Tijl Uilenspiegel

La Légende et les Aventures héroïques, joyeuses et glorieuses d'Ulenspiegel et de Lamme Goedzak au pays de Flandres et ailleurs

 

Hoog boven de beeldengroep op het Zand uit kijkt Tijl Uilenspiegel over Brugge uit en tuurt in de richting van Damme, de plaats van waar hij volgens de legende afkomstig was. 

Uilenspiegel was een deugniet die vrij als een vogel door het zestiende-eeuwse Vlaanderen trok en iedereen voor de gek hield met zijn streken. Hij werd bijgestaan door zijn goedmoedige dikke vriend Lamme Goedzak en zijn vriendin Nele. De bekendste versie van het verhaal  is die van de  Belgische auteur Charles de Coster: "La Légende et les Aventures héroïques, joyeuses et glorieuses d'Ulenspiegel et de Lamme Goedzak au pays de Flandres et ailleurs" uit 1867. De Coster laat Tijl geboren worden in het West-Vlaamse Damme. De Tijl Uilenspiegel van De Coster is meer dan een luchthartige vagebond en kwajongen: hij is een Vlaamse vrijheidsstrijder die aan de zijde van de Geuzen tegen de Spaanse overheersing vecht. Sindsdien wordt Uilenspiegel als een verzetsheld van Vlaanderen beschouwd. Hij is de Vlaamse Willem Tell.  De vermakelijke dialogen tussen de twee personages doen onmiskenbaar denken aan dat andere onsterfelijke meester-en-knecht-duo: Don Quichot en Sancho Panza. De eerste Nederlandse vertaling van De Costers bewerking verscheen pas in 1896.
Zijn naam verklaart zijn talent mensen voor de gek te houden. De uil was een symbool van domheid (vandaar dat er op schilderijen van Jeroen Bosch bij domme personages vaak een uil te zien is, vergelijk ook het woord 'uilskuiken'. De spiegel fungeert als ding waarin mensen zich zien zoals ze zijn: zo dom als een uil. Tijl laat de mensen zien zoals ze zijn, zonder enige schroom. Vandaar zijn naam, die hij zelf in de eerste pagina's van het boek verklaart: "Ik ben ulieden spiegel''.
Tijl heeft scherpe kritiek op de godsdienstoorlogen (het boek speelt zich af tijdens de hoogtijdagen van de Contrareformatie) en de kettervervolgingen die het land teisteren. Zijn vader komt op de brandstapel, verdacht van Lutherse sympathieën, de min Kathelijne verliest haar verstand na de vreselijke folteringen die zij, beschuldigd van hekserij, moet doormaken . Uilenspiegel observeert en klaagt het onrecht en de misbruiken van de inquisitie aan: een vrijbuiter die, letterlijk, god noch gebod kent: zo verhuurt hij zich bij de pastoor en steelt diens paard, en verkoopt hij paardenmest aan de Joden, hen wijsmakend dat het om profetische korrels gaat waarmee ze de wederkomst van de messias kunnen voorspellen. Gestraft en veroordeeld tot het maken van een bedevaart naar Rome neemt Tijl ook de paus zelf in het ootje!
Leesfragment: Het boek online in het Project Gutenberg
Toch was Tijl niet ongelovig of een godsdiensthater: hij werd maar liefst 6 keer gedoopt!

Uilenspiegel werd ten doop gebracht, toen plotseling een hevige regenbui viel, die hem gansch nat maakte. Zoo werd hij voor de eerste maal gedoopt. Als hij nu de kerk binnengebracht werd, kwam de kosterschoolmeester aan peter en meter, vader en moeder zeggen, dat zij zich rond de doopvont moesten scharen, hetgeen zij deden. Maar boven de vont, was er in ’t gewelf een gat, dat een metser gekapt had om er eene lamp aan een vergulde sterre te hangen. De metser, die, van boven, peter en meter stokstijf rond de toegedekte vont zag staan, goot verraderlijk door het gat een emmer water, dat, tusschen hen, met groot geplas op het deksel van de vont kletste. Doch Uilenspiegel kreeg er het grootste deel van. En zoo werd hij voor de tweede maal gedoopt. De deken kwam; zij deden hem hun beklag, maar hij zei hun van zich te haasten, dat het een ongeluk was. Uilenspiegel ging te werk als een bezetene, om den wille van het water, dat op hem gespat was. De deken gaf hem het zout en het water en heette hem Thijlbert, wat zeggen wil: “altijd ongedurig”. En zoo werd hij voor de derde maal gedoopt. Uit Onze Lieve Vrouwekerk ging men daar rechtover, in de Langestraat, eene taveerne binnen, die voor uithangbord een rozenkrans had, met eene pint in het midden. Zij dronken er zeventien pinten dobbele kuite en nog meer. Want in Vlaanderen, als men nat is, droogt men zich met een vuur van bier in den buik. Zoo werd Uilenspiegel voor de vierde maal gedoopt. Met het hoofd zwaarder dan ’t lichaam, strompelden ze huiswaarts; zoo kwamen ze aan een brugje over eenen poel; Katelijne, die meter was, droeg het kind; zij struikelde en viel in de modder met Uilenspiegel. Zoo werd hij voor de vijfde maal gedoopt. Men trok hem uit den poel. In ’t huis van Klaas werd hij met lauw water gewasschen. Dit was zijn zesde doopsel.

Het boek van Charles de Coster is bewerkt door vele andere auteurs: een van de bekendste bewerkingen is de theaterversie die Hugo Claus in 1965 van de Uilenspiegel-legende maakte. Net als het leven van dit illustere personage stonden ook de jaren ’60 in het teken van rebellie tegen de gevestigde orde.

Ook Willy Vandersteen, de bekende striptekenaar, wijdde tussen 1951 en 1955 een reeks aan de legendarische kwajongen uit Damme.

Vaklokaal CKV-1 de digitale school Wereldliteratuur

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het vak ckv uit het algemeen deel  voor havo en atheneum. Bron oawikipedia. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende.  Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.
04/16/2010 last update