zoeken
mail a friend








Slaven en arbeidscontractanten

Een bewogen geschiedenis van Suriname

Migratie kan blijvende sporen nalaten in de bevolkingssamenstelling van een land. De autochtone bevolking van Suriname, de indianen, is een minderheid geworden door de toevloed van migranten in de afgelopen eeuwen. Hun komst was vaak gedwongen en soms vrijwillig.

Gedwongen migratie
De plantages in Suriname werden lange tijd van arbeidskrachten voorzien door de import van slaven uit Afrika. Ieder jaar weer werden duizenden slaven door de WIC vanuit Afrika aangevoerd. Het klimaat, leefomstandigheden, dodelijke ziektes en uitputting maakten een voortdurende aanvoer van werkkrachten noodzakelijk om de plantages te kunnen blijven exploiteren. Daarbij kwam nog dat er met enige regelmaat in de kolonie slavenopstanden uitbraken. De gevolgen laten zich raden: doden en ontsnappingen van slaven richting de binnenlanden van Suriname, de jungle in. Daar probeerden deze 'bosnegers' te overleven, en stichtten kleine nederzettinkjes. Met enige regelmaat waren ze echter slachtoffer van militaire expedities die tegen hen werden ondernomen.

Generale caart van de provintie Suriname, Alexander de Lavaux, 1737 (collectie Rijksmuseum, Amsterdam)
In afdeling Nederlandse Geschiedenis van het Rijkmuseum wordt een kaart van Suriname uit 1737 bewaard, die deze onverkwikkelijke episode uit de Nederlandse geschiedenis illustreert. Op de kaart zijn niet alleen 436 koffie-, suiker- en katoenplantages aangegeven, maar ook vluchtende slaven voor optrekkende legers, brandende 'bosneger' hutjes.

Arbeidscontractanten
In 1833 werd de slavernij door Engeland afgeschaft. Het buurland Brits Guyana maakte duidelijk wat de gevolgen zouden kunnen zijn voor Suriname wanneer Nederland de slavernij zou afschaffen:  maar liefst 66% van de slaven had de plantages in de Britse kolonie verlaten. Nederland schafte pas in 1863 de slavernij af.
De planters in Suriname hadden de bui zien hangen. In 1853 begon het Gouvernement van Suriname met het werven van contractarbeiders: Chinezen afkomstig van Java en tot 1874 gevolgd door de goedkoper te verwerven Chinezen uit China zelf. Meestal gingen ze een contract voor een periode van vijf jaar aan, dat echter door velen niet werd verlengd.
Een jaar daarvoor, in 1873, werden de eerste Hindoestaanse arbeidscontractanten ingehuurd afkomstig uit Brits-Indië. Zij waren enkele jaren daarvoor al vooraf gegaan door Hindoestanen afkomstig uit Brits Guyana. Tot 1916 zouden ruim 35.000 Hindoestanen een arbeidscontract aangaan. Ze werkten hoofdzakelijk als veld- of fabrieksarbeider.
Maar ook uit een andere bron werd geput voor arbeiders. Tussen 1890 en 1939 werden bijna 33.000 Javaanse immigranten aangevoerd voor contractarbeid. Hun reis voerde vanuit Nederlands-Indië via Amsterdam naar Suriname.

Boeroes
Verbetering van leefomstandigheden en nieuwe mogelijkheden moet ook een drijfveer zijn geweest voor arme Nederlandse boeren om richting Suriname te vertrekken. Tussen 1845 en 1853 migreerden bijna 400 Nederlanders richting de West om als kolonist een nieuw bestaan op te bouwen.

Dit artikel is oa. gebaseerd op informatie van de website 'Arbeid op contract'  van het Algemeen Rijksarchief . Immigratieregisters zijn binnen het project Historische Database Suriname toegankelijk gemaakt.

Pieter de Dreu

Zie ook


Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
21 december 2004