Het ontwerp
In de weken daarna schetste en ontwierp de bouwmeester de kathedraal en maakte ten slotte zijn plan.
Hij combineerde opzet en onderdelen van de kathedralen, die hij op zijn reizen had gezien, met de opdracht die hij van het kapittel had gekregen om de langste, breedste, hoogste en mooiste kathedraal te ontwerpen, die mogelijk was. De definitieve plannen waren getekend op twee vellen perkament en ze werden voorgelegd aan de bisschop en het kapittel. Op één ervan stond een plattegrond, die de opzet van de kathedraal toonde met daarin de namen van de verschillende onderdelen geschreven. De tweede tekening liet een aanzicht van de muur tussen middenschip en zijschip zien, die de verschillende delen van het gebouw van de vloer tot het bovenste gewelf aangaf.
De fundering wordt aangebracht
De kathedraal moest de vorm van een kruisbasiliek krijgen. Dat betekent dat de kerk een kruisvormige plattegrond heeft, het middenschip en het dwarsschip hoog opgaan en er zijbeuken zijn die smaller en lager zijn dan de middenbeuk. Er worden dan in het bovendeel van die beuk, de lantaarn of lichtbeuk, vensters gemaakt, waardoor licht in het midden van de kerkruimte binnenvalt. Het koor ligt aan de oostzijde, aan de westzijde moest een rijk versierde gevel met twee torens komen.
17-05-2004 bevo digischool