Kunstvakken 2 vmbo  CSE 2009
  Proeven van kunst
  Hoofdstuk 3 Zeventiende eeuwse genreschilderkunst
3.1.- Een figuurstuk met een onderwerp uit het dagelijks leven noemen we nu genrestuk.

In de 17de eeuw werden schilderijen vaak genoemd naar de voorstelling. Zo was er op een "geselschapje" natuurlijk een gezelschap van personen te zien. Maar er waren ook genrestukken, die zich buiten afspeelden: een buitenpartij. Men kende ook een conversatie, maar ook een bordeeltgen. Pas in de 19de eeuw kregen al deze taferelen uit het dagelijkse leven de naam genrestuk.

3.2.- In een kamer met een doorkijkje naar een andere ruimte zie je drie personen: op de voorgrond een jonge vrouw, die nogal bleek ziet en niet al te vrolijk kijkt. Achter haar een man en daarnaast de dokter.
3.3.- Een kwakzalver is een bedrieger, iemand die zonder enige kennis van zaken mensen probeert te genezen. De schilder Gerad Dou heeft zo een bedrieger tot onderwerp van een van zijn schilderijen gemaakt.
3.4.- Een typisch 'Huishouden van Jan Steen'. Een slapende moeder links, een losbandig echtpaar in het midden en kinderen die zich nergens iets van aantrekken.
3.5.- Willem van Mieris groeide op in de traditie van de fijnschilders. Hij nam de gladde, email-achtige stijl van zijn vader over, maar produceerde behalve dit genrestuk ook portretten, landschappen en historiestukken.
3.6.- Bij dit genrestuk van Jacques de Gheyn zien we een jonge vrouw en twee mannen; een jonge man aan haar rechterkant en een oude man staat links van haar.
Een dronken vrouw knielt en geeft een papegaai wijn te drinken. Een slapende vrouw met pijp wordt door een jongetje bestolen. Een andere jongen gooit rozen voor een varken