Museum Mesdag

Hendrik Willem Mesdag (1831–1915)  werd geboren in Groningen en toonde al jong belangstelling voor tekenen en schilderen. Er is zelfs een tekening van hem bekend die hij maakte toen hij nauwelijks 14 jaar oud was. Hij leek echter voorbestemd voor een zakenloopbaan in het bedrijf van de familie. Op 23 april 1856 trouwde hij met Sina van Houten. Ook zij had een artistieke belangstelling. In 1866 gaf hij zijn zakenberoep op en besloot hij definitief als schilder te leven, daarin stevig aangemoedigd door zijn vrouw.

Les brisants de la Mer du Nord

Al in 1870 kreeg hij zijn eerste erkenning: een gouden medaille op het Salon in Parijs, met een werk dat hij Les brisants de la Mer du Nord noemde. Tussen 1873 en 1896 werden zijn inzendingen meermaals met medailles bekroond op internationale exposities.

Mesdag was één van de leidende figuren van de Haagse School, de belangrijkste kunststroming in Nederland in de 19de eeuw. Samen met zijn vrouw begon Mesdag vanaf 1866 de door hen bewonderde Franse meesters van de zogenaamde School van Barbizon te verzamelen, naast werk van zijn vrienden die deel uitmaakten van de Haagse School. Hij verzamelde meer dan 200 werken en bracht ze onder in een bijgebouw dat hij opgetrokken had in de tuin van zijn woning aan de Laan van Meerdervoort en dat in 1887 het Museum H.W. Mesdag werd.

De schilders van de Haagse School zagen de Franse kunstenaars van de school van Barbizon als hun grote voorbeeld. Zij behoorden tot de eerste schilders die de natuur realistisch weergaven en Mesdag bewonderde hun werk zozeer dat hij hun namen op de wanden van zijn atelier liet schilderen. Hij verzamelde vooral olieverfschetsen en studies van hen. Mesdag vond niet alleen dat deze schetsen nog het meeste 'de adem van de natuur in zich hadden', hij kon met zijn kunstenaarsoog de juiste waardering voor het onvoltooide karakter opbrengen. Met deze voorstudies en schetsen wilde Mesdag het publiek laten zien hoe de kunstenaar te werk ging. Dankzij zijn 'verzamelwoede' bezit Museum Mesdag één van de grootste collecties schilderijen en tekeningen van deze Franse meesters van het landschap buiten Frankrijk.

Mesdag was ook zeer geïnteresseerd in kunstnijverheid. Van de Nederlandse ontwerpers had Theodoor Colenbrander (1841-1930) zijn voorkeur. Niet alleen verwierf hij veel keramiek en carpetten van deze kunstenaar, ook liet hij Colenbrander de wanden van het museum decoreren. Deze decoraties, alsmede een replica van een van de tapijten, zijn in het museum terug gebracht.

Verder verzamelde Mesdag ook Japanse kunst. Na de openstelling van Japan voor het Westen in 1854 werden veel Oosterse kunstnijverheidsobjecten en gebruiksvoorwerpen geëxporteerd naar Europa. Mesdag reisde nimmer naar Azië, maar verwierf zijn Japanse voorwerpen via Nederlandse kunsthandels in Amsterdam en Den Haag.

In 1903 schonk hij het hele Museum Mesdag aan de Nederlandse Staat. Als dankbetuiging ontving hij het Grootkruis in de Orde van Oranje Nassau. Hij bleef directeur van het Rijksmuseum Hendrik Willem Mesdag tot in 1911.

Meer over Mesdag

Opdracht: breng eens een (virtueel) bezoek aan Panorama Mesdag


30-11-2010 De Digitale School  vmbo kunstvakken 2 2008