Jan Christiaan Sepp en het Tweede Boek van God


 

In de 17de eeuw was het een algemeen aanvaard idee, dat Gods almacht zichtbaar was in alle onderdelen van de natuur. De natuur was een door God geschreven boek. Als je erin las, bracht dat je dichter bij God. Onderzoekers hadden dus een goede reden om de natuur te bestuderen.

Het idee van het Boek der Natuur bleef de hele zeventiende eeuw lang centraal staan. Dit tweede boek van God bestudeerden onderzoekers in het kader van zijn eerste boek, de bijbel.

Tot ongeveer het midden van de 17de eeuw zagen onderzoekers de natuur vooral als een, vaak symbolische illustratie van de bijbel. Daarom was de studie van de vlinder heel geliefd: de metamorfose (verandering) van rups tot vlinder was een symbool van de wedergeboorte van Christus. Jan Christiaan Sepp publiceerde dan ook een boek onder de titel  "Beschouwing der Wonderen Gods", waarbij hij nadrukkelijk ook aandacht schenkt aan "gedaante wisseling".

Sepp (circa 1720 - 1775) beschrijft naast vlinders, ook hun vindplaatsen en hun gedragingen. Hij maakt fraaie afbeeldingen om zijn  bevindingen mee te illustreren.

Rond het midden van de 17de eeuw verdween de symbolische betekenis van de natuur naar de achtergrond. De verschuiving werd niet zozeer veroorzaakt door de opkomst van de natuurwetenschappen, maar door discussies over de interpretatie van de bijbel en over de juiste manier om God te kennen.

Onderzoekers gingen ten gevolge hiervan de natuur meer systematisch indelen: zo veranderden rariteitenverzamelingen bijvoorbeeld in geordende naturaliënkabinetten.' Vlinders waren niet langer verzinnebeeldingen van God, maar hun veelheid en hun bewonderenswaardige anatomie waren wél een bewijs voor zijn bestaan. 


30-11-2010 De Digitale School  vmbo kunstvakken 2 2008