|
Een afschuwelijk historiestuk met de
mythologie als onderwerp. Jan Breughel de Oudere Sibylle en Aeneas in de onderwereld. 1598 De held Aeneas, zoon van een sterveling en van de godin Venus, slaagt erin met zijn vader en zoontje uit de brandende puinhopen van Troje te ontsnappen en vaart in de richting van Italië. De godin Juno laat hem door een verschrikkelijk noodweer uit de koers geraken en zo belandt Aeneas in Noord-Afrika waar de koningin van Carthago, Dido, juist bezig is met de bouw van een nieuwe stad. Zij ontvangt hem gastvrij en aan haar hof vertelt hij over de verwoesting van zijn vaderstad en de avonturen die hem op zijn reis naar Afrika zijn overkomen. Tijdens zijn verhalen wordt Dido verliefd op hem, maar door de tussenkomst van de goden ziet Aeneas zich genoodzaakt heimelijk te vertrekken. De wanhopige Dido pleegt dan zelfmoord. Aeneas vaart met de zijnen door naar Latium waar hij in de buurt van Napels onder begeleiding van de priesteres van Apollo een tocht naar de onderwereld maakt. Het verblijf waar Rouw, Verdriet en Wroeging zetelen, waar bleke Ziekten wonen, trieste Ouderdom, en Angsten, verderfelijke Honger, vuile Armoe, allebei afschuwelijke verschijningen; ook Pijn, en Dood met naast hem zijn tweelingbroeder Slaap, en zondige Genietingen; en bij de ingang zelf woont het moorddadig monster Oorlog. Het bovenstaande historiestuk met een mythologisch onderwerp toont de onderwereld, zoals Jan Breughel die verbeeldde. |