CKV-2 Opdracht 3.2.A  Burgerlijke Cultuur van de 17e eeuw.    VWO 5

Samenstelling: Kees Zonneveld [k.zonneveld@chello.nl] Christelijke Scholengemeenschap Buitenveldert (CSB) (Amsterdam)


Kunst en esthetica: Vragen en opdrachten.

Bestudeer: ‘Emblematiek’,‘Overname toegestaan’. Vergeet daarbij niet: ‘Navolging en wedijver’ en ‘Originaliteit’.

a.       In de tegenwoordige tijd zien allerlei instanties erop toe dat iemand niet zomaar, zonder toestemming, producten van een ander copieert. Denk aan het octrooirecht en de BUMA. Of denk aan de conflicten die er zijn naar aanleiding van het fenomeen MP3, NAPSTAR en het gratis downloaden van muziek op het internet.

Hoe stond men in de 17e eeuw tegenover het copiëren van andermans gedachtengoed? En welke rol speelde de grote bloei van de grafische kunsten sinds 1500 daarbij?

b.      Van Mander, kunstenaar en criticus, gaf onderstaand advies aan aankomende kunstenaars. Wat bedoelde hij daarmee?

‘Steelt armen beenen lijven handen voeten

'T is hier niet verboden die willen moeten

Wel spelen Rapiamus personnage

Wel ghecoocte rapen is goe pottage’

  1. Hoe stond Rubens tegenover het copiëren van (delen van) kunstwerken?  

Bestudeer de leestekst: ‘Emblematiek’.

  1. Wat zijn emblemen?
  1. Waar komt de betekenis van de emblemen vandaan?
  1. Waarom bediende men zich in de 17e eeuw van emblemen?
  1. Teken zelf  een drietal emblemen en bedenk er een verklarende, humoristische en/of belerende tekst bij. Uiteraard gaat het dan over de huidige tijd.