Over het verschil tussen het cijfer voor het schoolexamen en het centraal examen:

al enige weken voer ik binnen mijn school een soms felle discussie over het toegestane verschil tussen het cijfer voor het schoolexamen en het centraal examen, dit zou maximaal 0,5 punt mogen zijn. De discussie wordt nog vreemder nu er een wetsvoorstel ligt op voorstel van staatssecretaris Van Bijsterveldt met als oogmerk de kwaliteit van de examens te verbeteren. Als de kwaliteitsverbetering werkelijk doel is, dan moet zo snel mogelijk het CPE terug komen. Met een examenvorm waarin theorie en praktijk zowel op SE als CE wordt getoetst kan ik wel streven om binnen een normomvang van nu 0,5 en straks 0,24 ??!! te blijven.

Bij het vak KUNST bestaat het eindexamen uit twee verschillende delen, 50% van het cijfer bestaat uit een praktisch beeldend onderzoek, dit wordt afgenomen op school en wordt beoordeeld als SE cijfer. Tijdens het CE wordt de overige 50% beoordeeld, er wordt een onderzoek gedaan naar de theorievorming waarbij de lesstof per examencohort is vastgesteld.
Al enkele jaren hebben we bij mij op school een strikte scheiding aangebracht tussen theorie en praktijk: in SE vindt praktijkbeoordeling plaats ( natuurlijk in een proces waarin theorie en vooronderzoek plaatsvindt), de 50 % theorie komt aan bod in de wekelijkse theorieles en in het CE.

De cijfers praktijk en theorie zijn (dus) twee totaal verschillende onderdeelcijfers en ik wil dan ook niet toegeven aan de druk om de beide cijfers binnen een norm breedte van 0,5 te brengen. Dit doet geen recht aan de verschillen tussen de leerlingen.

Natuurlijk wil ik geen uitzondering zijn binnen de examenvakken, maar deze maatregel van weging van twee totaal verschillende onderdelen schiet zijn doel voorbij.

Wout Koppers, Huizen.

Reacties van docenten op het forum CKV2