Verzamelingen van beeldend kunstenaars; Picasso


Parijs was rond 1900 het centrum van de kunstwereld. Het is dan ook niet zo raar dat veel kunstenaars naar deze stad vertrokken. Niet alleen vanuit Frankrijk zelf, maar ook vanuit de rest van Europa en Amerika.

Parijs was een soort broedplaats van verschillende culturen. Veel kunstenaars woonden met elkaar in een huis. De Bateau-Lavoir was zo’n woongemeenschap waar meer dan twaalf schilders (waaronder Picasso) hun woon- en werkplaats hadden. Onder de vrienden en hun vriendinnen die samenkwamen bij de Bateau-Lavoir op Montmartre, bevonden zich onder andere de kunstenaars Gris, Derain, Vlaminck, Matisse en Braque, met wie Picasso de kubistische stijl ontwikkelde. Ook behoorden hiertoe verscheidene kunsthandelaren, waaronder vanaf 1907 Daniel-Henry Kahnweiler. 

In het begin van de 20ste eeuw  was negerkunst voor rariteitenverzamelaars iets heel bekends, maar voor kunstenaars niet. In ieder geval was Matisse de eerste die beïnvloed werd, niet zozeer in zijn schilderkunst als wel in zijn beeldhouwwerk, door de Afrikaanse beelden en het was Matisse, die Picasso's aandacht erop vestigde. 

Picasso's collectie primitieve kunst

In 1907 schilderde Picasso Les demoiselles d'Avignon, dat figuren in een bordeel afbeeldde. Hij werkte aan een minder naturalistische, meer geometrische stijl en had ook de primitieve Afrikaanse en Polynesische beeldhouwwerken ontdekt, die in enkele Parijse zaken te vinden waren en die hem stimuleerden tot het afbeelden van totem-figuren en maskers op zijn schilderijen. 

Toen het schilderij er eenmaal was, was het volgens sommigen afschuwelijk. Een bewonderaar van de kunstenaar riep uit, bijna in tranen:'Wat een verlies voor de Franse kunst.' In het begin, toen Picasso hoofden en lichamen tot uitdrukking wilde brengen op een andere manier dan zoals iedereen ze kan zien, had hij onvermijdelijk als hij begon de neiging ze als volume te schilderen zoals beeldhouwers te werk gaan of en profil zoals kinderen doen.  

detail

Het schilderij in zijn geheel: http://www.timpultau.ro/UserFiles/article/Picasso_Demoiselles_08231719.jpg

Afrikaanse kunst begon in 1907 een rol te spelen in de bepaling van wat Picasso aan het creëren was.  De volgende uitspraak is genoteerd door Daniel-Henri Kahnweiler, de Parijse kunsthandelaar, die Picasso zijn leven lang trouw bleef. Picasso merkte op over een van zijn beroemdste werken:

Les Demoiselles d'Avignon, die titel irriteert me mateloos. Salmon verzon hem. U weet heel goed dat de oorspronkelijke titel van het begin af aan is geweest: 'Het bordeel van Avignon'. Maar weet u ook waarom? Omdat Avignon altijd een naam is geweest die ik heel goed kende en die een deel van mijn leven is. Ik woonde nog geen twee stappen van de Calle d'Avignon, waar ik altijd mijn papier kocht en mijn tubes waterverf en bovendien kwam, zoals u weet, de grootmoeder van Max oorspronkelijk uit Avignon. We maakten steeds een hoop geintjes over dit schilderij; een van de vrouwen is Max' grootmoeder, een andere Fernande en weer een andere Marie Laurencin en dat allemaal in een bordeel in Avignon. In mijn oorspronkelijke idee werden ook mannen verondersteld in het bordeel aanwezig te zijn, u heeft de tekeningen gezien tussen twee haakjes. Er was een student die een schaal vasthield. En ook een zeeman. De vrouwen waren aan het eten, vandaar het mandje fruit dat ik in het schilderij heb laten zitten. Toen veranderde ik het en het werd zoals het nu is!


30-11-2010 De Digitale School  vmbo kunstvakken 2 2008