zoeken
mail a friend








Intact hondenskelet uit Romeinse tijd gevonden

Eind juli 2002 vonden archeologen aan de Druivenlaan in de Haagse nieuwbouwwijk Wateringse Veld een goed bewaard gebleven hondenskelet uit de tweede of derde eeuw na Christus. Inmiddels is het dier met de omringende grond gelicht en overgebracht naar het Haags Historisch Museum, waar het publiek de conservering van de botten zal kunnen volgen tijdens de lopende dubbeltentoonstelling Hond & Baas.

De schouderhoogte van de hond bedraagt ongeveer 50 cm., de staart is lang en de kaken zijn vrij smal. De grootte en bouw is vergelijkbaar met die van de huidige herdershond. Afbeeldingen van honden uit de Romeinse tijd doen vermoeden dat de hond gladharig was.
Het skelet van de hond uit de tweede of derde eeuw n. Chr.
(foto: Archeologische Dienst, Den Haag)

Cananefaten en Romeinen
Vanaf ca. 100 na Christus werd het kustgebied tussen de Maas en de Rijn druk bewoond en bewerkt door de plaatselijke bevolking, de Cananefaten, en de Romeinen, die de grenzen van hun rijk bewaakten. Voorburg heette Forum Hadriani en was als marktplaats en bestuurscentrum de belangrijkste stad in het gebied. Rondom lagen inheemse dorpen en enkele Romeinse militaire kampen. Het Westland, Rijswijk en Den Haag bevatten veel overblijfselen uit deze periode en zullen de kern van het woongebied van de Cananefaten zijn geweest. De VINEX-locatie Wateringse Veld past precies in dit beeld met de eerdere vondst van mijlpalen en de nu aangetroffen Cananefaatse boerderijen.

 In november 1997 werd een unieke vondst gedaan in de nieuwbouwwijk Wateringse Veld. Vier Romeinse mijlpalen werden in een sloot langs de Romeinse weg gevonden. Nog nooit waren zoveel mijlpalen tegelijk aangetroffen op de plek waar ze hadden gestaan. Ze maken nu onderdeel uit van de Romeinenzaal in het Museon te Den Haag. Vier Romeinse mijlpalen uit de wijk Wateringse Veld, daterend omstreeks het begin van de  jaartelling 
(foto: Museon, Den Haag)

Situatieschets
Hond en mens werkten van oudsher samen en kregen een speciale band. Honden waren partners bij jachtpartijen, waakten over huis en haard en dienden als speelkameraadje voor kinderen. Ze werden ook niet opgegeten of gebruikt als leverancier voor melk, leer en wol, zoals het vee. En soms kregen ze zelfs een eigen graf na hun dood.
Het skelet van de bovengenoemde hond lag in een greppel, die het erf van een boerderij omgaf. Vlak bij de hond lag het skelet van een schaap of geit (de botten lijken teveel op elkaar om onderscheid te kunnen maken). De archeologen krabben zich achter de oren: Is dit toeval of steekt er meer achter?

Raadsels
Misschien stierven de dieren aan de gevolgen van de brand die één van de boerderijen verwoestte? De archeologen vonden immers ook verbrand huttenleem, dat werd gebruikt om de gevlochten wanden van de huizen dicht te smeren.

 Op de reconstructietekening is de bouwwijze van boerderijen uit deze periode goed te zien. Ze waren geheel van hout, hadden gevlochten wanden en konden bestaan uit een woon- en een staldeel.
Afbeelding afkomstig uit: J.H.F. Bloemers, 'Rijswijk (Z-H) de Bult, een nederzetting van de Cananefaten', uit de reeks Archeologische Monumenten in Nederland, nr.7, ROB Amersfoort, 1979, afb. 9

Beide dieren lagen in een greppel waar ook afval in werd geworpen. Dat is op zich voor een hond niet uitzonderlijk. Voor een compleet schaap of geit is het nogal typisch. Was het misschien ziek en daardoor niet meer eetbaar? Of was het toch een soort huisdier voor de bewoners, net als de hond? Hopelijk brengt het onderzoek van het skelet meer details aan licht. Brand, ziekte of ouderdom moeten hun sporen hebben achtergelaten op het botmateriaal. Tot de oplossing is gevonden blijft het gissen en kunnen we ons verwonderen over de mysterieuze Bello in het Haags Historisch Museum.

Monique Ras-Deege


Instelling:
Digitaal Erfoed Nederland