De lach is nog noodzakelijk

Interview met Jan van Sas, regisseur Een Jas voor een Koud Hart

In de nieuwste voorstelling van STUT theater staat de rol van Marokkaanse moeders op de partnerkeuze van hun zonen  centraal. In deze komische voorstelling -'Een jas voor een koud hart' - wordt volop gelachen om serieuze thema’s als mishandeling, homoangst en trouwen zonder liefde. De komische inslag werkt nog altijd bevrijdend, maar wordt het onderhand niet eens tijd voor verdieping van bovenstaande thema's? Regisseur Jan van Sas koestert geen enkele iIIusie:

'Verdieping is een strijd die zich pas op een later tijdstip gaat afspelen, nu is de lach nog noodzakelijk':

Wat viel je op in de recensie?

Ik vind het erg fijn te lezen dat het publiek buldert van het lachen, dat we met elkaar om elkaar kunnen lachen. Dat had ik voor ogen en het is goed te lezen dat ook een ander dat is opgevallen. Daarbij ben ik trots op het feit dat de voorstelling prikkelt, nieuwsgierig maakt. In ong'eveer dertig minuten zetten we toch twee personages neer waar het publiek meer over wil weten. Henk Jansen had dat, maar dat bleek ook uit de reacties van andere bezoekers van de voorstelling.

Waarom duurt de voorstelling slechts dertig minuten?

Ik heb een flexibele voorstelling willen maken. Dat zie je ook terug in de vormgeving. Het decor is eenvoudig maar doeltreffend. Binnen een half uur kunnen we de voorstelling opbouwen. We willen deze voorstelling vooral spelen op scholen en tijdens congressen. Op plekken waar er tijd en ruimte is om na te praten. Dat kan bij deze voorstelling - juist - omdat hij niet te lang duurt. Naar aanleiding van de premičre zijn er al negen boekingen gedaan. Daarbij bestaat ons publiek ook vaak uit mensen die nooit of zelden in het theater ko­men. Ook voor hen is deze voorstelling prima te doen.

Hoe kwam je op het centrale thema van de voorstelling: de grote invloed van de moeder op de partnerkeuze?

Voor deze voorstelling hebben we verschillende Marokkaanse man­nen geďnterviewd. En steeds opnieuw kwam in hun verhalen dat thema terug. Ais het zo herkenbaar is, dachten we, dan moeten we dat laten zien in een voorstelling. De teksten voor de voorstel­ling zijn geschreven op basis van de interviews. Daar zijn later twee spelers bij gezocht, die de thematiek van dichtbij kennen. Zij moes­ten achter de inhoud van de voorstelling staan. Uiteindelijk is er in de repetitiefase ook nog genoeg aangepast zodat de tekst echt van de spelers is geworden.

Heb je daar een voorbeeld van?

In de tekst stond de zin: 'Jij drijft toch niet de spot met mij?' Daar kon een van de spelers niet mee uit de voeten, omdat hij dat nooit zo tegen iemand zou zeggen. Ik vroeg hem hoe hij het dan zou zeggen En zo kwamen we uiteindelijk uit op: 'Praat geen poep met mij.'

De tekst is geschreven door Jos Bours. Waarom hebben jullie niet voor een Marokkaanse schrijver gekozen?

Bij het STUT hoort Jos Bours. Hij is neerlandicus, dramaturg, heeft 28 jaar ervaring en is continu in de wijken aanwezig. Hij kent beide culturen. Een van de toeschouwers, een Marokkaanse vrouw, zei na afloop: 'Ik vind het zo knap van Jos, hij weet meer van onze cultuur dan de meeste Marokkanen zelf.' Het is best lastig een Marokkaanse schrijver te vinden die en beide culturen kent en die drama­turgisch gezien een goed verhaal kan schrijven. Natuurlijk kijken we ook naar schrijvers met een andere culturele bagage. Maar we zien het niet als noodzaak.

De voorstelling is erg komisch. Serieuze thema's worden door het publiek weggelachen, vind je dat niet erg?

In de voorstelling komt een fragment voor waarin de oudste speler vertelt hoe hij geslagen wordt met elektriciteitsdraad. Zowel in tekst als in beeld een moment van verstilling. En wat doet het Marokkaanse publiek? Die buldert van het lachen. Ik snap daar niets van. Ik zie daar de humor niet van in. Ik heb het na afloop aan mijn spelers gevraagd. Waarom moeten ze lachen om iemand die geslagen wordt? En toen zeiden ze beiden: 'Ze lachen uit zenuwen. Omdat niemand het erover heeft, maar iedereen weet dat het gebeurt.'

Hoe zou je toch deze voorstelling kunnen verdiepen?

Ik denk dat verdieping een strijd is die zich op een later tijdstip gaat af­spelen. Zo ver zijn we nu nog niet. Het is niet de tijd voor confrontatie en polarisatie. Nu zitten we in een fase dat we eindelijk om elkaar en met elkaar kunnen lachen. En daarbij,  je kunt zo'n proces niet sturen. Zie het voorbeeld wat ik net gaf. Blijkbaar kan het publiek daar nog niet serieus op reageren. Niet in stilte. Niet in verwarring. De lach is nog noodzakelijk.

En dat vind je dus geen gemiste kans?

Nee, want als mijn publiek lacht om een herkenbaar verhaal dan mag ik daar vragen over stellen. En dat is wat ik wil. Kunst kan ons dichter bij elkaar brengen.

Hoe kijk je zelf tegen deze voorstelling aan?

Ik ben blij met het resultaat. De voorstelling was bij de premičre helemaal af. De beide spelers spelen met vrijheid. De behoefte bij het publiek om deze voorstelling te zien was groot. We heb­ben die zondag spontaan een derde voorstelling gespeeld de ook uitverkocht was. Ik heb af en toe met tranen in mijn ogen naar ze gekeken: hoe mooi ze in hun kracht staan, terwijl zeer zeer delicaat verhaal vertellen.

Door: Aukje de Boer