'Ik heb van mijn leven nog nooit iets gezien wat mij zo heeft verblijd als deze dingen.'


De ontdekking van nieuwe werelddelen en volken, waarvan de wonderbaarlijke producten in geen enkele bestaande categorie pasten, betekende een grote stimulans voor het verzamelwezen in de zestiende eeuw. De Kunst- und Wunderkammern herbergden de buit van Europese veroveraars, maar meer nog de goederen die door handelaars werden aangevoerd om aan de gestaag groeiende vraag te voldoen. Dergelijke onbekende voorwerpen waren vooral in het bezit van vertegenwoordigers van vorstenhuizen, die de interessantste en kostbaarste stukken rechtstreeks konden verwerven. Dit waren met name de Habsburgers, die als koningen van Spanje in de zestiende eeuw heel Mexico en Zuid Amerika met uitzondering van Brazilië veroverden.

Zeer diepe indruk maakten waarschijnlijk de geschenken die Cortez met Pasen in 1519 kreeg van vertegenwoordigers van Montezuma en nog voor diens verkiezing tot keizer naar koning Karel V van Spanje stuurde. De zending omvatte 158 stuks, schijven en hoofdtooien uit goud en zilver, waaiers, schilden, mantels van veren en talloze andere voorwerpen

Er waren ook vier Indiaanse gevangenen die Cortez van de offerdood had gered en levend naar Spanje liet transporteren. Keizer Karel V stelde deze geschenken van Montezuma tijdens zijn verblijf in Brussel tentoon, waar Dürer ze op 27 augustus 1520 kon zien. Hij schreef in zijn dagboek over zijn reis naar de Nederlanden: 'Ik heb van mijn leven nog nooit iets gezien wat mij zo heeft verblijd als deze dingen.'


30-11-2010 De Digitale School  vmbo kunstvakken 2 2008