Death in Venice

Opera in 2 actes Componist: Benjamin Britten    Libetto: naar de gelijknamige roman van Thomas Mann
De premiere vond plaats op 16-6-1973.
Cast:

Gustav von Aschenbach, De Reiziger, de stem van Apollo, Hotelportier, Engelse employé van een
reisbureau
, Deense dame, Russische moeder, Engelse dame en vele anderen.

Oppervlakkig gezien lijkt het om de homoseksuele liefde van een oudere auteur te gaan. Maar op een dieper betekenisniveau gaat het om het conflict tussen schoonheid en hartstocht, tussen Apollo en Dionysus. De weergave van Tadzio door een danser moet op zijn dionysische, niet door taal of verstand te beteugelen aantrekkingskracht wijzen.  Aangezien alle gebeurtenissen zich vanuit het gezichtspunt van Aschenbach ontwikkelen, stelt deze rol enorm hoge eisen aan de vertolker.

“Schoonheid worden we gewaar met de zintuigen. De zintuigen leiden tot passie en passie leidt tot de afgrond.”

Synopsis:

Acte I
De schrijver Gustav von Aschenbach maakt zich zorgen over zijn gebrek aan inspiratie. Op een kerkhof in München ontmoet hij een geheimzinnige reiziger die hem vertelt over verre oorden. En hoewel Aschenbach zich liever niet door gevoelens laat leiden, bemerkt hij bij zichzelf het verlangen om naar het zuiden reizen.


Aschenbach neemt de boot naar Venetië. Jongens roepen naar hun vriendinnen op de wal en bezingen Serenissima (Venetië). Tussen de jongens loopt een oudere, zwaar opgemaakte man die zich verschrikkelijk aanstelt. De boottocht geeft Aschenbach een naar voorgevoel over zijn bestemming.
Maar dit gevoel is verdwenen als hij met een gondel naar het Lido wordt gebracht. Ook al is het Lido niet de bestemming die hij aan de sinistere gondelier opgegeven heeft. De zwarte gondel kun je zien als een visioen van de dood, denkt Aschenbach geamuseerd.
In het hotel wordt hij overdreven hartelijk ontvangen. “Het is een prachtig hotel”, vertelt de eigenaar. “De kamer heeft een schitterend uitzicht.” Aschenbach denkt na over de reden van zijn bezoek aan Venetië, maar wordt afgeleid als hij tussen de gasten een Poolse familie opmerkt. Een van de kinderen, een jongen, is bloedmooi. Volmaakte schoonheid. Dat is waar hij in zijn werk ook altijd naar streeft.


Hij ziet de jongen voor de tweede keer op het strand. Het is een broeierige dag en Aschenbach komt maar niet aan schrijven toe. Hij ziet hoe Tadzio door zijn vrienden als leider gekozen wordt. (Eigenlijk heet de jongen Adziù, maar dat heeft Aschenbach verkeerd verstaan). Hij bedenkt dat hij deze schoonheid graag zelf had gecreëerd.
Als een gondel hem door de stad voert, begint het drukke en stinkende Venetië hem tegen te staan. Aschenbach besluit terug te reizen naar Duitsland. Hij haalt zijn bagage in het hotel en vertrekt naar het station. Maar hij twijfelt. Als zijn bagage op een verkeerde trein wordt geladen, vindt hij dat een mooi excuus om toch te blijven en keert hij terug naar het hotel. Tadzio speelt weer op het strand. Het was een goede keuze om in Venetië te blijven! De mooie Tadzio wint alle wedstrijden die hij met de jongens op het strand houdt, ter ere van Apollo. Aschenbach is er nu zeker van. De jongen zal hem inspireren. Tadzio glimlacht naar hem als zijn moeder hem meeneemt naar het hotel. En zonder dat Tadzio het hoort doet Aschenbach zijn bekentenis: “ik hou van je!”

This is the Hamburg Ballet dancing John Neumeier's Death in Venice. In this clip, Gustav von Aschenbach (Lloyd Riggins), inspired by Tadzio's beauty, choreographs a duet. His concepts are portrayed by Alexandre Riabko and Silvia Azzoni. Truly a wonderful, moving ballet.

 
Acte II
Aschenbach probeert zijn liefde voor Tadzio te accepteren en betreurt het dat hij hem niet aan durft te spreken. Bij de kapper in het hotel hoort hij van een ziekte die Venetië in haar greep heeft. De kapper wil er niet veel over vertellen.

Op straat merkt hij dat de bevolking gewaarschuwd wordt voor een ziekte. In een Duitse krant leest Aschenbach dat het om een cholera-epidemie gaat. Hij hoopt dat de familie van Tadzio het niet te weten komt. Bang als hij is dat ze zullen vertrekken en dat hij Tadzio nooit meer zal zien. Aschenbach begint de familie te achtervolgen door de stad. Tot aan hun hotelkamer. Na het diner woont Aschenbach op het terras een voorstelling bij van komedianten. Aan de leider van de groep vraagt hij over de ziekte. Maar net als het personeel in het hotel geeft ook de zanger ontwijkende antwoorden. De komedianten vervolgen de voorstelling met een spottend lied. Aschenbach ziet Tadzio tussen het publiek en tot zijn tevredenheid merkt hij dat Tadzio zich ook niet vermaakt.

Later, in een reisbureau, krijgt Aschenbach van een Engelse employé de waarheid over de ziekte te horen. De dood is aan het werk in de stad. Aschenbach kan Venetie maar beter direct verlaten, voordat de stad van de buitenwereld afgesloten wordt.
Aschenbach bedenkt dat hij eigenlijk de moeder van Tadzio moet waarschuwen. Maar als zij hem in het hotel passeert kan hij geen woord over zijn lippen krijgen. Hij beseft dat hij zichzelf niet meer in de hand heeft. “Als iedereen nu eens dood was, behalve Tadzio en hijzelf?”
In een droom proberen Apollo en Dionysos hem elk van hun gelijk te overtuigen. Aschenbach kiest voor de idealen van Dionysos. Hij schrikt wakker en bedenkt dat hij niet dieper kan zinken.
Op het strand ziet Aschenbach hoe Tadzio met zijn vrienden aan een nieuw spel begint. Hij is totaal in de ban van de mooie jongen. Bij de hotelkapper laat hij zijn haar verven. Hij wil er jonger en aantrekkelijker uitzien. Net als de ijdele man die hij op de boot naar Venetië nog zo verafschuwde.

The great novel of Thomas Mann.

Its pages come to life in this great 1971 adaptation of

Luchino Visconti.

 

Opnieuw achtervolgt hij de Poolse familie door de stad, ervan overtuigd dat Tadzio alles doorheeft en hem aanmoedigt. Tadzio kijkt hem aan, maar Aschenbach wendt zich af. Hij koopt aardbeien. Ze zijn overrijp. Verbitterd denkt hij aan de idealen die hij had toen hij naar Venetië kwam. Hij denkt aan de woorden van Socrates: “Schoonheid worden we gewaar met de zintuigen. De zintuigen leiden tot passie en passie leidt tot de afgrond.”

In het hotel bespreken de eigenaar en de portier het vertrek van de gasten. Ook de Poolse familie zal de stad verlaten. Aschenbach ziet Tadzio op het strand met zijn vrienden. Er ontstaat een grimmige sfeer tijdens hun wedstrijd en Tadzio wordt door zijn tegenstander met zijn gezicht in het zand gedrukt. Aschenbach wil het laten stoppen. Hij probeert op te staan. Tadzio wordt losgelaten en Aschenbach roept voor het eerst hardop zijn naam. Maar als Tadzio hem wenkt, zakt hij in elkaar in zijn stoel. Tadzio loopt van hem weg, richting zee.

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Geraadpleegde literatuur oa: http://www.omroep.nl/nps/operalive/

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven


12/12/2007 update