BRONNENBUNDELS
 


Mode uit Japan

In oktober 1982 gebeurde er iets heel opwindende. Eensgezind realiseerden de kopers en de pers, die de Franse confectie-shows voor de komende lente bijwoonden zich, dat er in Parijs sprake was van een nieuwe dimensie. Er waren niet alleen Japanse ontwerpers die showden tussen de Fransen zoals al meer dan tien jaar het geval was; ze waren getuige van de opkomst van een aparte Japanse school in de mode. Velen die goed waren ingevoerd in de internationale mode hadden dit zien i aankomen. Europese ontwerpers hadden keer op keer de Japanse invloed genoemd. In Londen stond Sheridan Barnett aan de grond genageld toen hij in Regentstreet een Japanse vrouw zag, gekleed in veel tinten grijs. Op haar was zijn succesvolle herfst-collectie van 1982 geïnspireerd. Maar wat gebeurde er in de wereldmode dat de 12 Japanse ontwerpers er toe bracht om hun collecties in Parijs te tonen? Per slot van rekening hebben zij een thuismarkt van 125 miljoen Japanners die ontvankelijker zijn voor mode en voor veranderingen dan veel westerlingen.
Parijs maakte voor het eerst kennis met Japanse ontwerpers toen Kenzo Takada in 1970 in Parijs zijn sprankelende, jonge collectie lanceerde. In minder dan tien jaar tijd was hij de meest gecopieëerde en invloedrijke ontwerper van de wereld.

Het veld was ontgonnen, de Japanners zagen hun kans schoon, en hun 3 leidende ontwerpers vlogen naar Parijs om hun collecties te tonen. Toen ik vorig jaar november Tokio bezocht, bemerkte ik dat veel Japanners nogal sceptisch waren over de westerse aanvaarding van hun mode. Zij 3 wezen erop dat het westen zich naar het oosten wendt voor vernieuwing als het zelf gebrek aan talent of inspiratie heeft. Anderen waren optimistischer over hun eigen succes. Zij geloofden dat veel westerse mode nog steeds teruggrijpt op de comfortabele levensstijl van de kleine ~rijke bovenlaag van voor de tweede wereldoorlog, dat deze mode de hedendaagse werkende vrouw weinig te bieden heeft en dat deze kleren niet passen bij onze huizen, onze kantoren en onze alledaagse werkelijkheid. Dit lezend mag je, als je in Japan komt, verwachten ter plaatse vrouwen aan te treffen in hun kenmerkende en moderne stijl. Je zult dan teleurgesteld worden. Er zijn evenveel Sloane Rangers (1) in de straten van Tokio als in Knightsbridge en het is een zeldzaamheid als een vrouw een kimono draagt anders dan bij een huwelijk of een officiële gelegenheid. Tegenwoordig bezoeken Japanse meisjes avondscholen om te leren hoe ze een obi moeten strikken de 4m lange sjerp, die wordt gedragen bij de traditionele dracht.
Japanse vrouwen houden van de status die de merken van bekende ontwerpers worden verondersteld te verlenen en zulke merken doen hier goede zaken. Pas nu beginnen de Japanners hun eigen creativiteit te waarderen.

1) Sloane Rangers is de naam voor een zeer modebewuste groep mensen in Londen die vooral rond Sloane Square hun inkopen doen

Uit: Geraldine Ranson, Japan, the shock of the new. in: The Fashion Year 1983, London 1983.

42) Yohji Yamamoto, Winkelontwerp Kyoto, 1986

 


Vroeger moest een Japanse ontwerper zijn reputatie in het westen vestigen voor hij kon hopen op erkenning thuis. Issey Miyake ging regelrecht van een Japanse universiteit naar Parijs om te studeren aan de school van La Chambre Syndicale de la Couture Parisienne. Hij presenteerde zijn eerste collectie onder zijn eigen label in 1973 in Parijs en heeft dit sindsdien voortgezet.
Toen ik terugkeerde uit Tokio, ging ik mijn verslag voor de 'The Sunday Thelegraph' zitten schrijven in een staat van grote opwinding. Ik wist dat de foto's die ik had meegebracht de meeste lezers als bizar of zelfs beledigend moesten treffen, maar ik had belangrijk modenieuws te melden.
Hier volgt wat ik schreef:
'Yohji Yamamoto en Rei Kawakubo, twee in het westen nauwelijks bekende Japanners, leiden een nieuwe beweging die de manier waarop we over mode denken zal veranderen en, uiteindelijk de manier waarop we ons kleden. Weinigen van ons zullen nu hun kleren willen dragen, maar door hun invloed op andere ontwerpers over de hele wereld, zullen zij ons zeker bereiken.'
Deze twee ontwerpers, beide afgestudeerd aan de eerbiedwaardige universiteit van Keio, en in hun privéleven goede vrienden, zijn respectievelijk 40 en 41 jaar oud. Beiden hebben geprobeerd kleding te produceren die voor vrouwen dezelfde functie vervult als mannenkleding jarenlang heeft vervuld voor mannen. Voor het eerst hebben ontwerpers kleding gemaakt die niet begint met de vooropstelling van vrouwen als sexobjecten. Niet iedereen kan dat aanvaarden.

Kawakubo is een afgestudeerd filosoof zonder ontwerpersopleiding. Haar ontmoeten, omringd door haar medewerkers, allen gekleed in zwart, in kleren die ze heeft ontworpen voor Comme des Garcons, doet je je ogenblikkelijk bekeren tot haar stijl. (...)
Rei zegt dat haar voorkeur voor zwart en wit de laatste tien jaar niet veranderd is. Ze gebruikt nooit bedrukte stoffen en geeft er de voorkeur aan zich te concentreren op de structuur. Haar veel bekritiseerde 'vodden' of jurken die ze insnijdt en stikt, zijn voorbeelden hoe ze textuur toevoegt aan een eenvoudige gladde stof. Deze jurken zijn allemaal gevoerd omdat geen Japanse vrouw iets doorzichtigs zou dragen. Toen ik Rei iets vroeg over een van de jasjes in haar collectie was ze geamuseerd: 'Je bent emotioneel niet zo zeker in een jasje zonder rug', antwoordde ze: 'Maar als het je stoort, denk dan dat het een schort voorstelt."
Er was mij in Tokio verteld dat Rei een harde feministe was, maar ze wees haar kritici aldus af: 'De meeste mannen houden niet van vrouwen die bekwaam zijn en hard werken. Zij houden niet van sterke onafhankelijke vrouwen die met beide benen op de grond staan.' Ze zei dat ze plezierig verrast zou zijn als een man buiten de modeindustrie haar collectie zou waarderen, maar ze zou niet van hem verwachten deze te begrijpen. 'De collectie is niet in vorm gesneden of zacht en past niet bij het idee dat een man over een vrouw heeft. Mannen houden er niet van als vrouwen uitzonderlijk zijn.'

43) Rei Kawakubó, Collectie 'bag lady/post-Hiroshima love'

Yohji Yamamoto beschrijft zichzelf als een nomade. Hij ziet er breekbaar uit met voor een Japanner lang haar en een dunne, steile, zwarte baard. Hij heeft een apart en levendig gezicht verlicht door een veelvuldig aanwezige glimlach. Yohji of Y, zoals hij wordt genoemd, produceert een voordelige serie kleding met de volgende woorden in het Engels op het etiket: 'Er is niets zo vervelend als een keurig en net uiterlijk.' Dat zegt ons veel over wat de mode heeft geprobeerd te vertellen de laatste tien jaar. Ofschoon hij een van de meest uitgesproken Japanse ontwerpers is, gelooft Yamamoto dat hij teveel verstrikt is in de nieuwe modebeweging om echt objectief te zijn. Hij maakt werkkleren die nooit opzichtig zijn en gelooft dat het de functie is van de literatuur en niet van de mode is om gevoelens zichtbaar te maken.

Net als de meeste Japanse ontwerpers, maakt hij geen avondkleding. Y reist om inspiratie op te doen en gokt als ontspanning net als Kenzo. Nu hij succes heeft, vindt hij het moeilijk om buiten de gevestigde orde van de modewereld te blijven. 'Maar ik blijf eraan werken,' zegt hij met een grijns. Voor iedereen die in mode geïnteresseerd is biedt Tokio de gelegenheid het Kabukitheater te bezoeken en de traditionele decors en kostuums te zien die zo'n sterke invloed hebben op Japanse ontwerpers. Alle acteurs zijn mannen en de jonge leerlingen kruipen vaak over het toneel in hun traditionele zwarte uniform met hun hoed en masker om de decors te verwisselen of om het kostuum van een acteur te veranderen. Kansai Yamamoto gekleed in hetzelfde Kabuki-zwart, heeft zelf vaak deze taktiek in zijn modeshows overgenomen.


Uit: Wiet Hekking, Parijs inspireert me nog steeds in: Viva nr 6, 11 februari 1983

Wiet Hekking van Foxy Fashion is met een zestal collega's verantwoordelijk voor de Nederlandse vertaling van internationale tendenzen naar een zeer snel wisselende collectie die in 30 winkels wordt verkocht aan een jong publiek.

Parijs blijft altijd de meest inspirerende plek. Het straatbeeld, de mensen en niet te vergeten de Franse bladen zijn voor mij onmisbaar ter oriëntatie. AI was het maar als een bevestiging van je ideeën. Sinds kort is Tokio daarbij gekomen. Als je rondloopt in die stad krijg je een dwarsdoorsnede van alles wat er internationaal aan de hand is. Japan zal binnenkort ook voor ons belangrijk worden als producent. De zogenaamde armoe-look nemen we erg serieus. Het begint vrij bescheiden, met naar buiten gewerkte naden, boordloze truien en dergelijke. Verder verwachten we nogal wat rafelig linnen.

Cora Kemperman doet voor de 25 vestigingen van Mac & Maggie de inkoop van de hele collectie vrouwenkleding, die bedoeld is voor een trendgevoelig, niet uitsluitend jong maar wel hoogst modieus publiek.

Een goed gat is niet goedkoop

Het echt nieuwe in de mode is een verandering in proporties, een verschuiving in de verhoudingen, door je kleren anders aan te trekken, een beetje 'vreemd'. Scheuren, gaten en kreukels bevallen me in hoge mate, maar die gerafelde en gescheurde dingen kun je nog niet zo eenvoudig goedkoop brengen. Een 'goed gat' moet met de hand worden uitgeknipt en rondom afgelockt. We overwegen nu het er eenvoudig in te knippen. Maar ook dat zal duurder zijn dan gewoon gaaf. Zodat we uiteindelijk dezelfde linnen jas met en zonder gaten te koop zullen aanbieden; mèt gaten helaas wel een tientje duurder dan zonder.
We kunnen het ook aan onze klanten overlaten, voorbeelden in onze winkels laten zien van combinaties en ook hoe men z'n kleren smaakvol kan verscheuren en verknippen om zodoende ook nog geld uit te sparen. Het gewenste resultaat is ook afhankelijk van dingen als één opgerolde pijp, afgezakte kousen en meer van die effecten, die je niet kant en klaar verkopen kunt.

Uit: Cora Kemperman, Een goed gat is niet goedkoop in: Viva nr 6, 11 februari 1983

44) Rei Kawakubo, wollen sweater met gaten

Miyake is een mystieke figuur in Japan. Hij volgt geen trends, werkt niet in termen van gelegenheidskleding. In plaats daarvan gaat hij liever uit van de materialen, die hij tot /even brengt op het lichaam, de vrouw. Hij creëert kleding, tegelijk onontbeerlijk en ongehoord. Hij streeft geen stijl na, maar vrijheid.

Issey Miyake: 'Ik richt mij rechtstreeks tot het hart van de vrouw'

Als mensen mijn stoffen mijn vormen, mijn stijl zien, zeggen ze: hij is erg Japans. Maar als ik naar Japan ga zegt iedereen: hij is erg Europees. Voor mij zijn er mensen en zijn er kleren. Er is geen kimomo, jas, rok. Wat mij interesseert is om vormen en materialen goed te laten uitkomen, iets ongebruikelijks dat niet banaal is te creëren. Als ik werk neem ik een lap stof, drapeer die om een meisje en vraag haar te bewegen. Pas op dat moment begin ik te ontwerpen. Idereen denkt dat er bij mijn ontwerpen veel geknipt is, maar dat is niet het geval; het is het materiaal dat soepel, meegaand, plooibaar en gemakkelijk te verwerken is. Als ik een nieuw materiaal ontwikkel, denk ik vaak aan de natuur, wolken, stenen en hout; kies een ogenschijnlijk gewoon materiaal, dat ik bijzonder maak door het afwerkingsproces.

In het begin gebruikte ik veel katoen, daarna richtte ik me op kunstvezels en nu concentreer ik me op zijde, wol en mengsels van verschillende grondstoffen. Negentig procent van de stoffen in mijn laatste collectie kwamen uit Japan, China, Korea en Hong Kong.
Ik heb mijn kleren laten uitvoeren in Japan, maar ik denk erover dit nu in Europa te laten doen. Mijn prijzen zijn echt te hoog door de extra transport- en douanekosten. In het algemeen zijn de mensen die mijn werk waarderen, degenen die de belangstelling voor de mode hebben verloren. Tegenwoordig zou ik niet willen dat iedereen mijn mode draagt omdat ik juist bij mensen mijn inspiratie opdoe! Ik zou willen dat iedereen elke dag van kleding verandert, zodat er elke dag sprake is van een min of meer andere stijl. Plezier hebben is het belangrijkste. Ik pleit niet voor stijl, maar voor vrijheid. Ik ben altijd gefascineerd door mensen die zich uitbundig en individualistisch kleden. Wat telt is de moed en het hart hun eigen persoonlijkheid te uiten.

Uit: lssey Miyake, Ik richt mij rechtstreeks tot het hart van de vrouw in: Donna, International Fashion Magazine, nr. 90, dec. 1988 - jan. 1989.

 


45) Miyake, Geplooid jack van polyester en zijde

Een ogenschijnlijk gewone blazer blijkt bij nader inzien één schuin geknipt voorpand te bezitten, een rechte rok heeft een vouw in plaats van een coupenaad op de rechterheup. De asymmetrische valling maakt de kledingstukken op een subtiele manier anders. Alleen kennersogen zien dat zo'n coupeverwerking voortkomt uit een heel andere traditie dan de bekende westerse kleermakerij. De ingenieuze ontwerpen van de in 1943 in Tokio geboren Yohji Yamamoto vertonen duidelijke kenmerken van de eeuwenoude Japanse kleding. Ze lijken soms gevouwen volgens de origami-techniek in plats van geknipt en genaaid. Ze hebben pure vormen, die pas gaan leven als ze door een mens worden gedragen, een ascetische soberheid van kleur en een esthetiek, die voortkomt uit een ander vrouwelijk erotisch schoonheidsideaal dan het westerse.

De eerste show die ik van Yohji Yamamoto zag, maakte op mij nog een diepere indruk dan de allereerste Parijse couture-collectie die ik mocht aanschouwen. Maar het charisma van zowel de ontwerper als zijn kleding werd mij pas echt duidelijk toen ik hem in Tokio, zomaar op straat in Aoyama, in de buurt van zijn winkel zag lopen te midden van een aantal andere modieuze Japanners: zij zagen er daar in hun 'Yohji'-outfits even westers uit als wij hier oosters aandoen als we zijn mode dragen. En ik herinnerde me hoe Yohji Yamamoto zelf eens uitlegde hoe belangrijk de wisselwerking tussen Oost en West voor hem is: 'Als een cowboy in het veld bluejeans draagt is dat geen mode. Volgens diezelfde gedachte vind ik 't ook geen mode als Japanse vrouwen mijn kleding dragen. Zij bezitten het begenadigde gevoel voor humor niet. Maar wanneer Europese of Amerikaanse vrouwen mijn kleding dragen, wordt die op en top mode. Zij vinden 't leuk om die te dragen, zij doen 't voor de lol. Die mentaliteit heeft de mode nodig om te bestaan.' Om die reden presenteert Yohji zijn collecties in Parijs, binnen het collectief van de toonaangevende Créateurs en zo geven zijn inspirerende ontwerpen van dit seizoen de mode over de hele wereld nieuwe impulsen.

Uit: Louki Boin, Yohji Yamamoto, modeontwerper in: Bijlage Avenue november 1988

46) Miyake, Luchtgevuld jumpsuit