![]() |
Claude Simon kreeg in 1985 de Nobelprijs voor de literatuur. Op zijn 87-jarige leeftijd verscheen De tram. |
Een man aan het einde van zijn leven
herinnert zich voorvallen uit zijn jeugd. Dit is een koele weergave
van de verhaallijn in dit boek. Het zojuist geciteerde motto geeft
aan in welke richting zijn gedachten zich verplaatsen. Het gaat niet
om de registratie van wat gebeurde, maar veel meer om de
gevoelswaarde die het voor zijn leven gehad heeft. Zowel op het
moment van de beleving wanneer hij kind is als op het moment van het
herinneren op hoge leeftijd. Claude Simon presteert het in dit boek
om de beleving van gebeurtenissen van een zesjarige jongen op een
lijn te krijgen met die van een oude man. Het gaat hem er niet om de
kern van wat er toe doet te benaderen. Veel belangrijker is de sfeer
en het herinneren van details, zoals de manier waarop de
trambestuurder een sigaret in zijn mond heeft. En zeg nou zelf, een
man blijft altijd een jongen, zijn leven lang. Tenminste als hij
oprecht is. En dat is Claude Simon in dit formidabele boekje. Stilistisch perfect beperkt hij wat hij wil vertellen tot de rit van een trammetje, wat in zijn jeugd reed van Perpignan naar de kust. In de zomermaanden kwam hij uit het noorden, waar hij op kostschool was terug naar het zuiden en keek naar de mensen om hem heen. Registreerde hun gedrag. Wat we lezen zijn de herinneringen die overgebleven zijn na tachtig jaar. Een aardig filter zou ik zeggen. Het blijft fris, aangevuld met ervaringen uit latere fasen van zijn leven. Het is een mondaine wereld waarin hij leeft. En juist dat geeft de kleur aan het verhaal. Met enorm lange zinnen, met de nodige uitweidingen schept Claude Simon een sfeer die helemaal past in de mediterrane, wat slaperige en rijke wereld in Frankrijk, met twee oorlogen in de vorige eeuw.
Claude Simon, De tram, Uitgeverij De Geus € 16,90 |