Het volmaeckte en toegeruste schip

DE VOC (1602-1799)
De Gouden Eeuw in de Nederlanden van de 17de eeuw was een tijd van ongekende bloei op het gebied van handel, scheepvaart en beeldende kunsten. Kooplieden zochten hun fortuin tot ver buiten de landsgrenzen.
In de havensteden van Holland en Zeeland ontstonden zo verschillende handelsmaatschappijen, die echter een felle concurrentiestrijd met elkaar voerden. Voor de Staten Generaal was dit aanleiding om de kooplieden tot samenwerking te bewegen en de maatschappijen te bundelen. Vooral door toedoen van landsadvocaat Johan van Oldenbarneveldt ontstond op 20 maart 1602 de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC). De VOC kreeg het alleenrecht in de scheepvaart en handel op het Verre Oosten en behield dit octrooi tot het jaar 1799. In die periode voeren jaarlijks tientallen VOC-schepen naar de Oost om rijk beladen met onder andere specerijen terug te keren.

Jan van Bijlert. (1597- 1671) een concert: een jonge man speelt op een luit en zingt samen met twee metgezellen. Boven: Cornelisz Vroom Zeegezicht

De VOC kende verschillende muzikale kanten. Tijdens hun lange reizen zongen de bemanningsleden verschillende zeemansliederen. Veel ervan zijn bewaard gebleven! Maar ook bekende componisten als Sweelinck maakten toen hun klassieke meesterwerken. De bouw van instrumenten als de viool, luit, viola da gamba en klavecimbel nam eveneens een grote vlucht. In de 17e eeuw stond Amsterdam zelfs bekend om zijn muziek-instrumentenmakers, die technieken soms afleidden uit de scheepsbouw.
En natuurlijk bracht de VOC ons in contact met muziek uit de Aziatische landen die ze aandeed. In de jaren 1598-1602 werden vanuit verschillende havensteden vloten met bestemming Oost-Indië uitgezonden.

De tijd van de VOC en de handel met West-Indië betekende niet alleen veel voor de avonturiers. De winsten die uit de handel behaald werden waren enorm en konden direct besteed worden aan het vergroten van de huiselijke pracht en praal. Decadentie vierde hoogtij. De gegoede burgerij wist niet hoe zij het geld op moest maken. Velen lieten grote huizen bouwen en weer anderen lieten zich vereeuwigen op het doek. Niet alleen de schilderkunst floreerde bij de welvaart. Ook de Nederlandse muziek profiteerde van de vraag naar meer. 
De zogenaamde "thuisblijvers" legden vele compositieopdrachten neer, om samen de lange winteravonden door te brengen. Dit programma is een mengeling van instrumentale en vocale muziek. 

De liederen uit het zeemansboekje Het volmaeckte en toegeruste schip (1678) beschrijven een complete zeereis van schipper in ruste Willem Schellinger naar Oost-Indië.  Het zijn liederen vol zeemansvreugd en zeemansverdriet. Het concert wordt uitgevoerd door Camerata Trajectina, een gezelschap dat al jaren hard bezig is om het zeventiende-eeuwse Nederland muzikaal in kaart te brengen.

Om de troosteloze eentonigheid van het scheepsleven te doorbreken, hadden de zeelui zo hun tradities. Als de schepen bijvoorbeeld enkele eilanden ter hoogte van Lissabon of de evenaar kruisten was het de gewoonte alle “onbevaren gasten” te dopen. Men kon zich evenwel aan de doop onttrekken door een dooppenning te betalen. De hardnekkige doopgewoonten werden echter door de Compagnie met succes bestreden (omstreeks 1650 werd dopen een zeldzaamheid op de VOC-schepen). Om het verlies van de traditie te lenigen bood de VOC haar opvarenden een kan Franse wijn aan. Er werd toneel gespeeld, muziek gemaakt, gedanst en gezongen. Die dagen waren trouwens niet de enige waarop men de teugels vierde. Bij goed weer en als van de mannen weinig werk werd gevorderd, vrolijkte menig toneel het saaie bootsleven op. Kluchten vielen daarbij natuurlijk het meest in de smaak. Om de verveling te verdrijven zocht men nogal eens zijn toevlucht tot pesterijen. Enkele geijkte ‘spelen’ zorgden ervoor dat het slachtoffer van dienst steevast een stevig pak slaag, een nat pak of vuiligheid (meestal teer) op het lijf kreeg. de feestelijkheden en het vermaak door zochten de mannen hun toevlucht tot vissen, pijproken en geoorloofde spelen als schaken en dammen om de tijd te doden. Maar al dit entertainment kon niet tippen aan een of andere verversingshaven. De bemanning genoot dan met volle teugen van de bewegingsvrijheid die ze aan boord zo misten. Jacht, bergtochten, ontmoetingen met wilden, vissen, sporten alles was goed om de gekwelde ledematen te strekken.

Samenstelling bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.

02/05/2010 last update