zoeken
mail a friend








Landlopers, vagebonden en bedelaars

"Door Rustevelt, een suster van Gerrit van Oort, oud 16 a 17 jaaren, middelmatig van lengte, mager en rank, hebbende een teer hoofd, kwade beenen, sij heeft geloopen met Antoon, bedelt en steelt".

Deze 18de-eeuwse persoonsbeschrijving is te vinden in een lijst met namen aangelegd door dienaren van justitie. Er stonden een aantal personen op vermeld die werden verdacht deel uit te maken van een bende dieven en landlopers onder leiding van Casper Le Dove alias de Waterrat. Het doet een beetje denken aan beschrijvingen van criminelen en drugsbaronnen in onze tijd. De lijst is te vinden in het archief van het Hof van Gelre (inventarisnummer 157).
De archieven van de vroegere rechtbanken puilen uit met vonnissen en dossiers over landloperij, bedelarij en diefstal. Vaak in deze ongelukkige combinatie. In de 19de eeuw werden landlopers voor de arrondissementsrechtbanken gebracht. Veelal werden ze vervolgens veroordeeld tot plaatsing in Veenhuizen.

 

Gestichtsbevolking vertrekt bij de inrichting Esserheem te Veenhuizen, ca. 1930, foto Gevangenismusuem Veenhuizen

Veenhuizen
Een Maatschappij van Weldadigheid bouwde in 1823 enkele grote gestichten in Veenhuizen, Drenthe. Deze maatschappij wilde behoeftige en werkloze stedelingen aan het werk zetten in landbouwkoloniën. De gestichten ontwikkelden zich tot een dwangkolonie voor landlopers en bedelaars. Sedert 1843 functioneerde Veenhuizen als een soort bedelaarsgesticht voor het rijk. Veroordeelden vanuit het hele land werden hier geplaatst. Vanaf de invoering van het nieuwe Wetboek van het Strafrecht in 1886 heetten de gestichten 'rijkswerkinrichtingen'.

"Verpleegden" lossen een platbodem turf bij de inrichting Bergveen, 1912, foto Gevangenismuseum Veenhuizen

Swiebertje
De veroordeelden behoorden tot de armen in de samenleving. Ze zaten zonder werk, hadden vaak geen vast dak boven hun hoofd en ze werden door de veldwachters stevig opgejaagd. Niemand was gecharmeerd van landlopers en bedelaars.
De massamediale verheerlijking van het landleven in de dramaserie Swiebertje in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw is opvallend. De serie geeft een geromantiseerd en verdraaid beeld van het werkelijke landleven. De werkelijkheid was hard en kende geen genade.
Het Provinciaal Blad van Gelderland uit 1825 (no. 152) licht een tip van de sluier op in een reglement op de organisatie van de werkhuizen voor bedelaars: "Kinderen onder de zes jaar zijn van allen arbeid vrijgesteld; de grijsaards zullen evenmin aan eenige arbeid gebonden zijn, zij zullen daartoe evenwel toe worden aangemoedigd... De kinderen van 6 tot 12 jaar zullen op hunne winsten een gedeelte van hun onderhoud moeten goedmaken..."

Elio Pelzers

Internet
De in de tekst genoemde archieven zijn aanwezig in het Gelders Archief.
Meer informatie over Rijkswerkinrichtingen en Veenhuizen is te vinden bij het Gevangenismuseum Veenhuizen.


Instelling:
Gelders Archief