hangen, zou een andere met lichtbruin
fluweel beklede divan, die haaks op de eerste zou staan,
naar een hoogpotig, donkerrood gelakt meubeltje voeren,
voorzien van drie etagères die snuisterijen zouden torsen:
agaten en stenen eieren, snuifdoosjes, bonbonnières,
jaden asbakken, een parelmoeren schelp, een zilveren
zakhorloge, een geslepen glas, een kristallen piramide en een
miniatuur in een ovale lijst. En verder zouden, achter een
gecapitonneerde deur, boven elkaar bevestigde planken
koffertjes en grammofoonplaten dragen, naast een afgesloten
draaitafel waarvan je alleen vier knoppen van geguillocheerd
staal zou kunnen zien en waarboven een prent zou hangen,
voorstellende De grote optocht van het Ruiterfeest. Vanuit
het raam, voorzien van wit met bruine, imitatie-fouy
gordijnen, zou je een paar bomen ontwaren, een piepklein
parkje en een stukje straat. Een met papier en pennendozen
beladen schrijfmeubel met een gordijntje zou vergezeld gaan
van een rieten leunstoeltje. Een pronktafeltje zou een
telefoon, een leren agenda en een blocnote torsen. Vervolgens,
achter een andere deur, voorbij een lage, vierkante
boekenmolen, waarop een met gele rozen gevulde,
cilindervormige vaas met blauwe decoraties zou staan en
waarboven een in een mahoniehouten lijst gevatte, langwerpige
spiegel zou hangen, zou een smal tafeltje met twee met een
Schotse ruit beklede bankjes je naar het leren gordijn
terugvoeren.
Alles zou bruin, oker, vaalrood
en geel zijn; een wereld van enigszins gedempte kleuren, met
zorgvuldig, bijna precieus gedoseerde tinten, te midden
waarvan een paar helderder plekken zouden opvallen, het bijna
schreeuwerige oranje van een kussen, en een paar veelkleurige
boeken, verdwaald tussen de gebonden delen. Overdag zou het
binnenstromende licht dit vertrek, ondanks de rozen, een
beetje triest maken. Het zou een vertrek voor /s avonds zijn.
En 's winters zou het dan met de gordijnen dicht en een paar
lichtpunten, de hoek met de boekenplanken, de kast met de
platen, het schrijfmeubel, het lage tafeltje tussen de twee
canapés, de vage weerspiegelingen in de spiegel -en de grote
donkere regionen, waar alles zou glanzen, het gepolitoerde
hout, de zware kostbare zijde, het geslepen kristal en het
soepel geworden leer, zou een vredig toevluchtsoord zijn, een
land van geluk.
De eerste deur zou toegang
geven tot een slaapkamer, met op de vloer een licht tapijt.
Een groot Engels bed zou de hele achterwand in beslag nemen.
Rechts zouden twee smalle, hoge boekenrekken, aan weerskanten
van het raam, een paar onvermoeibaar herlezen boeken, albums,
een paar pakjes speelkaarten, potjes, halssnoeren en pruilaria
bevatten. Links zouden een oude eiken kast en twee
klerenstandaards van hout en koper tegenover een kleine met
fijn gestreepte grijze zijde beklede crapaud en een
toilettafel staan. Door een half openstaande deur, die toegang
zou geven tot een badkamer, zou je dikke badjassen ontwaren,
koperen kranen met een zwanehals, een grote verstelbare
spiegel, een paar Engelse scheermessen en hun groenleren etui,
flacons, borstels met hoornen handvat en sponzen. De wanden
van de slaapkamer zouden met sits behangen zijn: het bed zou
bedekt zijn met een Schotse plaid. Een nachtkastje, aan drie
kanten voorzien van een opengewerkte koperen rand, zou een
zilveren kandelaar waarboven een kap van heel lichtgrijze
zijde torsen, een vierhoekig klokje, een roos in een glas met
een voet en, op de onderste plank, opgevouwen kranten en een
paar tijdschriften. Iets verder, aan de voet van het bed, zou
een grote poef van echt leer staan. De gordijnen van voile
voor de ramen zouden langs koperen roeden glijden: en de
grijze overgordijnen van
dikke, wollen stof zouden half dicht getrokken zijn. in de
schemering zou het nog licht zijn in het vertrek. Aan de muur,
boven het voor de nacht opgemaakte bed en tussen twee Elzasser
lampjes, zou de wonderlijke lange smalle zwartwit foto van een
vliegende vogel door zijn enigszins formele perfectie
verrassen.
De tweede deur zou op een
werkkamer uitkomen. De wanden zouden van boven tot beneden
schuilgaan achter boeken en tijdschriften, met hier en daar,
om de opeenvolging van gebonden en ingenaaide boeken te
doorbreken, een paar prenten, tekeningen en foto's -de Heilige
Hiëronymus van Antonello de Messina, een detail van de
Zege van Sint-foris, een gevangenis van Piranese, een
portret van Ingres, een met de pen getekend landschapje van
Klee, een zwartbruine foto van Renan in zijn werkkamer in het
Collège de France, een warenhuis van Steinberg, de Melanchton
van Cranach-bevestigd op tussen de boekenplanken aangebrachte
houten panelen. Een lange Lotharinger tafel, een beetje links
van het venster en enigszins schuin staand, zou bedekt zijn
met een grote rode onderlegger. Houten centenbakjes, lange
pennenkokers en allerlei potjes zouden potloden, paperclips,
nietjes en krammetjes bevatten. Een glazen baksteen zou als
asbak dienen. Een rond zwartleren doosje, versierd met
arabesken van fijn goud, zou met sigaretten gevuld zijn. Het
licht zou afkomstig zijn van een oude, moeilijk verstelbare
bureaulamp, voorzien van een groene opaalglazen kap in de vorm
van een oogscherm. Aan weerszijden van de tafel zouden, bijna
recht tegenover elkaar, twee leunstoelen van hout en leer met
hoge rugleuningen staan. Nog verder naar links zou een smalle
tafel, tegen
de muur, bijna onder de boeken bezwijken. Een flesgroene leren
clubfauteuil zou naar grijsmetalen ordners, en lichthouten
kaartenbakken leiden. Een derde, nog kleiner tafeltje zou een
Zweedse lamp en een met een wasdoeken hoes bedekte
schrijfmachine torsen. Helemaal achterin zou zich een smal bed
bevinden, met een overtrek van ultramarijn fluweel en overdekt
met kussentjes in allerlei kleuren. Op een geverfd houten
krukje, bijna in het midden van de kamer, zou een op naïeve
wijze gedecoreerde, zogenaamd antieke globe van nieuwzilver en
papier-máché staan. Achter het bureau en half gemaskeerd
door het rode venstergordijn, zou een geboend houten trapje
langs een koperen stang kunnen glijden die rond de kamer zou
lopen.
Het leven daar zou makkelijk
zijn, zou simpel zijn. Alle verplichtingen, alle problemen die
het materiële leven met zich meebrengt zouden op eenvoudige
wijze opgelost worden. Er zou iedere ochtend een werkster
komen. Om de twee weken zou iemand wijn, olie en suiker komen
brengen. Er zou een grote, lichte keuken met blauwe tegeltjes,
versierd met wapens, zijn, en met gele arabesken gedecoreerde
porseleinen schotels met een metalige glans, overal kasten,
een mooie blankhouten tafel in het midden, krukken en banken.
Het zou aangenaam zijn er iedere ochtend na een douche en, net
aangekleed, te komen zitten. Er zou op de tafel een grote
aarden boterpot staan, potten jam, honing, toast en in tweeën
gesneden grapefruits. Het zou vroeg zijn. Het zou het begin
van een lange meidag zijn.
Ze zouden hun post openmaken en
ze zouden hun kranten openvouwen. Ze zouden hun eerste sigaret
opsteken. Ze zouden hun woning verlaten. Hun werk zou hen
alleen een paar uur 's ochtends in beslag nemen. Ze zouden
elkaar terugzien bij de lunch, waarbij ze al naar het hun
uitkwam een sandwich of geroosterd vlees zouden eten; ze
zouden op een terras koffie drinken en vervolgens langzaam
naar huis lopen.
Hun woning zou zelden op orde
zijn, maar juist de wanorde zou er de grootste charme van
zijn. Ze zouden er zich nauwelijks mee bezig houden, ze zouden
er leven. Het huiselijk comfort zou hun een vaststaand feit
lijken, een eerste gegeven, een natuurlijke staat. Hun
aandacht zou naar iets anders uitgaan: naar het boek dat ze
zouden openslaan, naar de tekst die ze zouden schrijven, naar
de plaat die ze zouden beluisteren en naar hun dagelijks
hervatte dialoog. Ze zouden blijven werken. Daarna zouden ze
's avonds thuis eten of ergens gaan eten; ze zouden hun
vrienden treffen; ze zouden samen gaan wandelen.
Ze zouden soms het idee hebben
dat er een heel leven op harmonieuze wijze zou kunnen verlopen
tussen die achter boeken verscholen wanden, tussen die
voorwerpen, zo volmaakt onderworpen dat zij uiteindelijk
zouden zijn gaan geloven dat ze altijd al uitsluitend voor hun
gebruik door hen geschapen waren, te midden van deze mooie,
eenvoudige, zachte, lichtende dingen. Maar ze zouden niet het
gevoel hebben dat ze eraan gekluisterd waren: op sommige dagen
zouden ze op avontuur gaan. Geen enkel plan zou onmogelijk
voor hen zijn. Zij zouden geen rancune, geen bitterheid en
geen afgunst kennen. Want hun financiële middelen en hun
verlangens zouden in
ieder opzicht met elkaar in overeenstemming zijn. Ze zouden
dat evenwicht geluk noemen en zouden het dank zij hun
vrijheid, hun wijsheid en hun ontwikkeling weten te bewaren en
op ieder moment van hun gezamenlijke leven weten te ontdekken.
Pag 9-15 (De Arbeiderspers)
Vaklokaal CKV-1 digitale school
Samenstelling
bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak
ckv-1 uit het algemeen deel voor havo en atheneum. Overnemen
voor commerciele doeleinden verboden. Meewerken aan deze site?
Opsturen via e-mail is voldoende. Is
er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van
uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en
wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van
internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.
07/27/2003
last update
|