Boerenschuren, kippenhokken en varkenskotten


Aan de oever van de Oise/Daubigny

Omstreeks 1820 trokken veel schilders naar het gehucht Barbizon. Barbizon was te ver verwijderd van Parijs om op één dag de reis heen en terug te volbrengen. Dagelijks trokken de kunstenaars er op uit op zoek naar een beboste heuvel, een grillig rotsblok of een verstilde poel waarin de zomerlucht weerspiegelde. De 'School van Barbizon' leek voorgoed te hebben afgedaan met het 'historisch landschap': in plaats van gefantaseerde klassieke ruïnes waren hun schilderijen nu gevuld met boerenschuren, kippenhokken en varkenskotten. De Franse kunstliefhebbers reageerden geschokt.

Men probeerde de plein-airistes in Barbizon belachelijk te maken door tekeningen van een bos waar onder elke boom een schilder onder een parasol aan het werk was. Inderdaad trokken steeds meer kunstenaars naar deze omgeving en de buitenschilders van het eerste uur zochten elders hun heil. Daubigny installeerde in een boot een drijvend atelier en verkende hiermee de Seine en de Oise. Ook begon hij buiten te schilderen aan de Franse kust. In Villerville-sur-Mer spande hij een doek van één bij twee meter op twee palen, die hij in de grond sloeg om het kustlandschap direct vóór zich te hebben, maar zijn werk werd hem haast onmogelijk gemaakt door windstoten, wilde stieren en een plagerige dorpsjeugd.


12-11-2006 digischool bevo