''Een schilderij is niet een bouwsel van kleuren en lijnen, maar een dier, een nacht, een schreeuw, een mens en dat alles samen'' (Constant 1948)

De Tweede Wereldoorlog bracht het inzicht dat de westerse rationele ‘succesvolle’ maatschappij op een fictie berustte, dat we met al onze kennis onze techniek, ons komfort, niet minder in de chaos, in de rimboe van een onbegrijpelijke wereld staan, dan een primitief die zich aan zijn totem vastklampt. Er was een verlangen om opnieuw te beginnen bij het oerbegin, om als het ware de kunst opnieuw te maken vanuit een nog onbedorven staat.
Dit verlangen  werd tot een soort internationale beeldende taal waarmee zelfs een wezenlijk contact werd gelegd met kunstenaars uit andere culturen, met name uit Japan en China. En dat is misschien ook niet zo verwonderlijk. Immers, de bron voor de creatieve uiting werd in het westen op dat moment heel algemeen de wereld van het irrationele, van de fantasie, de associatie, het gebied van waaruit in die andere culturen al eeuwen lang gewerkt werd.
Een irrationele uitbarsting in kleuren en fantasiebeelden en een vrij spel met de taal waren in 1948 plotseling agressief, bewust en onontkoombaar aanwezig in Nederland in de vorm van de Experimentele Groep Holland, door onder anderen Appel, Constant en Corneille in de zomer van dat jaar opgericht, waar de dichters Kouwenaar, Elburg en Lucebert zich bij aansloten. Het was hun enorme honger naar informatie over wat er in het buitenland gebeurde in de beeldende kunst en in de literatuur, die het mogelijk maakte dat Nederland met hun vitale kunst plotseling uit de afgeslotenheid van een provincialisme, waar het al in de 30er jaren diep was weggezakt, actief in de voorste gelederen mee marcheerde in een nieuwe internationale stroming in de kunst.
Kontakten in Parijs met de Deense schilder Asger Jorn en de Belgische schrijver Christan Dotremont leidden in november ‘48 tot de oprichting van de ‘Cobra’ beweging (Cobra stond voor: Copenhagen-Bruxelles-Amsterdam). In Cobra kregen zij een stortvloed van informatie en invloeden te verwerken die zij tevoren met moeite zelf al bezig waren op te zoeken.
Voor de schilders kwam de grote impuls uit Denemarken. In 1939 was daar uit een surrealistische beweging een schilderkunst ontstaan in het werk van Egill Jacobsen, Carl­Henning Pedersen en Asger Jorn, waarin spontaniteit werd verkozen boven de techniek van het automatisme, het vanzelf laten gaan van de hand met de penseel. Inspiratiebronnen waren voor deze schilders: volkskunst, hun eigen prehistorie, de kunst van kinderen en het werk van Paul Klee en Miro.

Carl­Henning Pedersen

Vooral het zo poëtische werk van Pedersen met zijn grote kinderlijke dieren en godenfiguren in barbaars felle kleuren maakte diepe indruk op de Nederlanders ‘Experimenteel’, ‘mythescheppend’, noemden deze Deense kunstenaars hun werkwijze, waarin zij, al spontaan werkend met de verf, wezens naar boven lieten komen, die tot de wereld van de mythe schenen te behoren. Asger Jom bracht al van 1948 af die dramatische beweging in de materie van de verf die later in de 5Oer jaren ook voor Karel Appel kenmerkend zou worden.

Een van de tyreffendste beelden, die in Nederland zijn gemaakt naar aanleiding van de Tweede Wwereldoorlog:

Constant 1951 ''Verschroeide aarde''

Tijdens de oorlog ontstond bij deze kunstenaars het ideaal de weg te effenen voor een nieuwe volkskunst. De kunst dichter bij het volk te brengen was ook het ideaal geweest van groeperingen in die eerste golf van expressionisme aan het begin van de eeuw, bij voorbeeld in ‘die Brücke’. In de Deense groep en later in Cobra wenste men echter niet alleen een kunst voor, maar ook een kunst door het volk.

De ontdekking in de psychologie van het collectieve onbewuste en de leer over de archetypen die dit onbewuste zou herbergen die Jung had ontwikkeld, was voor deze kunstenaars de bevestiging dat het mogelijk moest zijn te werken vanuit dat grote gebied dat alle mensen verenigt en waar men werkelijk bevrijd kan zijn van de door de westerse cultuur opgelegde patronen. De kunstenaars van Cobra inspireerden zich niet alleen op het werk van primitieven, kinderen of zelfs geestelijk gestoorden, maar identificeerden zich ook met hen. Op die wijze trachtten zij het ongerepte gebied van het onbewuste in zichzelf open te breken om dan tevens de weg vrij te maken voor een spontane creativiteit voor iedereen.

[Cobra museum Amstelveen. Meer over cobra.....]

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van het nieuwe vak ckv-2 uit het profiel C & M voor havo en atheneum en tehatex vwo.  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Bron oa Openbaar Kunstbezit 80/1

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven

06/19/2011 CKV-2  digitale school