Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

De olieverf van Van Eyck

Eeuwenlang gold Jan van Eyck, de schilder van het spectaculaire veelluik Het Lam Gods in Gent, als de uitvinder van de olieverf. Uiteindelijk bleek dat niet de olieverf zijn uitvinding was, maar de manier waarop hij de verf toepaste.

De aanbidding van het Lam Gods (middenpaneel), olieverf op paneel, 1432, St. Baafskathedraal, Gent

Dof en stug
Italiaanse schilders in de 13de en 14de eeuw kenden maar één soort verf, dezelfde verf die voor de boekillustraties werd gebruikt. Die verf was gemaakt van kleurstoffen die in water oplosbaar zijn, zoals de verf in onze hedendaagse verfdozen. Zulke verf is dof en stug, je kunt er geen mooie overgangen mee maken of fijne details mee schilderen. De schilder voegde er daarom soms een beetje ei of lijm toe om de verf wat glans te geven en soepeler te maken. Tempera wordt die verf genoemd. Om hun schilderijen glanzend te maken en te beschermen gebruikten de Italiaanse schilders als laatste laag een dun laagje vernis: hars met olie. Vernis had één nadeel: olie droogde zo langzaam.

De ontdekking van de olieverf
De Italiaanse schilder Vasari schreef in 1550 zijn succesvolle boek over de levens van de beroemdste kunstenaars dat Jan van Eyck de eerste was geweest die met olieverf, dus kleurstoffen gemengd met olie, had geschilderd. En dat hij dus de olieverfschilderkunst ontdekt had. Eeuwenlang schreven anderen dat over. Totdat iemand ontdekte dat allang vòòr de 15de eeuw, de eeuw van Van Eyck, er geëxperimenteerd was met olieverf. En toch waren Van Eycks schilderijen glanzender, stralender en precieser dan die van de schilders voor hem. Wat was Van Eycks geheim?

Klik voor een grotere afbeelding
Pieter Frans de Noter en Felix Vigne, Albrecht Dürer voor het veelluik met de aanbidding van het Lam Gods door Hubert en Jan van Eyck, ca. 1840, olieverf op doek, 133 x 106,6 cm, Collectie Rijksmuseum Twenthe, Enschede, Fotografie R. Klein Gotink

Emulsie
Boeken zijn er over vol geschreven, maar pas aan het eind van de vorige eeuw kon het geheim definitief ontraadseld worden. Dankzij natuurwetenschappelijk onderzoek waarbij speldenprik-kleine stukje verf uit Van Eycks schilderijen onder een microscoop worden gelegd en er chemische proeven mee worden gedaan.
Zo was de samenstelling van Van Eijcks verf precies vast te stellen. Inderdaad: olieverf. Maar olieverf die door de toevoeging van lood sneldrogend was gemaakt en waaraan tempera was toegevoegd. Van Eycks olieverf was een emulsie, een mengsel van olie en met water verdunbare vloeistoffen. In een emulsie worden olie en water nooit een geheel, de olie blijft als piepkleine deeltjes in het water drijven.

Technisch meesterschap
Van Eyck en verfmakers voor hem moeten heel wat geëxperimenteerd hebben om die verf te krijgen: koken, mengen, roeren, met allerlei soorten olie, met loodwit en loodzout. En dan nog: de verf die Van Eyck uiteindelijk gebruikte was lastig te verwerken. Dat is misschien wel het grootste geheim van Van Eyck, dat hij technisch zo knap kon schilderen dat het lijkt alsof het vanzelf ging.

Annemarie Vels Heijn

 



 
Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland
 
Publicatiedatum:
25 oktober 2004