Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Over Sefardische dames en het nieuwe leven van hun mooiste jurken

Jan Vollevens de jongere, Portret van Eliseba Lopes Suasso, 1727, olieverf op doek, afm. 137.0 x 109.0 cm, collectie Joods Historisch Museum Amsterdam inv. nr. 3850

 

 

Miniatuur Ark met Torarol en toebehoren, Nederland ca. 1850, bruikleen Nederlands Israëlietische Hoofdsynagoge Arnhem, afm. H 74.0 x B 29.0 x D. 15 cm, collectie Joods Historisch Museum Amsterdam inv. nr. B0750

 

 

Toramantel en detail ervan van Franse zijde uit 1720-24, velours & borduurwerk 1800-1900, afm. H 84.0 x Diam. 50.0 cm, collectie Joods Historisch Museum Amsterdam inv. nr. B0108, bruikleen Portugees-Israëlietische Gemeente Amsterdam

 
 
 
 
 
Eliseba Lopes Suasso licht in dit portret een tipje van haar rode jurk op om de mooie zijden stof van haar rok te laten zien. Een jurk met rok als deze vertegenwoordigde in de 17de en 18de eeuw een kapitaal omdat alles met de hand geweven werd. En dat terwijl je als gefortuneerde dame toch niet met goed fatsoen vaker dan een paar keer met dezelfde jurk op een bijzondere gelegenheid kon verschijnen. Gelukkig vonden dames van Spaans-Portugees joodse afkomst (Sefardische joden genaamd)  als Eliseba Lopes Suasso een prachtige nieuwe bestemming voor hun jurken. Dankzij het tweede gebruik van hun jurken is bijzonder textiel zo lang bewaard gebleven.

Vanaf het begin van de 17de eeuw vestigden zich een groot aantal families van joodse Spaans-Porugese afkomst in Amsterdam en later ook in Den Haag, Rotterdam en ook in kleinere plaatsen als Naarden. Hier hoefden zij niet langer bang te zijn voor de Inquisitie en konden ze voor het eerst weer openlijk als joden leven. In de bloeiende handelsstad Amsterdam kneep men wel een oogje toe en maakte het niet zoveel uit volgens welke religie je leefde.
Deze families behoorden tot de rijkere bovenlaag van de bevolking. Arme mensen hadden immers minder mogelijkheden om Spanje en Portugal te ontvluchten. De heren werkten als kooplieden in de internationale handel en brachten de mooiste stoffen uit de hele wereld mee naar huis. De dames hielden zich bezig met de inrichting van hun huizen, het aansturen van personeel, hun kinderen, toneel, poëzie en lieten van de stoffen die zij bestelden de mooiste jurken maken. Als de jurk niet meer gedragen werd, brachten sommige Sefardische dames deze naar de synagoge, waar zij uit elkaar gehaald werden en een prachtige nieuwe bestemming kregen als mantels en wikkels voor de heilige Torarollen.

De Torarol is een perkamenten rol bevestigd aan twee houten staven waarop in het Hebreeuws de tekst van de eerste vijf boeken van het oude testament zijn geschreven. Deze rol is heilig omdat deze het woord van God draagt. Als jood heb je de opdracht om de Torarol te beschermen èn te versieren. Dit wordt bij de Sefardische joden in Nederland gedaan door de Torarol in een mooie dunnen zijden lap te wikkelen en hier weer een lange smalle band van stof (Torawikkel) omheen te bevestigen. Vervolgens wordt de Torarol omhuld door een Toramantel. Dit is een soort rok, met bovenin twee gaten waar de houten staven doorheen kunnen steken en waarop weer mooie zilveren torens worden geplaatst. De Torarollen worden in de synagogen bewaard in een speciaal hiervoor gebouwde kast (Ark), gehuld in de mooiste Toramantels.

Als je deze mantels van dichtbij bekijkt, zie je soms nog kleine naadjes en restjes van de voering van de jurken van Sefardische dames. Deze Toramantel is gemaakt van een roze Franse japonstof uit 1720-24 met een toen heel hip kantpatroon. De stukken fluweel met reliëfborduursel van loofwerk, kronen en voluten werden hier weer een eeuw later tussen gezet.

Mirjam Alexander-Knotter



 
Instelling:
Joods Historisch Museum