Rubens
in
zijn
atelier |
 |
Aan
het 'disegno' werd meer betekenis toegekend dan aan de uiteindelijke
verwezenlijking daarvan op paneel, op doek of in marmer |
Rubens'
artistieke productie was enorm en is niet anders te verklaren dan door
de medewerking van een goed georganiseerd atelier met degelijk
geschoolde en gedrilde hulpkrachten. De Italiaanse kunsttheoretici van
de 16de eeuw betoogden ook dat het intellectuele element van het
schilderen en het beeldhouwen mede lag in het 'uitvinden' van de in
beeld te brengen compositie. Zo kwamen zij er toe aan het 'disegno',
zoals zij het in het kunstenaarsbrein ontstane ontwerp noemden, meer
betekenis toe te kennen dan aan de uiteindelijke verwezenlijking
daarvan op paneel, op doek of in marmer.
Eén van de gevolgen hiervan was dat de
gevestigde kunstenaar schetsen en patronen leverde, maar voor de
realisatie daarvan in belangrijke mate een beroep ging doen op zijn
medewerkers. Dit verklaart tevens waarom de grote, gevierde
kunstenaars voor de uitvoering van bepaalde opdrachten geen genoegen
namen met de hulp van jonge, onervaren leerlingen, maar integendeel de
assistentie zochten van geschoolde meesters, die zelf reeds blijken
van grote vakbekwaamheid hadden geleverd en in staat waren zich
volledig in te leven in de specifieke stijl van hun meester. |
In
de regel maakte Rubens eerst een vluchtige schets, meestal in bruine
inkt getekend en gewassen. Vaak maakte hij daarbij voor zichzelf een
aantal even vluchtig geschetste varianten, soms met rudimentaire
aanduidingen betreffende kleur, lichtinval en dergelijke. In sommige
gevallen echter schilderde hij de eerste ontwerpen in grisaille op
paneel. De bekendste voorbeelden van deze tweede methode zijn de
grisaille-schetsen (ietwat verlevendigd door een paar vleugjes kleur).
Vervolgens schilderde Rubens een uitgewerkt modello in kleur, een
soort maquette op schaal van het schilderij. Dit gedetailleerde
ontwerp werd voorgelegd aan de opdrachtgevers die ermee instemden of
er hun bedenkingen over gaven. Aan de definitieve uitvoering op groot
formaat ging verder nog vooraf het tekenen en schilderen van allerlei
anatomische details, waarbij in het bijzonder de aandacht moet worden
gevestigd op de talloze in olieverf geschilderde studies van hoofden.
Rubens beschikte inderdaad over een zeer grote voorraad van dergelijk
'studiekoppen' van de meest uiteenlopende en in de meest verschillende
poses en uitdrukkingen weergegeven menselijke types, zoals grijsaards,
kaalhoofdigen, jonge meisjes, Moren.
|

|
Sommige van
deze figuren zijn zo realistisch uitgewerkt, dat zij zonder enige
twijfel teruggaan op een levend model. Vele andere koppen daarentegen
lijken eerder door de kunstenaar zelf verzonnen typefiguren te zijn.
Ter voorbereiding van het definitieve schilderij maakte Rubens ook nog
een aantal nauwkeurige studies van bewegingsmotieven. Maar ook kent
men van zijn hand tekeningen van architectonische details, bomen, en
zelfs landbouwwerktuigen. En verder werd er natuurlijk rijkelijk geput
uit de eigen omvangrijke verzameling van kopieën naar de grote
kunstvoorbeelden uit de Oudheid of de Italiaanse Renaissance. Heel dit
omvangrijke arsenaal van tekeningen en olieverfschetsen vormde een
permanente voorraad aan inspirerend studiemateriaal. Bepaalde
studiekoppen werden bij herhaling aangewend, soms in schilderijen die
lang na elkaar tot stand zijn gekomen. |
< te vergroten
Tevens vormde deze verzameling
ontwerpen juist dat gedeelte van Rubens' werk dat hij, met de
renaissancistische visie die toch ook de zijne was, als de meest
zuivere uiting van zijn eigen creativiteit moet hebben beschouwd. Het
is dan ook niet verwonderlijk vast te stellen dat Rubens er
angstvallig over waakt dat deze stukken niet zonder zijn medeweten het
atelier zouden verlaten. Tevens bestond de taak van de
ateliermedewerker ook hierin, dat hij onder toezicht van de meester
kopieën naar diens originelen uitvoerde. Een ander
ateliergebruik was de gewoonte om composities te laten nagraveren door
gespecialiseerde plaatsnijders. Overigens was ook dit gebruik van
Italiaanse oorsprong. Sinds zijn opleiding te Antwerpen moet Rubens
vertrouwd zijn geweest met deze grafische bedrijvigheid. En daarna,
tijdens zijn verblijf in Italië, kan hij verder zijn blijven
vaststellen van welke enorme betekenis het voor de historieschilder
was, dat zijn werk grafisch kon worden 'vertaald'.
|
Samenstelling
bronmateriaal uitsluitend en alleen ten behoeve van het nieuwe vak
ckv-2 uit het algemeen deel voor havo en atheneum.
Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Geraadpleegde
lit: A. Mekking
en E. van Uitert, 58 miljoen Nederlanders en hun kunstenaars.
Amsterdam 1977 Dr. Hans Vlieghe, De schilder Rubens. Utrecht/Antwerpen 1977'
en bronnenbundels.
Is er
zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw
teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij
geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet.
Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven.
10/15/2003
last update |