|
Étienne-Maurice Falconet |
Étienne-Maurice Falconet (1716-1791) begon zijn loopbaan in de steenhouwerij van zijn oom en kreeg zo het bewerken van marmer, hout en klei in de vingers. In 1734 werd hij leerling van hofbeeldhouwer Lemoyne. Falconets grote doorbraak kwam in 1757, toen Madame de Pompadour zijn 'Dreigende Amor' (zie boven) kocht. Dit beeldje bevindt zich nu in het Rijksmuseum te Amsterdam. Falconet ontwikkelde zich niet alleen als beeldhouwer, maar ook als theoreticus en schrijver. Hij werd gevraagd les te geven aan de Académie Royale. |
|
|
De Romeinse dichter Ovidius beschrijft het verhaal Pygmalion in 'Metamorfosen'.
Pygmalion kan de absolute schoonheid maar niet vinden. Geen vrouw kan hem bekoren. Deze zijn niet goed genoeg voor hem. Ze zijn mooi maar niet volmaakt. Op een dag besluit hij haar zelf te beeldhouwen uit sneeuwwit ivoor. Hoe langer hij aan haar werkt, hoe werkelijker zij hem voorkomt. Langzaam wordt hij verliefd op het beeld dat hij zelf geschapen heeft. Dit is de vrouw die hij liefheeft, maar het blijft een levenloos beeld. Tussen de regels door lees je in dit verhaal iets over het klassieke schoonheidsideaal.
Pygmalion en Galatheia Falconet |
Hij schreef 'Reflecties op de beeldhouwkunst'. Daarin legt Falconet uit, wat een goed kunstwerk overscheidt van een subliem kunstwerk, waarin een genie zich onderscheidt van een gewone kunstenaar en wat het verschil is tussen schoonheid en ideale schoonheid.
Naar zijn mening begint een goed kunstwerk met een imitatie van de natuur. Een belangrijk klassiek idee is dan ook, dat schoonheid wel in de natuur te vinden is, maar niet onmiddellijk zichtbaar. De kunstenaar is in staat om de harmonie en orde uit de natuur in kunst uit te drukken. Uiteindelijk overtreft hij de natuur in zijn werk en zoekt hij de ideale schoonheid dus in de verbeelding. Maar een geniaal kunstwerk bezit een nog groter iets, namelijk gevoel. |
|
![]() |
|
|