LA JALOUSIE/JALOEZIE Alain Robbe-Grillet (1957)

 

Meer een psychologische atmosfeer

dan een verhaal....

Nu verdeelt de schaduw van de pilaar - de pilaar die de zuidwestelijke hoek van het dak ondersteunt - de overeenkomstige hoek van het terras in twee gelijke delen. Dit terras is cm brede overdekte galerij, die het huis aan drie zijden omgeeft. Daar het middengedeelte even breed is als de zijvleugels, valt de strook schaduw van de pilaar precies tot aan de hoek van het huis; maar daar houdt hij op, want alleen de tegels van het terras worden door de zon beschenen, die nog hoog aan de hemel staat. De houten muren van het huis - dat wil zeggen de voorgevel en de westelijke muur - worden nog door het dak (een gemeenschappelijk dak van het eigenlijke huis en het terras) tegen de zonnestralen beschermd. Dus valt de schaduw van de buitenste dakrand op dit ogenblik precies samen met de rechthoekige lijn, die door het terras en de twee boekzijden van het huis wordt gevormd.

Nu is A ... door de binnendeur die op de hoofdgang uitkomt, de kamer binnengekomen. Zij kijkt niet naar het wijdopen raam, waardoor zij - vanaf de deur - deze hoek van het terras zou kunnen zien. Zij draait zich nu weer om naar de deur, om die dicht te doen. Zij heeft nog steeds de lichte, zeer nauwsluitende jurk aan, die zij bij de lunch droeg. Christiane heeft haar er nogmaals op gewezen, dat minder nauwe kleding de warmte beter doet verdragen. Maar A ... vergenoegde zich ermee te glimlachen: zij kon wel tegen de warmte, zij had - in Afrika bijvoorbeeld - veel warmere streken leren kennen en zich daar altijd heel goed gevoeld. Zij is trouwens ook niet bang voor de kou. Zij voelt zich overal op haar gemak. Haar zwarte krullen verschuiven zachtjes op haar schouders en rug, als zij haar hoofd omdraait.

Op de bovenkant van de brede leuning van de balustrade zit bijna geen verf meer. Daar komt het grijze, door smalle overlangse spleetjes gebarsten, hout te voorschijn. Aan de andere kant van deze leuning, een goede twee meter beneden het niveau van het terras, begint de tuin. Maar de blik die achter uit de kamer over de balustrade zweeft, belandt pas veel verder, op de tegenoverliggende helling van het kleine dal midden tussen de bananenbomen van de plantage. Tussen de volle pluimen van hun brede, groene bladeren is de grond niet te zien. Daar deze sector evenwel nog niet zo lang geleden werd ontgonnen, zijn de, zich regelmatig kruisende, rijen planten duidelijk te volgen. Hetzelfde geldt voor bijna het hele zichtbare deel van de concessie, want de oudste percelen - waarin de wanorde nu de overhand heeft gekregen - liggen hogerop, op de helling aan deze kant van het dal, dus aan de andere kant van het huis. Eveneens aan de andere kant van het huis, nauwelijks iets lager dan de rand van de hoogvlakte, loopt de weg. Deze weg, de enige waarlangs men de concessie kan bereiken, vormt de noordelijke grens. Vanaf de straatweg voert een berijdbare weg naar de schuren en nog verder naar beneden naar het huis, waar een grote, lichtelijk hellende, vrije vlakte het manoeuvreren met auto's mogelijk maakt.

Het huis is op gelijke hoogte met deze esplanade gebouwd, waar het door geen enkele veranda of galerij van gescheiden is. De drie andere zijden daarentegen worden door het terras omlijst. De vanaf de esplanade toenemende glooiing van het terrein heeft tot gevolg dat het middenstuk van het terras (dat de zuidelijke facade omgeeft) minstens twee meter boven de tuin uitsteekt. Rondom de tuin, tot aan de grens van de plantage, strekt de groene massa van de bananenbomen zich uit.

Rechts zowel als links bemoeilijkt hun te grote nabijheid, gevoegd bij het betrekkelijk kleine gezichtsveld van de waarnemer op het terras, het goed onderscheiden van hun ordening, terwijl naar de bodem van het dal toe de kruisbeplanting dadelijk in het oog springt. In bepaalde percelen, die kort geleden opnieuw beplant zijn - daar, waar de roodachtige aarde onder het gebladerte begint te verdwijnen - is het zelfs gemakkelijk de rooilijnen van de vier elkaar kruisende richtingen te volgen, waarlangs de jonge stammen zich in een rij opstellen. Deze waarneming is, ondanks de meer gevorderde groei, niet veel moeilijker bij de percelen die de tegenoverliggende helling beslaan: dat is namelijk de plek die zich het gemakkelijkst aan het oog voordoet, degene, waarop het uitzicht de minste moeilijkheden biedt hoewel de weg daarheen tamelijk ver is, waarop men van uit de kamerheel natuurlijk en onwillekeurig het oog richt door een van de twee open ramen.

Met de rug tegen de kamerdeur die zij zojuist weer heeft gesloten, kijkt A ... gedachteloos naar het verweerde hout van de balustrade, naar de afgeschilferde vensterbank vlak bij haar en naar het verschoten hout van de vloer direct voor haar. Zij doet een paar stappen in de kamer en gaat naar de brede ladenkast, waarvan zij de bovenste lade opentrekt. Zij rommelt in de papieren in het rechterdeel van de lade, bukt zich en trekt, om er beter in te kunnen kijken, de bak nog iets meer naar zich toe. Na opnieuw te hebben gezocht, richt zij zich weer op en blijft onbeweeglijk staan, met de ellebogen tegen zich aangedrukt en de onderarmen gebogen en door het bovenlichaam bedekt - zonder enige twijfel met een blad papier in haar handen. Zij draait zich nu naar het licht om door te kunnen gaan met lezen, zonder daarbij haar ogen te vermoeien. Haar voorovergebogen profiel verroert zich niet meer. Het lichtblauwe blad heeft het gewone briefpapierformaat en draagt duidelijk de sporen van het in vieren vouwen.

Vervolgens schuift A .... terwijl zij de brief in de hand houdt, de la weer dicht, loopt naar het kleine werktafeltje (dat bij het tweede raam staat, tegen de muur die de kamer van de gang scheidt) en gaat voor de schrijfmap zitten, waaruit zij tegelijkertijd een lichtblauw blad papier trekt - dat geheel gelijk aan het eerste is, maar onbeschreven. Zij doet de dop van haar vulpen en buigt dan, na een korte blik naar rechts (een blik die nauwelijks het midden van de meer naar achteren gelegen vensteropening bereikt) het hoofd naar de schrijfmap om te gaan schrijven. De zwarte, glanzende krullen hangen nu onbeweeglijk in de as van de rug, die wat lager door de smalle, metalen sluiting van haar jurk wordt aangeduid. Nu valt de schaduw van de pilaar - de pilaar die de zuidwestelijke hoek van het dak ondersteunt - op de stenen tegels, dwars over het middenstuk van het terras voor de gevel, waar de gemakkelijke stoelen voor de avond klaargezet zijn. Reeds bereikt het einde van de strook schaduw bijna de voordeur in het midden van de gevel. Aan de westelijke muur van het huis beschijnt de zon het hout tot op een hoogte van ongeveer een meter vijftig. Door het derde raam, dat zich aan deze kant bevindt, zou dus het licht volop m de kamer dringen, als de jaloezieën niet waren neergelaten.

Aan het andere eind van deze westelijke vleugel van het terras ligt de keuken. Men hoort door de half openstaande deur de stem van A ... , dan de ratelende, zangerige van de negerkok, dan weer de heldere, welluidende stem, die aanwijzingen geeft voor het avondeten. De zon is verdwenen achter het rotsblok, dat de verste uitloper van de hoogvlakte vormt.

Tegenover het dal, gezeten in een stoel van inheems fabrikaat, leest A ... de roman die zij de vorige dag heeft geleend en waarover ze 's middags al hebben gesproken. Zij vervolgt haar lectuur zonder op of om te kijken, totdat het daglicht niet meer toereikend is. Dan kijkt zij op, sluit het boek - dat zij binnen het bereik van haar band op het lage tafeltje legt - en blijft recht voor zich tuit staren naar de opengewerkte balustrade en naar de bananenbomen op de andere helling. die in de duisternis snel uit het gezicht verdwijnen. Zij schijnt te luisteren naar het van alle kanten opstijgende geluid van de duizenden sprinkhanen. die de laagvlakte bevolken. Het is echter een aanhoudend, eentonig, oorverdovend geluid, waar niets aan te horen valt. Met het eten is Franck er weer, glimlachend, spraakzaam, minzaam, Christiane heeft hem ditmaal niet vergezeld; zij is thuis gebleven bij het kind, dat een beetje koorts had. Het gebeurt tegenwoordig wel vaker, dat haar man zonder haar komt: vanwege het kind en ook vanwege persoonlijke moeilijkheden van Christiane, die zich slecht aan dit vochtige en warme klimaat aanpast, en tenslotte wegens huiselijke zorgen, die zij aan haar te talrijk en slecht geleid personeel te danken heeft.

Pag 1-9 Amsterdam 1961 (De Bezige Bij)

Vaklokaal CKV-1 digitale school

Samenstelling bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum. Overnemen voor commerciele doeleinden verboden. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende.  Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.
04/20/2010 last update