Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Hoe hot is haar?

Kapsels in het oude Rome

Trends wisselen snel, mode verandert geleidelijk. Kleding en kapsel dragen bij aan een zorgvuldig uitgezocht imago. Staatshoofden laten dat meestal aardig zien: wel modieus, maar zelden dragen ze trendy kleding en kapsels. Te veel vernieuwing zou ze misschien verdacht kunnen maken. Stabiliteit, zekerheid en betrouwbaarheid stralen ze in veel gevallen uit. Hoe anders was dat zo'n 2000 jaar geleden. De Romeinse keizers waren trendsetters voor de laatste haarmode.

 

Trajanus is de laatste keizer in een reeks baardloze staatshoofden. Hadrianus, zijn opvolger, ging met baard door het leven. De baard zou blijven tot aan keizer Constantijn (regeerde van 307 tot 337 n. Chr.), die de mode weer omdraaide door zich met een gladde kin te profileren.

Marmeren beeld van Trajanus (regeerde van  98 tot 117 n. Chr.), datering ca. 100-110 n. Chr., afkomstig uit Utica (Tunesië), h. 246 cm, collectie Rijksmuseum van Oudheden (foto: RMO)

 

Knippen
Van de 1ste eeuw v. Chr. tot in het begin van de 2de eeuw na Christus tonen de portretten Romeinse keizers met kort haar en een glad geschoren kin. Caesar, Augustus, Tiberius, Nero, Vespasianus en Trajanus zijn daarom goed te herkennen aan hun gezichtsvormen. Zonder baard komen ze jong en krachtig over, zoals hun Griekse voorbeeld Alexander de Grote, en dat zal precies de bedoeling zijn geweest.
Wie laat zich tegenwoordig een tijdloos Beatrix-kapsel of een vlotte Willem-Alexander-coupe bij de kapper aanmeten? Romeinse keizers waren destijds trendsetters voor de klanten van de talloze kappers (tonsores, enkelvoud: tonsor). Wie genoeg geld bezat, had een of meer kappers in dienst. Wie niet zo kapitaalkrachtig was, kon plaatsnemen op de wachtbanken in de vele kapperszaken, de tonstrina, of op de beurt wachten in de open lucht.
Of de kapsels nu zo bijzonder waren, valt te betwijfelen. Onze scharnierschaar met ogen bestaat pas vanaf ca. 1300 n. Chr. De toenmalige knijpschaar (forfex) nam dikwijls onregelmatige happen uit het haar. Onvolkomenheden werden kunstig uit het zicht gekamd. Een beetje dandy of artiest (ook Nero zag zichzelf graag zo) liet daarom zijn haar liever krullen (met een krultang: calamistrum) en hoog opkammen.

 
 
De vele instrumenten in de sarcofaag wijzen uit dat dit het graf was van een arts. Knijpscharen als deze waren multifunctioneel. Niet alleen de kapper gebruikte ze, ook de arts kon ermee uit de voeten. Ze zijn in diverse andere artsengraven aangetroffen.

Knijpschaar, uit een tufstenen Romeinse sarcofaag, opgegraven bij Nijmegen in 1840, collectie Rijksmuseum van Oudheden (illustratie: oorspronkelijk uit publicatie van 1842, RMO)

Scheren, knippen, epileren
Hoewel de schaar dan niet altijd recht knipte; het was in elk geval redelijk pijnloos, wat niet gold voor scheren! In navolging van de keizer liet de Romein zichzelf scheren, want met de soms botte ijzeren scheermessen was zelf scheren onmogelijk.
Glad scheren betekende een eindeloos karwei voor een geoefende tonsor. Een bekende grap luidt dat een kapper zo lang bezig was, dat hij inmiddels zelf een baard had gekregen. Wie snel geholpen wilde worden, moest de kans op littekens voor lief nemen. Naast scheren blijkt ook harsen te zijn toegepast. De hars werd gemengd met pek en dat mengsel heette dropax. Van Julius Caesar is daarnaast bekend dat hij zijn kin liet epileren! Hoe het ook zij, de baard ging er lange tijd af. De eerste scheerbeurt was zelfs een religieuze ceremonie (deposito barbae), waarna de haren werden geofferd.
Vanaf Hadrianus (117-138 n. Chr.) komt naast de krullenbol ook de baard weer in de mode, geïnspireerd op het uiterlijk van filosofen, die de baard nooit hadden afgezworen. Volgens sommigen deed Hadrianus het echter om een litteken te verbergen of om aan het langdurige scheerproces te ontkomen. Hoe het ook zij, in een mum van tijd volgde de gewone burger maar wat graag zijn voorbeeld!

Monique Ras

 



 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland