'Wil je lezen wat er boven je
muziek geschreven staat?' vroeg de dame. 'Moderato
cantabile,' zei het kind. De
dame onderstreepte dit antwoord met een tik van haar potlood op
het toetsenbord. Het kind bleef onbeweeglijk zitten, zijn blik op
de muziek gericht. 'En wat
betekent dat, moderato cantabile?' 'Ik weet niet.' Een
vrouw, drie meter verder gezeten, zuchtte. 'Ben je er zeker van
dat je niet weet wat moderato cantabile
betekent?' hield de dame aan. Het
kind gaf geen antwoord. De dame slaakte een gesmoorde kreet van
machteloosheid, terwijl ze op- nieuw met haar potlood op de piano
tikte. Het kind vertrok geen spier. De dame draaide zich om. 'Mevrouw
Desbaresdes, hij is koppig als een ezel, die zoon van u,'zei ze.
Anne Desbaresdes zuchtte weer. 'Ik
weet er alles van,' zei ze. Het
kind, dat onbeweeglijk bleef zitten met neer- geslagen ogen, was
de enige die zich herinnerde dat de avond was aangebroken. Hij
huiverde. 'Ik heb het je één
keer gezegd, ik heb het je tien keer
gezegd, ik heb het je honderd keer gezegd, weet je het echt
niet?'Het kind oordeelde het beter om niet te antwoor- den. De
dame bekeek opnieuw het voorwerp dat zij voor zich had. Haar woede
werd groter. 'Daar begint het
weer,' zei Anne Desbaresdes zachtjes. 'Weet
je hoe het komt?' vervolgde de dame, 'ik zal je zeggen hoe het
komt, je wilt het niet zeggen.' Ook
Anne Desbaresdes bekeek het kind van hoofd tot voeten, maar (>p
een andere manier dan de dame. 'En
nu zeg je het onmiddellijk,' schreeuwde de dame
Het kind gaf geen enkel blijk van
verrassing. Hij antwoordde nog steeds niet. Toen sloeg de dame
voor de derde maal op de piano, maar zo hard dat het potlood brak.
Vlak naast de handen van het kind. Deze waren ternauwernood
gevormd, nog mollig en melkachtig. Ze bewogen niet, in zichzelf
besloten. 'Het is een
moeilijk kind,' waagde Anne Desbaresdes niet zonder een zekere
schroom op te merken. Het kind
wendde zijn hoofd naar die stem, naar haar in een snelle beweging,
maar lang genoeg om zich van haar bestaan te verzekeren, daarna
nam hij zijn bewegingloze houding weer aan, zijn gezicht naar de
muziek gekeerd. Zijn handen bleven gesloten. 'Het
kan me niet schelen of hij moeilijk is of niet, mevrouw
Desbaresdes,' zei de dame. 'Moeilijk of niet, hij moet
gehoorzamen, of anders...'
In de stilte die op deze woorden
volgde, kwam het geluid van de zee door het open venster binnen.
En ook het zachte geroezemoes van de stad in de namiddag van dit
voorjaar. 'Voor de
laatste keer. Weet je zeker dat je het niet weet?' In
de omlijsting van het open venster ging een mo- torsloep voorbij.
Het kind, dat naar zijn muziek keek, verroerde zich nauwelijks -
alleen zijn moeder zag het - terwijl het bootje zich van zijn
wezen meester maakte. Het vette snorren van de motor was in de
hele stad te horen. Plezierbootjes waren zeldzaam. Het roze van de
ten einde lopende dag kleurde overal de hemel. Op de kaden stonden
andere kinderen stil en keken.
'Weet je het zeker, voor de
allerlaatste maal, weet je het echt helemaal zeker?'
Weer ging het bootje voorbij. De dame
was verbaasd over zoveel koppigheid. Haar boosheid zakte en ze
wanhoopte erover dat ze in de ogen van dit kind, dat ze toch met
een gebaar tot spreken had kunnen dwingen, zo onbelangrijk was,
dat ze plotseling de onvruchtbaarheid van haar lot besefte.
'Wat een vak, wat een vak, wat een
vak,'kreunde ze. Anne Desbaresdes ging hier niet op in, maar ze
boog haar hoofd een
weinig, alsof ze het ernee eens was.
Eindelijk kwam het bootje niet meer
langs het open
'Wil je lezen wat er boven je
muziek geschreven staat?' vroeg de dame. 'Moderato
cantabile,' zei het kind. De
dame onderstreepte dit antwoord met een tik van haar potlood op
het toetsenbord. Het kind bleef onbeweeglijk zitten, zijn blik op
de muziek gericht. 'En wat
betekent dat, moderato cantabile?' 'Ik weet niet.' Een
vrouw, drie meter verder gezeten, zuchtte. 'Ben je er zeker van
dat je niet weet wat moderato cantabile
betekent?' hield de dame aan. Het
kind gaf geen antwoord. De dame slaakte een gesmoorde kreet van
machteloosheid, terwijl ze op- nieuw met haar potlood op de piano
tikte. Het kind vertrok geen spier. De dame draaide zich om. 'Mevrouw
Desbaresdes, hij is koppig als een ezel, die zoon van u,'zei ze.
Anne Desbaresdes zuchtte weer. 'Ik
weet er alles van,' zei ze. Het
kind, dat onbeweeglijk bleef zitten met neer- geslagen ogen, was
de enige die zich herinnerde dat de avond was aangebroken. Hij
huiverde. 'Ik heb het je één
keer gezegd, ik heb het je tien keer
gezegd, ik heb het je honderd keer gezegd, weet je het echt
niet?'Het kind oordeelde het beter om niet te antwoor- den. De
dame bekeek opnieuw het voorwerp dat zij voor zich had. Haar woede
werd groter. 'Daar begint het
weer,' zei Anne Desbaresdes zachtjes. 'Weet
je hoe het komt?' vervolgde de dame, 'ik zal je zeggen hoe het
komt, je wilt het niet zeggen.' Ook
Anne Desbaresdes bekeek het kind van hoofd tot voeten, maar (>p
een andere manier dan de dame. 'En
nu zeg je het onmiddellijk,' schreeuwde de dame
Het kind gaf geen enkel blijk van
verrassing. Hij antwoordde nog steeds niet. Toen sloeg de dame
voor de derde maal op de piano, maar zo hard dat het potlood brak.
Vlak naast de handen van het kind. Deze waren ternauwernood
gevormd, nog mollig en melkachtig. Ze bewogen niet, in zichzelf
besloten. 'Het is een moeilijk
kind,' waagde Anne Desbaresdes niet zonder een zekere schroom op
te merken. Het kind wendde zijn
hoofd naar die stem, naar haar in een snelle beweging, maar lang
genoeg om zich van haar bestaan te verzekeren, daarna nam hij zijn
bewegingloze houding weer aan, zijn gezicht naar de muziek
gekeerd. Zijn handen bleven gesloten. 'Het
kan me niet schelen of hij moeilijk is of niet, mevrouw
Desbaresdes,' zei de dame. 'Moeilijk of niet, hij moet
gehoorzamen, of anders...'
In de stilte die op deze woorden
volgde, kwam het geluid van de zee door het open venster binnen.
En ook het zachte geroezemoes van de stad in de namiddag van dit
voorjaar. 'Voor de laatste
keer. Weet je zeker dat je het niet weet?' In
de omlijsting van het open venster ging een mo- torsloep voorbij.
Het kind, dat naar zijn muziek keek, verroerde zich nauwelijks -
alleen zijn moeder zag het - terwijl het bootje zich van zijn
wezen meester maakte. Het vette snorren van de motor was in de
hele stad te horen. Plezierbootjes waren zeldzaam. Het roze van de
ten einde lopende dag kleurde overal de hemel. Op de kaden stonden
andere kinderen stil en keken.
'Weet je het zeker, voor de
allerlaatste maal, weet je het echt helemaal zeker?' Weer
ging het bootje voorbij. De dame was verbaasd over zoveel
koppigheid. Haar boosheid zakte en ze wanhoopte erover dat ze in
de ogen van dit kind, dat ze toch met een gebaar tot spreken had
kunnen dwingen, zo onbelangrijk was, dat ze plotseling de
onvruchtbaarheid van haar lot besefte. 'Wat
een vak, wat een vak, wat een vak,'kreunde ze. Anne Desbaresdes
ging hier niet op in, maar ze boog
haar hoofd een weinig, alsof ze het ernee eens was.
Eindelijk kwam het bootje niet meer
langs het open venster. In de stilte van
het kind verhief zich, onbegrensd, het ruisen van de zee.
'Moderato?'
Het
kind opende zijn hand, verplaatste hem en krabde vluchtig aan zijn
kuit. Het was een ongedwongen gebaar en misschien overtuigde het
de dame van zijn argeloosheid. 'Ik
weet niet,'zei hij, toen hij zich gekrabd had. Plotseling werden
de kleuren van de zonsondergang zo stralend, dat de blondheid van
dit kind erdoor verminderde. 'Het
is makkelijk,' zei de dame een beetje rustiger. Ze snoot langdurig
haar neus. 'Wat
een kind heb ik, zei Anne Desbaresdes vrolijk, 'kijk toch eens wat
een kind ik heb gemaakt en waar haalt hij die koppigheid
vandaan...' Het
leek de dame niet verstandig om aan zoveel trots nadere aandacht
te schenken.'Het betekent,' zei ze tegen het kind - uitgeput
'en ik zeg het je voor de
duizendste keer, het betekent gematigd en zangerig.'
'Gematigd en zangerig,' zei het
kind met zijn hoofd heel ergens anders.
De
dame draaide zich om. 'Ah, nu vraag ik u.' Verschrikkélijk,'bevestigde
Anne Desbaresdès lachend, koppig als een ezel, verschrikkelijk.'
'Begin maar opnieuw,' zei de dame. Het kind
begon niet opnieuw. 'Begin
maar opnieuw, zei ik.' Maar
het kind verroerde zich niet. In de stilte van zijn
halsstarrigheid weerklonk opnieuw het geluid van de zee. Het roze
van de hemel verhevigde van kleur in een laatste opleving.
'Ik wil geen pianospelen leren,'
zei het kind. Beneden in de straat klonk de schreeuw van een
vrouw. Een langgerekte gil die
aanhield en opsteeg, zo hard dat het ruisen van de zee erdoor
vernietigd werd. Toen, abrupt, hield het gillen op.
'Wat
is dat?'riep het kind. 'Er
is iets gebeurd,' zei de dame. Het
geluid van de zee werd weer hoorbaar. Maar de roze hemel begon te
verbleken. 'Nee,'
zei Anne Desbaresdes, 'er is niets bijzonders gebeurd.'
Ze stond op van haar stoel en
ging naar de piano. 'Wat een drukte,' zei de dame, terwijl ze
beiden met een
verwijtende blik aankeek. Anne
Desbaresdes pakte haar kind bij de schouders, drukte die zo hard
dat het pijn deed, schreeuwde bijna. Je
moet piano leren spelen, je moet.'
Het
kind beefde ook, om dezelfde reden: omdat hij bang was geweest.
'Ik hou niet van piano,'
fluisterde hij.
Pag 9-12 De Arbeiderspers 1958/1985
Vaklokaal CKV-1 digitale school
Samenstelling
bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak
ckv-1 uit het algemeen deel voor havo en atheneum. Overnemen
voor commerciele doeleinden verboden. Meewerken aan deze site?
Opsturen via e-mail is voldoende. Is
er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt
van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons
weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het
materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij
helaas niet geven.
04/20/2010
last update
|