Moderato cantabile   Marguerite Duras

   

De verfilming van het boek.

In Moderato cantabile vertelt Marguerite Duras op melodieuze wijze - vandaar de titel - het verhaal van een vrouw die door een dramatisch voorval uit haar correcte, beschutte leven wordt geschokt om terecht te komen in een even macabere als melodramatische romance. De stijl van Duras is in dit boek van een opperste eenvoud, de structuur schijnbaar onsamenhangend, in wezen van een onverbiddelijke consequentheid. Als er ooit gesproken kan worden van suggestief proza dan is het wel bij Moderato cantabile. De kern van de intrige is op zichzelf spectaculair genoeg: een crime passionel. In een bar heeft een man een vrouw gedood. Een andere man en een andere vrouw die zelfs geen getuigen zijn geweest van het drama worden door het voorval zo gefascineerd dat ze erdoor in een sinistere droomwereld terechtkomen. Elke dag ontmoeten ze elkaar in de fatale bar. Zij praten met elkaar en stellen zich voor hoe alles in zijn werk is gegaan. Tussen hen ontstaat de legende van de liefde en de dood. In uiterste spanning lijken de twee, Anne Desbaresdes en Chavin, te wachten op iets dat zou moeten gebeuren...

'Wil je lezen wat er boven je muziek geschreven staat?' vroeg de dame. 'Moderato cantabile,' zei het kind. De dame onderstreepte dit antwoord met een tik van haar potlood op het toetsenbord. Het kind bleef onbeweeglijk zitten, zijn blik op de muziek gericht. 'En wat betekent dat, moderato cantabile?' 'Ik weet niet.' Een vrouw, drie meter verder gezeten, zuchtte. 'Ben je er zeker van dat je niet weet wat moderato cantabile betekent?' hield de dame aan. Het kind gaf geen antwoord. De dame slaakte een gesmoorde kreet van machteloosheid, terwijl ze op- nieuw met haar potlood op de piano tikte. Het kind vertrok geen spier. De dame draaide zich om. 'Mevrouw Desbaresdes, hij is koppig als een ezel, die zoon van u,'zei ze. Anne Desbaresdes zuchtte weer. 'Ik weet er alles van,' zei ze. Het kind, dat onbeweeglijk bleef zitten met neer- geslagen ogen, was de enige die zich herinnerde dat de avond was aangebroken. Hij huiverde. 'Ik heb het je één keer gezegd, ik heb het je tien keer gezegd, ik heb het je honderd keer gezegd, weet je het echt niet?'Het kind oordeelde het beter om niet te antwoor- den. De dame bekeek opnieuw het voorwerp dat zij voor zich had. Haar woede werd groter. 'Daar begint het weer,' zei Anne Desbaresdes zachtjes. 'Weet je hoe het komt?' vervolgde de dame, 'ik zal je zeggen hoe het komt, je wilt het niet zeggen.' Ook Anne Desbaresdes bekeek het kind van hoofd tot voeten, maar (>p een andere manier dan de dame. 'En nu zeg je het onmiddellijk,' schreeuwde de dame

Het kind gaf geen enkel blijk van verrassing. Hij antwoordde nog steeds niet. Toen sloeg de dame voor de derde maal op de piano, maar zo hard dat het potlood brak. Vlak naast de handen van het kind. Deze waren ternauwernood gevormd, nog mollig en melkachtig. Ze bewogen niet, in zichzelf besloten. 'Het is een moeilijk kind,' waagde Anne Desbaresdes niet zonder een zekere schroom op te merken. Het kind wendde zijn hoofd naar die stem, naar haar in een snelle beweging, maar lang genoeg om zich van haar bestaan te verzekeren, daarna nam hij zijn bewegingloze houding weer aan, zijn gezicht naar de muziek gekeerd. Zijn handen bleven gesloten. 'Het kan me niet schelen of hij moeilijk is of niet, mevrouw Desbaresdes,' zei de dame. 'Moeilijk of niet, hij moet gehoorzamen, of anders...'

In de stilte die op deze woorden volgde, kwam het geluid van de zee door het open venster binnen. En ook het zachte geroezemoes van de stad in de namiddag van dit voorjaar. 'Voor de laatste keer. Weet je zeker dat je het niet weet?' In de omlijsting van het open venster ging een mo- torsloep voorbij. Het kind, dat naar zijn muziek keek, verroerde zich nauwelijks - alleen zijn moeder zag het - terwijl het bootje zich van zijn wezen meester maakte. Het vette snorren van de motor was in de hele stad te horen. Plezierbootjes waren zeldzaam. Het roze van de ten einde lopende dag kleurde overal de hemel. Op de kaden stonden andere kinderen stil en keken.

'Weet je het zeker, voor de allerlaatste maal, weet je het echt helemaal zeker?' Weer ging het bootje voorbij. De dame was verbaasd over zoveel koppigheid. Haar boosheid zakte en ze wanhoopte erover dat ze in de ogen van dit kind, dat ze toch met een gebaar tot spreken had kunnen dwingen, zo onbelangrijk was, dat ze plotseling de onvruchtbaarheid van haar lot besefte. 'Wat een vak, wat een vak, wat een vak,'kreunde ze. Anne Desbaresdes ging hier niet op in, maar ze boog haar hoofd een weinig, alsof ze het ernee eens was.

Eindelijk kwam het bootje niet meer langs het open

'Wil je lezen wat er boven je muziek geschreven staat?' vroeg de dame. 'Moderato cantabile,' zei het kind. De dame onderstreepte dit antwoord met een tik van haar potlood op het toetsenbord. Het kind bleef onbeweeglijk zitten, zijn blik op de muziek gericht. 'En wat betekent dat, moderato cantabile?' 'Ik weet niet.' Een vrouw, drie meter verder gezeten, zuchtte. 'Ben je er zeker van dat je niet weet wat moderato cantabile betekent?' hield de dame aan. Het kind gaf geen antwoord. De dame slaakte een gesmoorde kreet van machteloosheid, terwijl ze op- nieuw met haar potlood op de piano tikte. Het kind vertrok geen spier. De dame draaide zich om. 'Mevrouw Desbaresdes, hij is koppig als een ezel, die zoon van u,'zei ze. Anne Desbaresdes zuchtte weer. 'Ik weet er alles van,' zei ze. Het kind, dat onbeweeglijk bleef zitten met neer- geslagen ogen, was de enige die zich herinnerde dat de avond was aangebroken. Hij huiverde. 'Ik heb het je één keer gezegd, ik heb het je tien keer gezegd, ik heb het je honderd keer gezegd, weet je het echt niet?'Het kind oordeelde het beter om niet te antwoor- den. De dame bekeek opnieuw het voorwerp dat zij voor zich had. Haar woede werd groter. 'Daar begint het weer,' zei Anne Desbaresdes zachtjes. 'Weet je hoe het komt?' vervolgde de dame, 'ik zal je zeggen hoe het komt, je wilt het niet zeggen.' Ook Anne Desbaresdes bekeek het kind van hoofd tot voeten, maar (>p een andere manier dan de dame. 'En nu zeg je het onmiddellijk,' schreeuwde de dame

Het kind gaf geen enkel blijk van verrassing. Hij antwoordde nog steeds niet. Toen sloeg de dame voor de derde maal op de piano, maar zo hard dat het potlood brak. Vlak naast de handen van het kind. Deze waren ternauwernood gevormd, nog mollig en melkachtig. Ze bewogen niet, in zichzelf besloten. 'Het is een moeilijk kind,' waagde Anne Desbaresdes niet zonder een zekere schroom op te merken. Het kind wendde zijn hoofd naar die stem, naar haar in een snelle beweging, maar lang genoeg om zich van haar bestaan te verzekeren, daarna nam hij zijn bewegingloze houding weer aan, zijn gezicht naar de muziek gekeerd. Zijn handen bleven gesloten. 'Het kan me niet schelen of hij moeilijk is of niet, mevrouw Desbaresdes,' zei de dame. 'Moeilijk of niet, hij moet gehoorzamen, of anders...'

In de stilte die op deze woorden volgde, kwam het geluid van de zee door het open venster binnen. En ook het zachte geroezemoes van de stad in de namiddag van dit voorjaar. 'Voor de laatste keer. Weet je zeker dat je het niet weet?' In de omlijsting van het open venster ging een mo- torsloep voorbij. Het kind, dat naar zijn muziek keek, verroerde zich nauwelijks - alleen zijn moeder zag het - terwijl het bootje zich van zijn wezen meester maakte. Het vette snorren van de motor was in de hele stad te horen. Plezierbootjes waren zeldzaam. Het roze van de ten einde lopende dag kleurde overal de hemel. Op de kaden stonden andere kinderen stil en keken.

'Weet je het zeker, voor de allerlaatste maal, weet je het echt helemaal zeker?' Weer ging het bootje voorbij. De dame was verbaasd over zoveel koppigheid. Haar boosheid zakte en ze wanhoopte erover dat ze in de ogen van dit kind, dat ze toch met een gebaar tot spreken had kunnen dwingen, zo onbelangrijk was, dat ze plotseling de onvruchtbaarheid van haar lot besefte. 'Wat een vak, wat een vak, wat een vak,'kreunde ze. Anne Desbaresdes ging hier niet op in, maar ze boog haar hoofd een weinig, alsof ze het ernee eens was.

Eindelijk kwam het bootje niet meer langs het open venster. In de stilte van het kind verhief zich, onbegrensd, het ruisen van de zee. 'Moderato?' Het kind opende zijn hand, verplaatste hem en krabde vluchtig aan zijn kuit. Het was een ongedwongen gebaar en misschien overtuigde het de dame van zijn argeloosheid. 'Ik weet niet,'zei hij, toen hij zich gekrabd had. Plotseling werden de kleuren van de zonsondergang zo stralend, dat de blondheid van dit kind erdoor verminderde. 'Het is makkelijk,' zei de dame een beetje rustiger. Ze snoot langdurig haar neus. 'Wat een kind heb ik, zei Anne Desbaresdes vrolijk, 'kijk toch eens wat een kind ik heb gemaakt en waar haalt hij die koppigheid vandaan...' Het leek de dame niet verstandig om aan zoveel trots nadere aandacht te schenken.'Het betekent,' zei ze tegen het kind - uitgeput 'en ik zeg het je voor de duizendste keer, het betekent gematigd en zangerig.' 'Gematigd en zangerig,' zei het kind met zijn hoofd heel ergens anders. De dame draaide zich om. 'Ah, nu vraag ik u.' Verschrikkélijk,'bevestigde Anne Desbaresdès lachend, koppig als een ezel, verschrikkelijk.'

'Begin maar opnieuw,' zei de dame. Het kind begon niet opnieuw. 'Begin maar opnieuw, zei ik.' Maar het kind verroerde zich niet. In de stilte van zijn halsstarrigheid weerklonk opnieuw het geluid van de zee. Het roze van de hemel verhevigde van kleur in een laatste opleving. 'Ik wil geen pianospelen leren,' zei het kind. Beneden in de straat klonk de schreeuw van een vrouw. Een langgerekte gil die aanhield en opsteeg, zo hard dat het ruisen van de zee erdoor vernietigd werd. Toen, abrupt, hield het gillen op. 'Wat is dat?'riep het kind. 'Er is iets gebeurd,' zei de dame. Het geluid van de zee werd weer hoorbaar. Maar de roze hemel begon te verbleken. 'Nee,' zei Anne Desbaresdes, 'er is niets bijzonders gebeurd.' Ze stond op van haar stoel en ging naar de piano. 'Wat een drukte,' zei de dame, terwijl ze beiden met een verwijtende blik aankeek. Anne Desbaresdes pakte haar kind bij de schouders, drukte die zo hard dat het pijn deed, schreeuwde bijna. Je moet piano leren spelen, je moet.' Het kind beefde ook, om dezelfde reden: omdat hij bang was geweest. 'Ik hou niet van piano,' fluisterde hij.

Pag 9-12 De Arbeiderspers 1958/1985

Vaklokaal CKV-1 digitale school

Samenstelling bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum. Overnemen voor commerciele doeleinden verboden. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende.  Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.
04/20/2010 last update