Wereldmuseum Rotterdam
De eerste collecties van het voormalige ''Museum voor Land- en Volkenkunde'' te Rotterdam, dat in 1884 voor het publiek openging, waren door vele particulieren samengebracht. Schenkingen en het in bruikleen geven van een bonte verzameling kunst- en gebruiksvoorwerpen vormden tot in de jaren dertig van de 20ste eeuw de manier waarop het museumbezit werd uitgebreid.
Na de tweede wereldoorlog kwam er een eigen budget en legde het museum zich in eerst instantie toe op het kopen van mooie voorwerpen bij de kunsthandel. In de jaren zestig veranderde het verzamelen in een meer thematische richting. Medewerkers van het museum gingen nu zelf op reis, om in Afrika of elders objecten te vergaren die in relatie tot elkaar stonden, zodat er een functionele tentoonstelling kon worden opgezet. Dit doelgerichte verzamelen voor bepaalde exposities is nog steeds de richtlijn van het museum.

De authenticiteit van een voorwerp staat voorop. Ervaring met niet-westerse kunstvoorwerpen is het sleutelwoord bij het kiezen van een object voor de museumcollectie. Men moet voeling krijgen in allerlei opzichten met deze voorwerpen, ze bekijken, betasten, in de hand houden. Daarnaast is er de wetenschappelijke benadering, bij twijfel aan de authenticiteit van een voorwerp kun je bijvoorbeeld het laboratorium inschakelen, om ouderdom, het gebruik van westerse gereedschappen, pigmentkorrels e.d. te laten onderzoeken. Het authentiek zijn van voorwerpen is hier belangrijker dan het strikt esthetische element.
Maar moet je nu beslist alleen traditionele kunst verzamelen? Het kan best interessant zijn om “Airport-art”, die je overal in Afrika kunt kopen, aan te schaffen om er bepaalde ontwikkelingen mee te demonstreren. Het gaat in dit geval om objecten die nooit binnen een traditionele samenleving gefunctioneerd hebben en dus in strikte zin niet authentiek zijn. Toch mogen volkenkundige musea dit soort ontwikkelingen beslist niet verwaarlozen.
Hetzelfde geldt eveneens voor de westerse invloeden in Afrikaanse kunst, waar wij geneigd zijn op neer te zien, maar uiteindelijk kunnen er uit een dergelijke vermenging stromingen ontstaan die zowel voor volkenkundige voor kunstmusea interessant zijn. Kunst wordt door mensen gemaakt en het zijn steeds die mensen met al hun activiteiten  die het museum naar voren wil halen.

Bij de afbeeldingen: De doodskist in de vorm van een Mercedes wordt vaak gekozen voor welgestelde burgers en taxichauffeurs. Een aantal kunstenaars uit Ghana maken deze en andere bijzondere doodskisten. Ze zijn in Ghana en daarbuiten bekend vanwege hun vakmanschap en originaliteit. De fantasiekisten illustreren de samensmelting van de begrafenisrituelen van de Ga (die hun doden vroeger in textiel begroeven) en Europese rouwgebruiken.

De afbeelding helemaal aan het begin van de pagina: Twee dragers die een Europeaan in een hangmat vervoeren. Het contrast tussen de ontspannen uitdrukking van de Europeaan en de vermoeidheid van de zwoegende dragers getuigt van de scherpe blik en het gevoel voor humor van de kunstenaar. Stukken als deze werden in alle delen van Afrika gemaakt. Ze waren bestemd voor de verkoop aan reizigers en kunnen dus worden beschouwd als een vroege vorm van toeristenkunst.

[Naar de museumsite]

Voortgezet onderwijs
Het Wereldmuseum Rotterdam heeft verschillende educatieve programma’s voor het voortgezet onderwijs in de vorm van leskisten en lespakketten die gehuurd kunnen worden. [Lees verder.....]

Samenstelling bronmateriaal ten behoeve van kunstvakken voor havo en vwo in het profiel C&M..  Meewerken aan deze site? Opsturen via e-mail is voldoende. Geraadpleegde literatuur oa: Openbaar Kunstbezit 82/juli

Is er zonder uw toestemming en zonder bronvermelding gebruik gemaakt van uw teksten? Onze verontschuldigingen hierover. Laat het ons weten en wij geven een juiste bronvermelding of halen het materiaal van internet. Een financiele vergoeding kunnen wij niet geven

19-06-2011