D. Landschapsschilderkunst: Gerard de Lairesse "Groot Schilderboek"


Gerard de Lairesse onderstreep in zijn boek het belang van perspectief en de effect van licht en schaduw tijdens de verschillende tijdstippen van de dag. Dit laat dus duidelijk zijn wetenschappelijke beschouwingswijze herkennen. Verder eist hij een vernieuwing van de landschapschilderkunst. Hij zegt dat landschapsschilders niet alleen wildernis en eenzame, afgelegen streken zullen schilderen, maar ook mooie velden, rivieren en watervallen, rotsen en holen, piramiden, begraafplaatsen en sportterreinen. Deze vernieuwing werd ook nodig omdat er op de kunstmarkt een overvloed van schilderijen in de stijl van Ruisdael ... heerste en het dus voor de schilders zelf nodig was om met de landschapsschilderkunst aan de kost te komen. Dit is dus een pleidooi voor grote verscheidenheid. Een van zijn reden voor de verscheidenheid laat een uitgesproken handelsgeest herkennen, namelijk dat een schilder die slechts droevige schilderijen schildert ook slechts klanten aantrekt die droevige schilderijen prefereren. Maar als hij aanvullend ook vrolijke schilderijen schildert heeft hij aanvullend ook klanten die vrolijke schilderijen prefereren. Volgens Lairesse worden de mensen vooral door een afwisseling van stemmingen blij gemaakt. De natuurlijke verscheidenheid heeft dus een aangename effect op de mens. Lairesse was overtuigt daarvan dat alleen het betoverende in de natuur schilderachtig of pittoresk genoemd mag worden. In de 17de eeuw was er de opvatting dat het schilderachtige alle elementen van de natuur waren, die het verdienden geschilderd te worden. Een betere definitie bestond er niet. Onder het betoverende in de natuur verstond Lairesse slechts mooie dingen met die hij 'het goede' associërde. Hij kritiseerde de landschapsschilders die om de natuurlijke schoonheid te benadrukken lelijke dingen naast mooie elementen mee op de schilderij zetten. Aanvullend voegt hij aan zijn theorie nog het begrip eenvoud toe. Hij zegt dat niet slechts het mooie verdient geschilderd te worden, maar ook het eenvoudige zonder gebrek. Het schilderachtige of pittoreske was niet slechts een kunsttheoretisch concept, maar ook de landschaps- en tuinarchitectuur werden daarvan beïnvloed. Als "pittoresk" beschreef men een landschap die rijk aan contrasten was en de fantasie van de toeschouwer inspireerde.

Het pas gezegde laat dus een verandering van het natuurbeeld en het ervaren van de natuur herkennen. Deze veranderingen zijn het resultaat van de experimentele natuurwetenschap en van de drang naar de verbreiding van weten (kennis?). Wetenschappelijke ontdekkingen werden gepubliceerd en iedereen had de mogelijkheid daaraan deel te hebben.

Samenstelling bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum. Overnemen voor commerciele doeleinden verboden. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.


02/06/2010 last update