Aesthetic Movement
In Europa was het een kleine avant-garde die het eerste geboeid raakte door producten uit Japan. Vooral in Engeland, waar deze kring betiteld werd met ‘Aesthetic Movement’. Literatoren en beeldend kunstenaars maakten kennis met de Japanse cultuur en vonden daarin uitgangspunten voor hun werk.

Men haastte zich naar Liberty of London als er een nieuwe zending uit Japan was binnengekomen en vocht ongegeneerd om de mooiste waaiers, keramiek en stoffen.

Het South Kensington Museum schafte in 1871 en 1872 grote collecties Japanse kunstvoorwerpen aan. Dit alles bevorderde de verspreiding van de Japanse cultuur bij een groeiend publiek. Belangrijke leden van de ‘Aesthetic Movement’, zoals de critici Ruskin en William Rossetti, de auteur Oscar Wilde, architecten als Godwin en Jeckyl, rijke verzamelaars en opdrachtgevers als lonides en Leyland en de eigenzinnige kunstschilder James McNeill WhistIer stimuleerden de interesse voor de Japanse cultuur.

De naam ‘Aesthetic Movement’ geeft echter precies het karakter van dit enthousiasme weer. Het was een esthetisch genoegen, dat men beleefde aan alles wat Japans was. De achtergronden waarop de beeldende uitingen gebaseerd waren, waren niet te doorgronden, hoezeer men ook zijn best deed om zich daarin te verdiepen. En eigenlijk is dat het belangrijkste kenmerk van alle Japanse invloed op het westen: het zijn vooral esthetische prikkels, die maakten dat kunstenaars motieven ontleenden aan Japanse voorbeelden en gesteund door enige studie, verwerkten tot boeiende nieuwe vormen.

Hoe gemakkelijk er werd omgesprongen met motieven illustreert het voorbeeld van het pauwenmotief. Dit werd gebruikt voor de decoratie van de eetkamer van de verzamelaar Leyland, waarvan de achitectuur van Jeckyl geheel geďnspireerd was op Japan.

Voor het decoratieschema, dat in stijl moest blijven, werd de schilder Whistler aangetrokken. Als centraal motief koos hij pauwen en verder paste hij ornamenten met golvende lijnen toe.

 

Van oorsprong is de pauw echter een Perzisch motief, dat zich via de zijderoutes naar China had verspreid en vandaar naar Japan. De Engelse Pre-Rafaëlieten hadden al een voorkeur voor pauwen, maar in de jaren ‘70 van de l9de eeuw ging men het als een typisch Japans motief zien. Het werd zo populair, dat pauweveren per bos bij Liberty verkocht werden om op een voordelige manier een ‘Aesthetic’ tintje aan het interieur te geven. In 1887 ontwierp Arthur Silver voor Liberty een dessin met pauweveren, dat in 1976 opnieuw toegepast werd om het honderdjarig bestaan luister bij te zetten. Met het oorspronkelijke Japanse motief heeft dit nauwelijks meer iets te maken.

[Nog te koop via http://www.libertyoflondon.co.uk]

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel C & M voor havo en atheneum en tehatex vwo.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. 

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven Geraadpleegde literatuur onder andere: Openbaar Kunstbezit 83/3

06/19/2011 CKV-2  digitale school