Architectuur: Gewelfbouw

In tegenstelling met de Grieken gebruiken de Romeinen naast natuursteen vooral baksteen en zelfs beton. Beton en baksteen worden nadien met marmeren platen van diverse kleuren bekleed. Ook voor de zuilen gebruiken de bouwmeesters marmer.

Naast de architraafbouw passen de Romeinen ook de gewelfbouw (tongewelven) van de Etrusken toe. Maar hier vinden zij een nieuw element, namelijk het kruisgewelf, het door elkaar kruisen van twee tongewelven, met als gevolg dat grotere oppervlakten met minder steen kunnen worden overspannen. In het kruisgewelf wordt de last van het gewelf  verdeeld en door meerdere steunpunten opgevangen. Door de verbinding van architraaf- en gewelfbouw scheppen de Romeinen nieuwe bouwvormen.

De Romeinen nemen niet alleen veel van de Etrusken over, maar passen ook de drie Griekse bouworden toe, vooral de Corinthische. Op te merken valt, dat in de Romeinse gebouwen, vooral in de profane, de zuilen dikwijls hun dragende functie verliezen en een louter decoratieve rol krijgen om als halve zuilen een muur te versieren. Op die manier gebruiken de Romeinen de drie Griekse zuilen orden boven elkaar om bijvoorbeeld de verschillende verdiepingen te versieren. Een typisch voorbeeld hiervan is het Colosseum te Rome, met onderaan Dorische zuilen, daarboven Ionische en ten slotte Corinthische.

29-12-2009 Beeldonderwijs DDS