zoeken
mail a friend








Spot over het Rampjaar - Romeyn de Hooghe

Een van de stamvaders van de politieke prent in Nederland is Romeyn de Hooghe (1645-1708). Zijn prenten begeleidden het stadhoudersschap van Willem III dat begon in het Rampjaar 1672. De Hooghe portretteerde bijvoorbeeld op een bijzondere manier de zes hoofdrolspelers van het Rampjaar.

 
Stadhouder Willem III
 
Lodewijk XIV, koning van Frankrijk
 
Karel II, koning van Engeland
 
Christoph Bernard van Galen, bisschop van Munster
Maximiliaan Hendrik van Beieren, bisschop van Keulen
 
Johan en Cornelis de Witt

Het Rampjaar, hoe was het ook weer
In 1672 had de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden het zwaar te verduren. Het land, onder leiding van raadpensionaris Johan de Witt werd tegelijk aangevallen door Frankrijk, Engeland en de bisschoppen van Munster en Keulen. Volgens velen was de enige remedie in dit stadhouderloze tijdperk om de 21-jarige Willem III stadhouder en legeraanvoerder te maken. Het bleek een gouden greep. De vijanden werden onder leiding van de Oranje-prins het land uitgedreven. Johan de Witt, die niet voor de terugkeer van de Oranjes was, kreeg de schuld van de oorlog. Hij en zijn broer werden door het volk, hoogstwaarschijnlijk met goedvinden van de stadhouder, in Den Haag op gruwelijke wijze vermoord.

Zes portretten met commentaar
Op zes kleine portretjes beeldde De Hooghe de hoofdrolspelers van het Rampjaar af. De portretten zijn om te draaien. De dieren die dan te zien zijn laten het ware gezicht van de geportretteerde zien. Alleen Willem III, de gelauwerde overwinnaar wordt omgedraaid geen dier maar de oorlogsgod Mars.

Lodewijk XIV, koning van Frankrijk, was de organisator van de aanval op de Republiek.
Omgekeerd verandert de koning in een leeuw. Volgens het bijschrift gebruikt een leeuw kracht en niet geld. Dat verwijst naar het geld waarmee Frankrijk zijn bondgenoten omkocht om de Republiek aan te vallen. De leeuw heeft hier dus een voorbeeldfunctie.

Karel II, koning van Engeland, had een verbond met Zweden en de Republiek om Frankrijk in toom te houden. Hij brak het verbond en spande in het geheim samen met Frankrijk en viel de Republiek vanuit zee aan.
De tijgerkop staat voor het gebruik van geweld. Het masker wijst hier op bedrog. Een ketting van Franse lelies verbindt het masker met symbolen die bij Engeland horen: scepters, rozen en een harp.

Maximiliaan Hendrik van Beieren, de bisschop van Keulen, en Christoph Bernard van Galen, de bisschop van Munster (nu nog in Groningen bekend als Bommen Berend) lieten zich betalen door Lodewijk XIV en vielen in 1672 de oostelijke en noordelijke provincies van de Republiek aan.
De ezel met een zak met goud op de rug braakt munten uit. Volgens De Hooghe is goud en geld het enige motief voor de bisschop. Worsten hangen om mijter van de bisschop van Munster die met Franse munten versierd is. Bommen Berend werd in brede kring gehaat en op veel spotprenten in die tijd als een varken afgebeeld.

Johan en Cornelis de Witt kregen de schuld van de invasie. Zij hadden geprobeerd de Oranjes minder macht te geven en de politiek van verbonden sluiten met omringende landen had niet gewerkt. Op 20 augustus 1672 neemt het volk wraak op de broers.
De vos en de wolf hebben een negatieve betekenis. Ze staan voor geweld, bedrog en listigheid. Van deze doden dus nog steeds niets dan slechts. In het bijschrift laat De Hooghe weten dat het land herstelde na de dood van de broers.

Uit de handel
De beledigende strekking van de prenten kwam de stadhouder later, toen er vrede gesloten moest worden met Engeland, Munster en Keulen niet meer goed uit. Het Hof van Holland besloot op 5 april 1674 de prenten uit de handel te nemen.

 

Romeyn de Hooghe, Anticurius van Loevesteijn,1673 , 25 x 36 cm, Rijksprentenkabinet Amsterdam, inv. nr. FM 2523


Tegen De Witt
In de prent Anticurius van Loevesteyn spuit Romeyn de Hooghe al zijn kritiek op Johan de Witt. Johan de Witt bedisselt op de prent met Lodewijk XIV tot waar deze de Republiek mag binnenvallen. Tientallen details verwijzen naar andere 'slechte' mannen in de geschiedenis waaronder Van Oldenbarnevelt die zijn strijd met een Oranje ook met de dood moest bekopen. In een uitgebreid bijschrift verwijzen 42 nummers naar nummers op de prent. Hierin verklaart De Hooghe ieder detail van de prent. Hij liet zo geen onduidelijkheid over de betekenis. Maar zelfs met zijn uitleg is de prent voor 21ste-eeuwers bijna niet te doorgronden.

Herman van Gessel


Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland

Publicatiedatum:
13 januari 2004