Het wilde denken van

Yona Friedman

Een architect die vindt dat architecten overbodig zijn. Het is een van de vele controversiële opvattingen van de Hongaars-Franse chaoot Yona Friedman. Toch krijgen zijn architectuurtheorieën steeds meer bijval.

 

Volgens Yona Friedman is de rol van de architect  uitgespeeld. De komende samenleving zal slechts inwoners kennen, waarvan sommige wat meer technische kennis bezitten dan andere. Het is een dwaasheid, zegt hij, dat de architect huizen wil maken voor de doorsnee-rnens. Hij kent die doorsnee-mens niet, omdat die mens niet  bestaat. Sommigen hebben dat wel begrepen en willen derhalve vormen gaan geven aan gehele steden. Maar een gehele gemeenschap een stringente woonvorm opleggen, dat is je reinste dictatuur. Ik voor mij kan een vorm slechts aanvaarden als zij volkomen logisch is, rationeel en onontkoombaar. Artistieke vormen worden gemaakt door artiesten. De architecten moeten vooral niet denken, dat zij het zijn, die de steden ontworpen hebben of dat de mensen in het begin bij elkaar zijn gekomen met het doel een stad te bouwen. Een stad is een optelsom van honderdduizenden persoonlijke initiatieven. Wie het ernstig meent met de toekomst van de stad, moet opnieuw de mogelijkheid creëren van zulke initiatieven, zó, dat ieder zich zijn eigen mogelijkheden kan scheppen, uitdrukking kan geven aan zijn emoties zonder daarmee het geheel te schaden of anderen in de weg te leven.

Friedman wil geen stad bouwen, alleen maar de constructieproblemen oplossen van een ruimtelijke honingraat met plaats voor miljoenen.

Wij moeten oppassen, dat het niet juist de zogenaamde artistieke elite wordt - de architecten, de beeldende kunstenaars - die de ontwikkeling van de wereld tegenhoudt. Over vijftig jaar zal de wereld vijf miljard bewoners tellen. De vraag is, hoe ál deze mensen aan een woning geholpen moeten worden. In het kader van onze huidige methoden zal dat op geen stukken na lukken. Wij moeten daarom de vraag anders stellen. Wat is het belangrijkste doel dat wij met een woning beogen? Dat is prirnair: bescherming tegen het klimaat. Welnu: onze technische middelen staan ons toe het klimaat te regelen.

Wat op dit moment dringt, is de uitvinding van technieken die het mogelijk maken, tijdelijke behuizingen op grote schaal te bouwen, dat zij gemakkelijk weer afgebroken kunnen worden en op andere plaatsen opgesteld, zonder veel kosten. Technieken die het mogelijk maken, de buizenstels te verplaatsen zonder beschadiging van het terrein en ook technieken voor de aanmaak en de montage van eenvoudig transporteerbare geprefabriceerde elementen. Wij dienen constructies te vinden, die het aardoppervlak op zo weinig mogelijk punten raken. Ook de afstanden tussen deze pijlers waarin de aan- en afvoerbuizen opgeborgen zijn, zullen zo groot mogelijk moeten zijn. De transportmid- delen in deze zwevende steden zijn gemeenschappelijk. Privé- transportmiddelen worden alleen op het aardoppervlak gebruikt. Ruimtelijk betekent mijn plan: bruggen met een spanwijdte van 25 tot 65 meter, van 6 tot 20 verdiepingen. De bewoonbare lege ruimte tussen de dragers van het skelet heeft een moduulmaat van steeds 5 bij 5 meter. De eerste etage, van zo'n blok ligt op ongeveer 12 meter boven de begane grond. Daar zal dus ruimte zijn voor openbare gebouwen, voor verkeer en voor tuinen.
Hoe stelt Friedman zich de individuele behuizing van de bewoners van zijn mobiele architectuur voor? Op zijn draad-maquette is dat namelijk niet te zien. Wel hangen er daar in de lege cellen poppetjes van celluloid, kermistoeters en horloges, enzovoort, die aantonen, dat iedere cel op individuele wijze kan worden opgevuld, meestal zelfs op zeer onkunstzinnige wijze zonder dat zulks het geheel noemenswaardige esthetische afbreuk doet. Het gezinsleven; zegt Friedman, berust, net als zoveel andere instellingen, op de fictie van eeuwige duur. Maar iedereen weet nu toch wel, dat het leven van een gezin iets dynamisch is. Men begint met zijn tweeën, is na een aantal jaren misschien wel met zijn tienen en eindigt weer met zijn tweeën en vaak alleen. Daar iedereen werkt en ieder voor zijn werk een eigen tijdschema heeft, is er van een familieleven in de oude agrarische zin van het woord geen sprake meer. Indien men in een gemeenschappelijke ruimte woont, heeft ieder zijn eigen opvattingen en verlangens wat betreft het gebruik van die ruimte.
Verreweg te verkiezen is een toestand waarbij ieder lid van een gezin een eigen kamer heeft. De kinderen kunnen dan eindelijk hun huiswerk maken, vriendjes ontvangen en als zij de ouders verlaten, kan hun cel van het huis afvallen. Onder andere hierin openbaart zich de zin van het woord mobiel. De stad niet alleen, maar ook de woning past zich aan de omstandigheden aan. Eigenlijk zouden alle onderdelen van de huizen te koop moeten zijn in grote warenhuizen. Je moest ze kunnen vervangen, net als je nu al met je meubels doet. Yona Friedman vertelt dan nog over zijn filosofie die uiteraard gebaseerd is op het panta rhei. Men bouwt steden voor de eeuwigheid, terwijl de werkelijkheid het bestaan van die eeuwigheid steeds tegenspreekt.

Het principe van zijn mobile architectuur:
  • De toekomst van de steden: zij zullen centra worden van vrijetijdsbesteding, van openbaar leven, organisatiecentra. De andere functies zullen meer en meer geautomatiseerd worden (werk, produktief en daardoor steeds minder gebonden zijn aan de grote agglomeraties
  • De nieuwe stedelijke maatschappij mag niet beïnvloed worden door de stedebouwkundige.
  • De sociale verschillen tussen de diverse stadswijken moeten spontane generaties zijn. Een surplus van 10% aan woningen is voldoende om de bevolking vlottend te houden.
  • Voor de grote industrie in die steden moet de landbouw in de plaats komen. De stedelijke boer is een sociale noodzaak.
  • Het klimaat in de grote steden moet geregeld worden. Klimaatregeling maakt de steden efficiënter. De straten worden plaatsen waar het openbare leven zich kan afspelen.
  • De constructies die de stad dragen, moeten op het niveau liggen van de ontwikkeling van de wetenschap. Op dit moment bv. zijn er reeds bruggen mogelijk met een lengte van verscheidene kilometers.
  • Aan nieuwe steden 'opgetrokken in de woestijn' hebben wij geen behoefte. De grote steden komen voort uit kleine steden. De nieuwe mobiele stad kan een intensivering zijn van reeds bestaande metropolen.
  • Het principe van het ruimtelijke urbanisme staat toe, dat wijken boven elkaar komen te liggen.
  • De constructies die de steden dragen, zijn louter skeletten. De aankleding van het skelet wordt geheel overgelaten aan het initiatief van de individuele bewoner.
  • De optimale omvang van een stad staat niet vast. Steden boven de drie miljoen inwoners worden gigantisch, die eronder worden provinciaal. Empirisch schijnt de limiet rondom de drie miljoen te liggen.
  • De toeloop van het platteland naar de stad gaat nog altijd door. Het lijkt niet overdreven, dat in de toekomst 80 tot 85% van de aardbewoners in een stad zullen wonen. De gehele wereld zal misschien 1000 grote steden bevatten.
Samenstelling van het bronmateriaal voor de vaklokalen uitsluitend en alleen ten behoeve van de vak ckv-1 uit het algemeen deel  voor havo en atheneum en het vak ckv vmbo en de kunstvakken uit het profiel C&M. (CKV 2/3 en tehatex) en uit de onderbouw het vak beeldende vorming. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Bron Beljon. Bouwmeesters van morgen.Amsterdam 1966.

Bekijk ook: www.archphoto.it/IMAGES/ friedman/friedman.htm

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten, afbeeldingen ed? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij helaas niet geven. In plaats hiervan geven we onder aan de pagina ruimte voor een eigen invulling of verwijzing