PEER GYNT (1867)

lbsen schreef Peer Gynt in Rome. Voordat hij Noorwegen verliet had hij op verzoek van de regering een rondreis gemaakt door de Rondë Bergen om volksverhalen te noteren. In Vinstra is het graf van de historische Peer Gynt, wiens avonturen lbsen optekende uit de verhalen van de bergbewoners. Hij nam zijn opschrijfboekje mee naar Rome, en het is vandaag de dag te bezichtigen in het museum in Noorwegen.

Edvard Grieg componeerde muziek bij de Noorse première in 1876, die een geweldig succes was. Peer Gynt

Trailer zum Kinofilm "Peer Gynt"

Peer Gynt behandelt het leven van een eenvoudige boerenzoon, die alle denkbare avonturen beleeft voor hij als oude man terugkeert in zijn geboortestreek en sterft. Het speelt zich af in de bergen van Noorwegen, tussen dorpelingen en kobolds, in Marokko, onder de Bedoeïenen, in een gekkenhuis in Kaïro en aan boord van een schip. Als jonge man verleidt Peer een bruid op haar trouwdag, wordt verliefd op Solvejg, een jong meisje dat op de bruiloft is, en moet vluchten. Hij komt terecht bij de kobolds, en verwekt een kind bij 'De Groene Vrouw'. Dan bouwt hij een hut voor zichzelf in de bergen, waar Solvejg hem vindt en hem belooft dat ze altijd van hem zal houden. De kobolds komen hun rechten opeisen en weer moet Peer vluchten. Solvejg belooft op hem te wachten. Vele jaren later komt Peer terug in de hut om te sterven en vindt daar tot zijn vreugde Solvejg, die haar hele leven op hem gewacht heeft. Haar liefde verlost hem van zijn zonden en hij sterft in haar armen.

 

MONOLOOG: In de openingsscène vertelt Peer Gynt aan zijn moeder Aase wat hij beleefd heeft in de bergen: hij heeft een bok ontmoet.

Opdracht: Nog nooit in de bergen een bok tegengekomen? Dan is deze monoloog voor jou de juiste uitdaging! Print de gehele dialoog uit en gebruik deze om je grondig voor te bereiden. In de les en voor de klas zijn er de volgende mogelijkheden:
  • vanaf je plaats oplezen van de monoloog,
  • voor de klas oplezen,
  • je maakt er een toneelstukje van.(toneelaanwijzigingen, gebaren, kleding, rekwisieten?)

[uitprinten voordat je aan je voorbereiding begint]

PEER GYNT: Op den Engdin.

Scherp blies daar de wind vandaan;

Achter kreupelhout verborgen

Groef bij in de harde sneeuw

Naar wat mos...

'k Hield mijn adem in, stil luistrend,

Hoorde 't knarsen van zijn hoef,

Zag van één gewei de takken.

Toen, voorzichtig, tusschen steenen,

Sloop ik op mijn buik vooruit.

Daar verborgen gluurde ik opwaarts;.

Zulk een bok, zoo mooi en vet,

Zag je van je leven niet!

Eén knal!

En, bons! lag de bok ter aarde.

Maar zodra hij nederviel

Zat ik op zijn rug al schrijlings,

Greep hem bij zijn linkeroor, 

Haalde juist mijn mes al uit

Om 't hem in den nek te steken;...

Hei! daar gaat hij aan het schreeuwen

Staat pardoes weer op zijn pooten,

Werpt naar achteren zijn gewei

Dat 'k verlies mijn mes en schede;

Pakt als in een schroef mijn lenden,

Slaat zijn horens om mijn beenen

Dat 'k als in een tang geklemd zit....

En zoo rent hij met een vaart

Rechtstreeks over Gendinskarn!

Heb je wel eens

Ooit den Gendinskam gezien?

In Halve mijl is die wel lang,

Smal... niet breeder dan een zeis,

Over gletschers, losse steenen,

Scherpe kanten, grauw en steil,

Kan je zien aan beide kanten 

t Zwarte water in de diepte

Slapend, meer dan dertienhonderd

El omlaag, den berg insluitend...

Daarlangs stoven hij en ik

Pijlsnel voort door weer en wind.

Nooit bereed ik nog zoo'n beestje!

Midden door die wilde vaart

In Knett'ren als van zonnevonken.

Arendsruggen zwommen bruin

In het duizeldiepe ruim,

Halfweg tusschen ons en 't water,...

Dreven dan weer weg, als schuim.

Drijfijs brak er aan de kanten,

Doch 't geluid was niet te hooren;

Draaikolks-feeën dansten maar

Zingend, zwierend in het rond,

Voor mijn oogen, en mijn ooren!

Opeens,

Op een vreeslijk steile plek,

Vliegt daar plotseling een sneeuwhoen

Uit de spleet waarin het zat,

Fladdert kakelend, verschrikt,

Op, vlak voor den bok zijn pooten.

Die maakt snel half-rechtsomkeert,

Jaagt dan met een reuzensprong

Naar beneden in de diepte!

Achter ons de zwarte steilte,

Onder ons een grondloos diep!

Eerst ging 't door een laag van nevels,

Toen door 'n heelen zwerm van meeuwen,

Die naar alle kanten vluchtend,

Krijschend door elkander stoven.

Voort maar weer! Voort naar beneden!

Maar vanuit de diepte schemert

Wit iets, als een rendierborst...

't Was ons eigen beeld, o moeder,

Dat, opstijgend uit het bergmeer,

Naar de oppervlakte stormde

In een even wilde vaart

Als die ons joeg naar beneden.

Bok van boven, bok van ondren,

Stooten gelijktijdig samen,

Dat het schuim ons wit bespatte.

Ja, daar lagen wij te spartlen...

Na een poosje toch bereikten

Wij een plekje waar wij landden,

't Rendier zwom, ik aan hem hangend;...

 Ik ging huiswaarts...

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.


06/09/2007 last update