CKV-2/Opdracht 3.5.B
Burgerlijke Cultuur van de 17e eeuw. VWO 5
Verzamelingen/De Kunst Caemer van Rembrandt
Samenstelling: 12-17-2014 H v Oirschot. St Janslyceum Den Bosch
NOORDNEDERLANDSE VERZAMELINGEN IN DE 17-DE EEUW
In andere Westeuropese landen waren verschillende verzamelaars de keizer, de koning, de hertog, graaf en bisschop. In de Noordelijke Nederlanden waren die niet aanwezig. Er waren wel verzamelingen.
De verzameling van de Stadhouder: een kleinere collectie schilderden, porselein, lakwerk e.a. Graaf Johan Maurits van Nassau had wel een grote verzameling bijeengebracht in Brazilië.
Openbare collecties: anatomische preparaten, archeologische voorwerpen, etnografische voorwerpen (van vreemde volken). Deze openbare collecties waren vooral bedoeld voor onderwijs en als attractie.
Natuurcollecties: planten. Aan de universiteit kwam een botanische tuin. Vooral bedoeld voor de medische wetenschap.
Er waren 4 voorwaarden om een verzameling op te bouwen:
geprepareerde planten en dieren schelpen
uitheemse kleding, wapens en sieraden.
porselein, lakwerk (ook als handelsgoed, maar ook privé).
Deze voorwerpen werden verkocht aan verzamelaars en aan gespecialiseerde oostindische winkels, porseleinwinkels, apothekers en drogisten.
Er werd verzameld door twee groepen:
Er zijn 4 typen verzamelingen te onderscheiden:
Munten: het oudste type verzameling. Het gaat dan ofwel om de tekst (relatie met klassieke teksten) ofwel om het beeld (relatie met geschiedwetenschap, bijv. mb.v. Romeinse munten de Romeinse keizers in volgorde te plaatsen).
Kunstverzameling: schilderijen, prenten, tekeningen. Schilders verzamelden veel van anderen. Vooral voorbeelden uit Italië waren gewild: het grote voorbeeld. Prenten van steden, streken, bouwkunde, bijbelse en mythologische voorstellingen.
Een zgn. atlas was een verzameling prenten (encyclopedisch). De tekeningen waren vooral bedoeld als studiemateriaal voor de kunstenaars.
Naturalia en etnografica: natuur onderverdeeld in dieren, planten en gesteenten. De schelpen waren geliefd : mooi om te zien. De artsen hadden menselijke en dierlijke preparaten voor anatomisch onderwijs. De planten waren vooral voor ontwikkeling en gebruik van medicijnen. Voor de import van de tropische planten zorgden de VOC en de WIC. Onder gesteenten vielen de ertsen, de mineralen en de fossielen. Voor de fossielen had men de volgende verklaringen: Ofwel waren het de overblijfselen van dieren na de zondvloed, ofwel was het fossiel geen organisch wezen, maar een steen die toevallig de vonn van een plant of vis had. Het was een speling van de natuur.
Universele verzameling: De bewindvoerder van de VOC had er bijv. een Hij stuurde onderzoekers en tekenaars mee op expeditie om te verzamelen, te beschrijven of te tekenen.
Ordening en presentatie van de verzameling.
Presentatie: in verzamelmeubel of in verzamelruimte.
De ordening gebeurde op grond van dier, plant of gesteente; of op grond van de 4 elementen: aarde, water, vuur en lucht; of op grond van het materiaal; of op grond van esthetiek: naar formaat, kleur, symmetrie e.d.
Motieven en beroepen
1. aanzien : aandacht, aanzien en respect van belangrijke mensen. Zo kregen kooplieden, dominees en apothekers hoogleraren op bezoek en regenten. Soms zelfs prinsen en vorsten.
2. winst : er waren verzamelaars die handelden, en handelaars die verzamelden. Dat deed men door advertenties in kranten en door het uitgeven van een catalogus.
3. genoegen, plezier: Vooral de tropische naturalia en artificialia (door mensenhanden gemaakt). Paradijsvogels, schelpen, edelstenen, huiden, pantsers. Porselein en lakwerk. Dit had allemaal invloed op (pronk)-stillevenschilders.
4. religie: de natuur werd beschouwd als een boek (bijbel) van God die alles geschapen heeft. Het was een manier om Gods grootheid te tonen. Alles was geschapen met aanwijsbaar nut. De verzameling had dus zo een zendingskarakter.
5 .nieuwsgierigheid : de universele nieuwsgierigheid naar de omgeving is een humanistisch ideaal. De nieuwsgierigheid ging naar alle mogelijke gebieden.
Vaak was er een verband tussen de verzamelaar/verzameling en beroep, maar niet altijd. Naturalia: artsen, apothekers, drogisten. Exotisch materiaal had vaak geneeskrachtige werking..Preparaten voor de anatomische lessen. De herbaria voor les en als coflegemteriaal. Voorwerpen als voorbeeld voor goud- en zilversmeden, juwelier. hout- en ivoorsnijder en schilder. De collecties waren dus vaak van belang voor wetenschappelijk werk: empirisch onderzoek en onderwijs.
Breng eerst een virtueel bezoek aan het Rembrandthuis in Amsterdam. De onderstaande tekst en afbeeldingen zijn oa. afkomstig van deze site. In een van de ruimtes vinden we een zogenaamde Kunst Caemer.
Inhoud van de kamer
Op planken langs de muren staat inmiddels weer een groot aantal door mens en
natuur voortgebrachte zeldzaamheden uitgestald. Er hangen krokodillen,
kogelvissen en dergelijke aan het plafond. Maar er staan ook stukken koraal,
Oosters porselein, Venetiaanse glazen, globes, tientallen afgietsels van
antieke beelden en kunstalbums. Daarin zaten circa 3.900 tekeningen en 4.000
prenten van Rembrandt zelf, maar ook van beroemde voorgangers en tijdgenoten
zoals Michelangelo, Rafael, Titiaan, Rubens, Holbein, Dürer en Lucas van
Leyden. De honderden voorwerpen geven een boeiend beeld van Rembrandt als
verzamelaar. De voorwerpen uit de kunstkamer zijn vergelijkbaar met dat wat
Rembrandt zelf heeft verzameld, maar ze komen niet uit Rembrandts eigen
collectie. Bij zijn faillissement in 1656 is de verzameling van Rembrandt op
verschillende veilingen verkocht en verspreid geraakt.
Plaatsing voorwerpen in de Kunst Caemer
De objecten zijn geplaatst op eikenhouten planken die aan de muur zijn
bevestigd op eikenhouten steunen in de vorm van een zwanehals. De voorwerpen
zijn zoveel mogelijk geplaatst in de volgorde, waarin ze in de
boedelinventaris worden beschreven.
Johan Maurits van Nassau
Hij was een van de weinige adellijke verzamelaars. Hij had een encyclopedische verzameling bij elkaar gebracht.. Motieven: aan zijn stand verplicht; opdrachten aan kunstenaars en wetenschappers; publicatie van resultaten door persoonlijke inzet. In Brazilië was hij jaren bezig als gouverneur. Hij liet daar de omgeving nauwkeurig afbeelden door schilders en tekenaars; hij liet planten, dieren en mensen tekenen. Geleerden liet hij onderzoek doen: astronomen, geografen, cartografen, botanici, delfstofonderzoek. Ook liet hij een dierentuin en een botanische tuin aanleggen op de plaats waar hij woonde in Brazilië.
De wetenschappelijke publicaties door wetenschappelijke belangstelling, maar ook door de koloniale traditie bepaald. De rapportage van de geografie was een vaste procedure.
De hele verzameling bracht hij na thuiskomst onder in het nieuwe Mauritshuis. Het was een groot stadshuis met een beperkt aantal woonvertrekken. Veel ruimte gereserveerd voor de verzameling. Daarmee wilde Maurits (naast de publicaties) een wetenschappefijk beeld geven van de wereld die hij bereisd had. De decoratie van het Mauritshuis is een onderstreping van de status van Maurits en een demonstratie van zijn inhoudelijke bemoeienis. Delen van zijn verzarneling heeft hij weggegeven om een hogere positie in de adellijke hiërarchie te verkrijgen. Verder ook schenkingen gedaan voor wetenschappelijke doeleinden.
1.- Breng een bezoek aan het Rembrandthuis. Geef een opsomming van de verschillende ruimtes met hun functie. Ga vooral in op de functie van zijn kunst-caemer.
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
2.- Maak een vergelijking tussen de verzameling van Rembrandt en die van Johan Maurits. Ga vooral in op inhoud en functie.
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
einde