Zoeken naar cultuur in Nederland
 
  Reis door cultuur in Nederland
 
  over cultuurwijs abonneer
 
home
terug
opnieuw zoeken
opnieuw zoeken

Onderzoek naar kunstenaars

Zelfportret van Jan Steen Projectpakket De Gouden Eeuw
Rijksmuseum Amsterdam

Archiefonderzoek
In de loop der eeuwen is er veel onderzoek gedaan naar het leven en werk van Nederlandse kunstenaars uit de Gouden Eeuw. De meeste informatie komt uit archiefstukken en gaat over officiële zaken. Dit kunnen notities zijn van de burgerlijke stand, verslagen van vergaderingen en rechtzaken en notariële aktes, waarin het bezit van een overledene stond. Uit deze schriftelijke bronnen weten wij wanneer een kunstenaar trouwde, kinderen kreeg, stierf en welke schilderijen hij bezat. We kunnen echter maar een klein deel van iemands leven reconstrueren. De bronnen vertellen namelijk nauwelijks iets over zijn levensstijl, karakter, familie en vrienden. Ze zijn geschreven in het oud-Nederlands en moelijk te lezen. 

Dit is een voorbeeld van een passage uit een archiefstuk: "Burgemeesters ende regeerders der stadt Haerlem hebben tot deecken ende vinders vant St. Lucasgilde deser stadt omme voor t aenstaenden jaere te dienengestelt ende geordonneert, stellen ende ordonneren bij desen tot deecken: Willem Claesz Heda, tot outvinder: Jacob Jansz Bagijn, tot vinders: Frans Hals, Aelbert Symonsz van Valck, Frans Symonsz bleekslager [...] Actum ter camere den 18 januarii anno 1644". 

Uit de bovenstaande tekst blijkt dat Frans Hals in 1644 voor het komende jaar werd benoemd tot 'vinder' (keurmeester)van het Lucasgilde door de burgemeesters en wethouders van Haarlem. Samen met de 'deken' (hoofd) en andere vinders vormde Hals het gildebestuur. Uit de tekst blijkt dat hij de beroemde stillevenschilder Willem Claesz Heda kende, want ze zaten samen in het gildebestuur. ^


Kritisch kijken naar bronnen
Wanneer je onderzoek doet voor een werkstuk of scriptie is het heel belangrijk om kritisch naar je bronnen te kijken. Zeker wanneer het literatuur van voor de 20ste eeuw betreft. Sommige boeken zijn namelijk niet zo betrouwbaar als je denkt. Een voorbeeld is het boek van Arnold Houbraken met levensbeschrijvingen van schilders dat in 1721 verscheen. Het draagt de titel De Groote Schouburgh der Nederlantsche Konstschilders en Schilderessen. Houbraken beschreef hierin het leven en het werk van meer dan zeshonderd schilders uit de 17de eeuw, zoals Jan Steen. Zijn publicatie vormde een handboek voor de 18de-eeuwse kunstliefhebber. 

Hoewel hij soms heeft gesproken met tijdgenoten van bekende schilders is de informatie die Houbraken geeft niet altijd betrouwbaar. Hij wijdde bijvoorbeeld vijf pagina's aan Frans Hals, waarin hij onder meer schrijft dat de schilder veel dronk en vaak in kroegen rondhing. Hoewel dit waarschijnlijk niet waar is, namen veel schrijvers van kunstboeken deze informatie over. Pas in de 19de en 20ste eeuw vroegen kunsthistorici zich af of alles wel klopte wat Houbraken in zijn boek beweerde. Zij publiceerden nieuwe artikelen en boeken waarbij ze zich baseerden op onderzoek uit betrouwbaar archiefmateriaal. ^



Hoofdartikel:
•  Kunstwerken uit de Gouden Eeuw
Zie ook..
 
Instelling:
Rijksmuseum Amsterdam
 
Publicatiedatum:
17 maart 2004