In de Oriënt moeten we het meest romantische zoeken! |
|
Voor de cultuurgeschiedenis was in eerste instantie niet zozeer de Steen van Rosette van belang, die in 1799 door een officier van Napoleon gevonden was en die de ontcijfering van de hiërogliefen door François Champollion in 1822 mogelijk maakte, als wel de ontmoeting van een leger met het zanderige piramidelandschap, met het kleurrijke leven van vreemde oriëntaalse landen, de bazaars, de minaretten, de tempelruïnes en de sfinxen. De kunstenaars uit Napoleons gevolg hadden als ‘beeldverslaggevers’ deze nieuwe wereld in talloze tekeningen en aquarelschetsen opgetekend om ze later in allerlei variaties tot olieverfschilderijen uit te werken. | |
Voor de ontwikkeling van de schilderkunst betekende de ontmoeting met de Oriënt echter nog iets anders: zij ging hand in hand met het inzetten van de Romantiek, waarover Friedrich Scheel al in 1800 in zijn Rede über die Mythologie gezegd had: “In de Oriënt moeten we het meest romantische zoeken!” | |
In Frankrijk is daarom het Oriëntalisme nauw verbonden met de Romantiek, waarvan Delacroix en Géricault de belangrijkste vertegenwoordigers zijn. Maar afgezien van deze belangrijkste vertegenwoordigers reikt de lijst met namen van schilders van de Oriënt tot aan de eeuwwisseling en nog daarna. Voor deze schilders is de naam oriëntalisten in zwang geraakt. Natuurlijk hield vrijwel iedere oriëntalist zich ook met andere onderwerpen bezig. |
|
Van de vroege Fransen moet Horace Emile Jean Vernet (1789-1863) genoemd worden, die stamt uit een belangrijke schildersfamilie. Van 1828 tot 1835 leidde hij de Franse Academie in Rome, daarna ondernam hij meerdere reizen naar Noord-Afrika. | |
|
Zijn schilderij Jehuda en Tamar ontstond in 1840. Duidelijk is het estheticisme van Ingres voelbaar in de weergave van het vrouwenlichaam, in de schoonheid van de lijnvoering en de afstemming van de kleuren. Maar vooral wil het indruk maken door de detailrijkdom en de uitbeelding van waarheidsgetrouwe stoffen en accessoires. Wat Ingres wilde, de altijd geldige tijdloosheid van een scène, is hier bewust opgegeven: tussen Jehuda en Tamar vindt een heel specifieke dialoog plaats, het uitwisselen van de ringen geeft een zeer speciaal moment uit de bijbelse geschiedenis weer. Het is geen toeval dat de ring exact in de middenas is geplaatst. Vernet interpreteert op een manier zoals het publiek in de19e eeuw dit verwachtte. De naakte borst en het naakte been van Tamar zijn tegemoetkomingen aan de voor erotiek ontvankelijke salonbezoeker. Hij doet de realiteit van het oriëntaalse leven geweld aan door de vrouw wel haar gezicht te laten verhullen, maar haar intieme charmes vrijmoedig in een gespeelde kuisheid ten laten spreiden. Terwijl Tamar een dromerige blik heeft, drukt Jehuda's gezicht begeerte naar het verwachte geluk uit. Zijn hand heeft behoedzaam de ring tevoorschijn getoverd en zij steekt haar hand bereidwillig naar voren. Door zulke gebaren heeft Vernet de bijbelse vertelling tot een psychologiserende uitbeelding van de verhouding tussen de seksen in de 19e eeuw omgevormd. Zelfs de kameel is zo geschilderd dat het is of hij, met een wetende blik, de dialoog becommentarieert. |
Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van kunstvakken voor havo en vwo in het profiel C&M.. Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven 19-06-2011 |