BRONNENBUNDELS
 


Theo van Doesburg

De relatie tussen kleur en architectuur

Om te beginnen is het nodig zich af te vragen welke betekeniskleur' heeft voor de Nieuwe Beelding 1). De Nieuwe Beelding formuleert geen specifieke kleurentheorie. (...) Elke kleurensymboliek is afwezig, evenals welke associatie dan ook omtrent aard, vorm, dynamiek, temperatuur, ethische weerklank en psychische eigenschappen van de kleur. (...) De Nieuwe Beelding wordt gekenmerkt door een schaars en structureel nauwgezet kleurgebruik, dat op een ongedwongen wijze in zijn eigen constructieve principe wordt opgesloten. Men gebruikt de driehoek van de primaire kleuren (geel-rood-blauw) samen met de as van de niet-kleur, die verloopt tussen de tegenstelling zwart-wit. (...)

1) de naam van de theorie van De Stijl

Uit: Sergio Polano, De nieuwe kleur-beelding in architectuur. In: Kleur en architectuur. Rotterdam 1986 2

De zuiverheid van de kleur, theore-tisch uitgedrukt in een betekenisvolle strenge indeling, zetelt daarom in de zelfstandige verwijzingskracht die zij krijgt. De kleur is een doel op zichzelf, deelt niets anders dan zichzelf mede, is geen teken van wat dan ook. (...) De eenvoud en de armoede van de kleur is totaal. Natuurlijk heeft elke zuivere kleur een register en een klankkleur, net zoals elk instrument in een orkest. Het compositieprobleem en het zoeken naar het ritme en timbre binnen de beperking van het kleurendrietal en gelijktijdig in verhouding tot de niet-kleur, moeten steeds opnieuw worden uitgedacht, uitgevonden en opgelost, elke keer dat het in een afzonderlijk werk aan de orde komt. (...) Het thema van de kleur in de architectuur vindt zijn grondslag in de radicale omwenteling die in het niet-verhalende karakter van de Nieuwe Beelding tot uitdrukking komt, welke omwenteling direct na de oprichting van De Stijl plaats vindt.

Ook bij de eerste samenwerking met Cornelis van Eesteren en zijn eerste contact met diens ontwerpen staat de kleur in het centrum van Van Doesburgs belangstelling. Van Eesteren heeft Van Doeburg mee laten werken aan het project ter afsluiting van zijn studie, een ontwerp voor een universiteitscomplex in Amsterdam. De universiteitshal, het kernstuk van het project, is in 1922/23 door Van Doesburg in kleur uitgewerkt en heeft daardoor een nieuwe architectonische levendigheid verkregen. Deze samenwerking heeft tweeërlei betekenis: enerzijds dat Van Doesburg zijn denkbeeld, de beschouwer van een kunstwerk niet tegenover dat werk, maar in het werk zelf te plaatsen, door de samenwerking met een architect in de praktijk kon brengen; anderzijds dat Van Eesteren werd gewonnen voor Van Doesburgs idee van een architectuur-met-kleur. Deze 'onpersoonlijke samenwerking' heeft geleid tot de ontwerpen voor drie huizen in Parijs. Al deze ontwerpen zijn niet verder gekomen dan het stadium van maquette maar zijn in 1923 wel tentoongesteld.

Uit: H. Jaffé, Theo van Doesburg, Amsterdam 1983 ijl
Uit: J.Baljeu, Theo van Doesburg, London, 1974 De Aubette, Straats-burg, 1926-8

De Aubette

De herinrichting van het interieur van de Aubette waarmee Van Doesburg in 1926 begon werd in het begin van 1928 voltooid. De Aubette was een groot restaurant en in feite een historisch monument uit de 18de eeuw in Straatsburg. Van Doesburg had deze opdracht verkregen via Hans Arp, die ook aan dit project deelnam, samen met zijn vrouw Sophie Tauber-Arp.
Het was een omvangrijk project dat ertoe leidde dat Van Doesburg gedurende, die twee jaar 199 tekeningen maakte. De tekeningen lopen uiteen van ontwerpen voor de grote cinema en danszaal tot schetsen voor een nieuw type asbak. Er werd een speciaal nummer van 'De Stijl' gewijd aan de Aubette.


Theo van Doesburg, De Aubette, 1927, restauratie 1994

Uit: Evert van Straten, Theo van Doesburg, schilder en architect. Den Haag 1988

In de Aubette heeft Van Doesburg geprobeerd de elementaire architectuur te maken die hem sinds 1921-22 voor ogen staat. Naast de aandacht voor een helder en functioneel grondplan, een zo groot mogelijke vrijheid in de overgang van ruimtes in elkaar, voor het gebruik van duurzame materialen en de toepassing van contrasten en dissonanten om evenwicht te bereiken, is het opvallend dat aan de kleur de hoofdrol is toebedeeld. In zekere zin moet het een opluchting zijn geweest voor Van Doesburg dat de constructie reeds aanwezig was. (...) Voor de grote feestzaal lijkt hij van meet af aan composities van schuin geplaatste vlakken te hebben voorzien, maar voor de wand waarop de film geprojecteerd moest worden een orthogonale 1) compositie, begeleid door twee diagonale composities. Deze diagonale composities zijn rechtstreeks ontleend aan enige schilderijen die hij kort daarvoor heeft gemaakt. Begin 1927 is hier de definitieve vorm gevonden: in beide zalen worden de vlakken gescheiden door brede banden in reliëf. Van Doesburg past dit reliëf toe om de vlakken sterker uit te laten komen en overvloeiing van de kleuren tegen te gaan. (...)

1) rechthoekig

Neutrale, grijze gebieden worden aangebracht tot publiekshoogte en daar waar schakelborden, klokken en dergelijke zijn aangebracht. In de grote feestzaal zijn diagonale composities aangebracht, omdat door de aanwezigheid van vele ramen en deuren de ruimte, volgens Van Doesburg, een sterke orthogonale nadruk heeft. Hij verwacht dat door de schuine indeling van de kleuren de spanning van de architectuur een tegenwicht krijgt. De banden zijn 35 cm breed en in verdiept reliëf aangebracht. De reliëfs worden in stuc uitgevoerd, de kleur wordt in ripolin 2) aangebracht. De verlichting in deze zaal is indirect door middel van reflectorlampen op vernikkelde stangen. (...) De grote feestzaal krijgt een vloer in linoleum. Ook de dansvloer wordt in dit materiaal uitgevoerd. De ruimtes ter weerszijden ervan zijn verhoogd, het podium voor het orkest is onder het filmscherm. Aan de kant van de dansvloer zijn kabinetjes met betonnen muren aangebracht, zes aan iedere zijde, in tegenstelling tot de acht die tot in een laat stadium op de tekeningen zijn aangebracht. De uiteindelijke kleurcompositie van de vloer komt overeen met de schets in Parijs, waarop ook de aantallen kabinetjes zijn gecorrigeerd.

2)verfnaam