|
Bill Viola |
|
Bill
Viola werd in 1951 in Flushing, New York geboren en woont thans op
Long Beach, Californië. Als student aan de kunstschool
van de Syracuse University interesseerde hij zich meteen voor
videokunst. Die stond op dat ogenblik nog in haar kinderschoenen.
Viola liet geen kans voorbijgaan om zich in het medium te bekwamen.
In de loop der jaren was
hij werkzaam bij televisiemaatschappijen, bij Sony in
Japan, in een ziekenhuis en… in een dierentuin. Zo volgde hij de
snelle ontwikkelingen van de digitale beeldtechnologie en de
mogelijke toepassingen ervan op de voet. |
||
|
||
the Rembrandt of the video age |
||
Hij is een representant van de eerste generatie die gebruik kon maken van videoapparatuur en ontwikkelde een sterke visuele esthetiek waarmee hij de videokunst uit het ‘ondergrondse’ circuit haalde. Viola wordt geprezen als een grootmeester van de videokunst. In zijn loopbaan als kunstenaar vallen twee eigenschappen op: zijn leergierigheid op het vlak van geavanceerde beeldtechnologie en zijn geestelijke openheid. Bill Viola maakt ingewikkelde videoconstructies, die psychologisch analytisch zijn en vaak gebaseerd op culturen uit het verleden en het heden en op hun relatie met de aarde. Viola’s thematiek is klassiek en gerelateerd aan de essentie van het bestaan: geboorte, mortaliteit(sterfelijkheid) en de dood. De ervaring van deze thema’s in zijn installaties is af en toe zo intens dat de zintuigen het in een instinctieve reactie van het verstand winnen. Zijn installaties confronteren de kijker vaak op een onontkoombare en indringende wijze. Sommige van zijn inspiratiebronnen zoals de christelijke mystiek, het Zen-boeddhisme en de schilderkunst van de Renaissance zijn duidelijk herkenbaar in zijn werk. Die belangstelling verklaart mede de buitengewone intensiteit van zijn werk. Zijn technische competentie staat volledig ten dienste van een diepmenselijke en spirituele inhoud. |
||
|
||
Zijn installaties zijn dan ook niet spectaculair te noemen. Het gaat
nooit om show, maar om bezinning en verdieping. Viola past allerlei
middelen toe: extreme vertraging of acceleratie van beelden,
afwisseling van wazige en glasheldere beelden, continue of
trapsgewijze vervorming. De ene keer wordt je met je neus tot vlak
voor een reusachtig scherm geloodst, de andere keer sta je stil in
een rustig vertrek, waar dan plots op drie wanden tegelijk
angstaanjagende beelden flakkeren van een uil, een donker bos of een
brand. Je krijgt allerlei motieven voorgeschoteld: gezichten van
mensen natuurlijk, maar ook industriegebieden, openhartchirurgie,
verlaten landschappen, dieren, planten, interieurs. De geluiden die
daarbij te horen zijn, passen zo goed bij de beelden dat je ze
ongemerkt in je opneemt. De allereerste liefhebberij van Viola was
elektronische avant-gardemuziek, en dat is zijn werk ten goede
gekomen. Akoestische en visuele impulsen scheppen een sfeer die je
moeilijk onverschillig kan laten.
Wat Viola op het spoor wil komen, is de grondervaring, de oorspronkelijke, fysieke confrontatie met de basisomstandigheden van onze menselijke conditie, waaruit vonkjes ontstaan. Ja, vonken van angst, verwondering, inzicht, liefde. Als de impulsen die van fundamentele ervaringen als geboorte en dood, verlangen, eenzaamheid, duisternis en zonlicht ontbreken, storten de religieuze leren en gebruiken, die erop teruggaan, als kaartenhuisjes in elkaar. |
||
|
Water
is een motief dat in Viola's oeuvre vaak terugkomt. Viola ziet water
als een 'levensbron' die ook een 'vijandige omgeving' kan worden
waarin de mens verdrinkt, als een 'oppervlakte, die wel een barrière
is, maar geen hard vlak', een spiegel die 'de wereld reflecteert',
maar ook 'transparant' kan worden.
En hij besluit: 'Zo raakte ik geïnteresseerd in water als de fysieke representatie van de andere wereld waarmee we in ons onderbewuste leven. Ik zie het als een heel krachtige metafoor voor die andere, spirituele wereld'. |
|
Viola
gelooft vast dat beelden in staat zijn ons een ervaring van 'zijn'
te ontlokken. 'Mijn geloof in het beeld ben ik nooit kwijtgeraakt.
Ik heb er nooit aan getwijfeld dat een beeld je waarachtig en
werkelijk kan aangaan, op een diep niveau dat verbonden is met je
innerlijke zelf en dat kan leiden tot een ommekeer of een
bewustwording'. Viola maakt geen videokunst om met technische
hoogstandjes uit te pakken. Technische middelen
gebruiken we 'om ergens naartoe te gaan, iets te bereiken, onszelf
en onze inzichten te verdiepen'. Kunst is uiteindelijk een kwestie
van ontvangen en doorgeven: 'It's about being given and
giving'. |
||
The Reflecting Pool ( A new vision) |
||
'Ik gebruik tijd, zoals een schilder kleur gebruikt' |
||
Catherine’s
Room is een videowerk geprojecteerd op vijf ‘flat screen’
LCD-schermen die op ooghoogte naast elkaar hangen. Op elk van de
schermen is een vrouw in een interieur te zien. Door een venster in de
achterwand van de kamer is de tak van een boom zichtbaar. De verschillen
in lichtval geven aan dat we de kamer op vijf verschillende momenten van
de dag zien en de boomtak verraadt de wisseling van de seizoenen. Ook de
inrichting van de kamer wisselt en de vrouw verricht verschillende
bezigheden; zich wassen, yoga oefeningen uitvoeren, naaien, studeren,
kaarsen opsteken, lezen en slapen. Door de verstilde aandacht waarmee
dit alles wordt uitgevoerd krijgt het alledaagse van deze activiteiten
een grote intensiteit. Net als in het magistrale
werk The Greeting lijkt Viola het tijdsverloop te vertragen. Handelingen
en bewegingen krijgen zo een uitvergrote expressiviteit. |
![]() Bill Viola, Catherine's Room (2001) |
|
|
In een van de werken, 'The Crossing' (1996), zien we op een enorm scherm een man in slow motion het beeld in lopen. Hij stopt tenslotte en staat stil. Een druppel water ketst op zijn hoofd, geleidelijk wordt het een straaltje en tenslotte wordt de man volkomen weggevaagd door een stortvloed van water. Op de andere zijde van het scherm loopt op het zelfde moment een man het beeld in. Hij stopt, en kleine vlammetjes beginnen aan zijn voeten te likken. Binnen enkele momenten staat de man in lichterlaaie en verdwijnt zijn lichaam volkomen in de vlammenzee. Wanneer het geweld stopt, is alles wat er nog over is een paar flakkerende vlammetjes en een enkele druppel water. | |
Nieuw
in de videokunst is niet zozeer het toepassen van geavanceerde
technieken (Viola wijst erop dat ook Van Eyck in zijn tijd gebruik
maakte van innoverende technieken), maar wel wat video mogelijk
maakt. Ten eerste het formaat. Al lang verkiezen schilders een
groter formaat, waardoor we niet langer de afstandelijke
toeschouwers van een esthetische voorstelling blijven, maar zelf een
confronterende ervaring moeten ondergaan (denk aan de abstract
expressionisten, Newman, Rothko, ...). Een video-installatie, met
projecties op verschillende wanden tegelijk, maakt het helemaal
onmogelijk dat we buiten het kunstwerk blijven. We staan er midden
in, worden erin ondergedompeld, zodat we aan de inwerking van de
beelden nauwelijks kunnen ontsnappen. Een tweede troef van
videokunst is de factor tijd. Ook aan een Rothko beleef je niets als
je niet het geduld hebt zijn ademende kleurvlakken een tijdlang in
stilte in je op te nemen. Haastige bezoekers 'zien' niets. Maar
daartegen heeft een schilderij geen verweer. Videowerk daarentegen
dwingt je wel een tijdje te blijven staan, vanwege het verloop van
de beelden, dat zijn eigen ritme oplegt. En Viola is een meester in
het inbouwen van onthaasting, verstilling, toeval, verrassing en
spanning in zijn installaties.
|