![]() |
BRONNENBUNDELS |
Mode uit Japan Het veld was ontgonnen, de Japanners zagen hun kans schoon, en hun 3
leidende ontwerpers vlogen naar Parijs om hun collecties te tonen. Toen
ik vorig jaar november Tokio bezocht, bemerkte ik dat veel Japanners nogal
sceptisch waren over de westerse aanvaarding van hun mode. Zij 3 wezen
erop dat het westen zich naar het oosten wendt voor vernieuwing als het
zelf gebrek aan talent of inspiratie heeft. Anderen waren optimistischer
over hun eigen succes. Zij geloofden dat veel westerse mode nog steeds
teruggrijpt op de comfortabele levensstijl van de kleine ~rijke bovenlaag
van voor de tweede wereldoorlog, dat deze mode de hedendaagse werkende
vrouw weinig te bieden heeft en dat deze kleren niet passen bij onze huizen,
onze kantoren en onze alledaagse werkelijkheid. Dit lezend mag je, als
je in Japan komt, verwachten ter plaatse vrouwen aan te treffen in hun
kenmerkende en moderne stijl. Je zult dan teleurgesteld worden. Er zijn
evenveel Sloane Rangers (1) in de straten van Tokio als in Knightsbridge
en het is een zeldzaamheid als een vrouw een kimono draagt anders dan
bij een huwelijk of een officiële gelegenheid. Tegenwoordig bezoeken
Japanse meisjes avondscholen om te leren hoe ze een obi moeten strikken
de 4m lange sjerp, die wordt gedragen bij de traditionele dracht. 1) Sloane Rangers is de naam voor een zeer modebewuste groep mensen in Londen die vooral rond Sloane Square hun inkopen doen |
Uit: Geraldine Ranson, Japan, the shock of the new. in: The Fashion Year 1983, London 1983. | |
42) Yohji Yamamoto, Winkelontwerp Kyoto, 1986
|
|
|
Kawakubo is een afgestudeerd filosoof zonder ontwerpersopleiding. Haar
ontmoeten, omringd door haar medewerkers, allen gekleed in zwart, in kleren
die ze heeft ontworpen voor Comme des Garcons, doet je je ogenblikkelijk
bekeren tot haar stijl. (...) |
||
43) Rei Kawakubó,
Collectie 'bag lady/post-Hiroshima love' |
|
|
Yohji Yamamoto beschrijft zichzelf als een nomade. Hij ziet er breekbaar uit met voor een Japanner lang haar en een dunne, steile, zwarte baard. Hij heeft een apart en levendig gezicht verlicht door een veelvuldig aanwezige glimlach. Yohji of Y, zoals hij wordt genoemd, produceert een voordelige serie kleding met de volgende woorden in het Engels op het etiket: 'Er is niets zo vervelend als een keurig en net uiterlijk.' Dat zegt ons veel over wat de mode heeft geprobeerd te vertellen de laatste tien jaar. Ofschoon hij een van de meest uitgesproken Japanse ontwerpers is, gelooft Yamamoto dat hij teveel verstrikt is in de nieuwe modebeweging om echt objectief te zijn. Hij maakt werkkleren die nooit opzichtig zijn en gelooft dat het de functie is van de literatuur en niet van de mode is om gevoelens zichtbaar te maken. Net als de meeste Japanse ontwerpers, maakt hij geen avondkleding. Y reist om inspiratie op te doen en gokt als ontspanning net als Kenzo. Nu hij succes heeft, vindt hij het moeilijk om buiten de gevestigde orde van de modewereld te blijven. 'Maar ik blijf eraan werken,' zegt hij met een grijns. Voor iedereen die in mode geïnteresseerd is biedt Tokio de gelegenheid het Kabukitheater te bezoeken en de traditionele decors en kostuums te zien die zo'n sterke invloed hebben op Japanse ontwerpers. Alle acteurs zijn mannen en de jonge leerlingen kruipen vaak over het toneel in hun traditionele zwarte uniform met hun hoed en masker om de decors te verwisselen of om het kostuum van een acteur te veranderen. Kansai Yamamoto gekleed in hetzelfde Kabuki-zwart, heeft zelf vaak deze taktiek in zijn modeshows overgenomen. |
||
Uit: Wiet Hekking, Parijs inspireert me nog steeds in: Viva nr 6, 11 februari 1983 |
Wiet Hekking van Foxy Fashion is met een zestal collega's verantwoordelijk voor de Nederlandse vertaling van internationale tendenzen naar een zeer snel wisselende collectie die in 30 winkels wordt verkocht aan een jong publiek. Parijs blijft altijd de meest inspirerende plek. Het straatbeeld, de mensen en niet te vergeten de Franse bladen zijn voor mij onmisbaar ter oriëntatie. AI was het maar als een bevestiging van je ideeën. Sinds kort is Tokio daarbij gekomen. Als je rondloopt in die stad krijg je een dwarsdoorsnede van alles wat er internationaal aan de hand is. Japan zal binnenkort ook voor ons belangrijk worden als producent. De zogenaamde armoe-look nemen we erg serieus. Het begint vrij bescheiden, met naar buiten gewerkte naden, boordloze truien en dergelijke. Verder verwachten we nogal wat rafelig linnen. |
|
Cora Kemperman doet voor de 25 vestigingen van Mac & Maggie de inkoop van de hele collectie vrouwenkleding, die bedoeld is voor een trendgevoelig, niet uitsluitend jong maar wel hoogst modieus publiek. Een goed gat is niet goedkoop Het echt nieuwe in de mode is een verandering in proporties,
een verschuiving in de verhoudingen, door je kleren anders aan te trekken,
een beetje 'vreemd'. Scheuren, gaten en kreukels bevallen me in hoge
mate, maar die gerafelde en gescheurde dingen kun je nog niet zo eenvoudig
goedkoop brengen. Een 'goed gat' moet met de hand worden uitgeknipt
en rondom afgelockt. We overwegen nu het er eenvoudig in te knippen.
Maar ook dat zal duurder zijn dan gewoon gaaf. Zodat we uiteindelijk
dezelfde linnen jas met en zonder gaten te koop zullen aanbieden; mèt
gaten helaas wel een tientje duurder dan zonder. |
Uit: Cora Kemperman,
Een goed gat is niet goedkoop in: Viva nr 6, 11 februari 1983 |
|
44) Rei Kawakubo, wollen sweater met gaten |
|
|
Miyake is een mystieke figuur in Japan. Hij volgt geen trends, werkt niet in termen van gelegenheidskleding. In plaats daarvan gaat hij liever uit van de materialen, die hij tot /even brengt op het lichaam, de vrouw. Hij creëert kleding, tegelijk onontbeerlijk en ongehoord. Hij streeft geen stijl na, maar vrijheid. Issey Miyake: 'Ik richt mij rechtstreeks tot het hart van de vrouw' Als mensen mijn stoffen mijn vormen, mijn stijl zien, zeggen ze: hij is erg Japans. Maar als ik naar Japan ga zegt iedereen: hij is erg Europees. Voor mij zijn er mensen en zijn er kleren. Er is geen kimomo, jas, rok. Wat mij interesseert is om vormen en materialen goed te laten uitkomen, iets ongebruikelijks dat niet banaal is te creëren. Als ik werk neem ik een lap stof, drapeer die om een meisje en vraag haar te bewegen. Pas op dat moment begin ik te ontwerpen. Idereen denkt dat er bij mijn ontwerpen veel geknipt is, maar dat is niet het geval; het is het materiaal dat soepel, meegaand, plooibaar en gemakkelijk te verwerken is. Als ik een nieuw materiaal ontwikkel, denk ik vaak aan de natuur, wolken, stenen en hout; kies een ogenschijnlijk gewoon materiaal, dat ik bijzonder maak door het afwerkingsproces. In het begin gebruikte ik veel katoen, daarna richtte
ik me op kunstvezels en nu concentreer ik me op zijde, wol en mengsels
van verschillende grondstoffen. Negentig procent van de stoffen in mijn
laatste collectie kwamen uit Japan, China, Korea en Hong Kong. |
Uit: lssey Miyake, Ik richt mij rechtstreeks tot het hart van de vrouw in: Donna, International Fashion Magazine, nr. 90, dec. 1988 - jan. 1989. |
|
|
![]() |
|
Een ogenschijnlijk gewone blazer blijkt bij nader inzien één
schuin geknipt voorpand te bezitten, een rechte rok heeft een vouw in
plaats van een coupenaad op de rechterheup. De asymmetrische valling maakt
de kledingstukken op een subtiele manier anders. Alleen kennersogen zien
dat zo'n coupeverwerking voortkomt uit een heel andere traditie dan de
bekende westerse kleermakerij. De ingenieuze ontwerpen van de in 1943
in Tokio geboren Yohji Yamamoto vertonen duidelijke kenmerken van de eeuwenoude
Japanse kleding. Ze lijken soms gevouwen volgens de origami-techniek in
plats van geknipt en genaaid. Ze hebben pure vormen, die pas gaan leven
als ze door een mens worden gedragen, een ascetische soberheid van kleur
en een esthetiek, die voortkomt uit een ander vrouwelijk erotisch schoonheidsideaal
dan het westerse. De eerste show die ik van Yohji Yamamoto zag, maakte op mij nog een diepere indruk dan de allereerste Parijse couture-collectie die ik mocht aanschouwen. Maar het charisma van zowel de ontwerper als zijn kleding werd mij pas echt duidelijk toen ik hem in Tokio, zomaar op straat in Aoyama, in de buurt van zijn winkel zag lopen te midden van een aantal andere modieuze Japanners: zij zagen er daar in hun 'Yohji'-outfits even westers uit als wij hier oosters aandoen als we zijn mode dragen. En ik herinnerde me hoe Yohji Yamamoto zelf eens uitlegde hoe belangrijk de wisselwerking tussen Oost en West voor hem is: 'Als een cowboy in het veld bluejeans draagt is dat geen mode. Volgens diezelfde gedachte vind ik 't ook geen mode als Japanse vrouwen mijn kleding dragen. Zij bezitten het begenadigde gevoel voor humor niet. Maar wanneer Europese of Amerikaanse vrouwen mijn kleding dragen, wordt die op en top mode. Zij vinden 't leuk om die te dragen, zij doen 't voor de lol. Die mentaliteit heeft de mode nodig om te bestaan.' Om die reden presenteert Yohji zijn collecties in Parijs, binnen het collectief van de toonaangevende Créateurs en zo geven zijn inspirerende ontwerpen van dit seizoen de mode over de hele wereld nieuwe impulsen. |
Uit: Louki Boin, Yohji Yamamoto, modeontwerper in: Bijlage Avenue november 1988 |
|
46) Miyake, Luchtgevuld jumpsuit |
![]() |