Tempera
Dooier, pigment en in het flesje water om de verf eventueel
te verdunnen.
Rond 1437 vermelde Cennino Cennini in zijn boek Il Libro dell'arte al een recept voor tempera: 'Voor je kleuren moet je altijd een tempera gebruiken van eigeel en goed temperen, door evenveel dooier als pigment te nemen' .
Een van de betekenissen van 'temperen' is nog steeds 'in de juiste verhouding mengen'. De verschillende soorten tempera ontlenen hun naam aan het medium waarin de pigmenten zijn gebonden: eigeel, eiwit (dit laatste vooral in de boekverluchting), gom, lijm van plantaardige of dierlijke oorsprong. Ook werd er wel eens olie doorheen gemengd en men denkt dat zo langzamerhand de olieverf is uitgevonden.
De genezing van de blinde. Door de Italiaanse kunstenaar Duccio
rond 1310 Tempera op een paneel
De op deze manier samengestelde verven laten zich weliswaar met water verdunnen maar na het drogen niet meer in water oplossen. Tempera droogt bovendien snel en is aan bederf onderhevig. De kunstenaar moest daarom telkens opnieuw zijn verf aanmaken.
Met name eitempera kende in de middeleeuwen de grootste verspreiding en was vooral in Italië tot een eind in de vijftiende eeuw de belangrijkste techniek in de paneelschilderkunst. In tegenstelling tot olieverf droogt temperaverf snel door maar is zij minder geschikt om kleuren in elkaar over te laten lopen.
12-11-2006 digischool bevo