zoeken
mail a friend








Van wilde boshoen tot tamme legkip

Ook dieren kunnen een cultuurhistorische waarde hebben. Oude huisdierrassen vormen een bron van biologische verscheidenheid en laten zien welke variatie aan rassen onze voorouders met gerichte selectie en fokkerij hebben bereikt. In combinatie met archeologische vondsten geven ze inzicht in landbouwmethoden uit vroeger tijden. De geschiedenis van de kip is hier een goed voorbeeld van.

Groninger Meeuw, foto © H. F. Cnossen, Stichting Zeldzame Huisdierrassen
Assendelfter Hoen, foto © H. F. Cnossen, Stichting Zeldzame Huisdierrassen
Drentse Hoen, foto © H. F. Cnossen, Stichting Zeldzame Huisdierrassen
Lakenvelder Hoen, foto © H. F. Cnossen, Stichting Zeldzame Huisdierrassen
Kuifhoen, foto © H. F. Cnossen, Stichting Zeldzame Huisdierrassen
Onze kippen stammen af van het Rode Boshoen uit Zuidoost Azië. Deze wilde kip, ook wel Bankivahoen genoemd, komt nu nog in dat gebied voor. In het verspreidingsgebied dat zich uitstrekt van India tot op de Indonesische Eilanden bevinden zich nog enkele andere wilde hoendersoorten, maar het is niet waarschijnlijk dat die een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van het huishoen.

Wilde hoenders zouden al 8000 jaar geleden in Zuidoost Azië zijn gedomesticeerd. In Nederland moet de kip al voor de Romeinse tijd zijn ingeburgerd, zoals onder meer blijkt uit opgravingen in terpen. Door natuurlijke selectie en doelgerichte fokkerij heeft zich in de loop der eeuwen in de verschillende landen zich een grote verscheidenheid aan rassen ontwikkeld.
Uit archeologische vondsten weten we dat omstreeks het begin van onze jaartelling in ons land reeds kippen voorkwamen. De hier voorkomende hoenders waren allen van het landhoentype: niet zwaar gebouwd, leiblauwe benen en witte oorlellen. In de loop der jaren ontstond in elke streek geleidelijk een eigen ras. In Noord-Holland het Assendelfter Hoen, in Twente de Twentse grijze, in Groningen de Groninger Meeuw, in Friesland het Friese Hoen en in Drenthe het Drentse Hoen.
Het Rode Boshoen is een schuw, wantrouwig en sluw dier ter grootte van een krielkip met een patrijskleurige tekening. Landhoenders zijn ontstaan uit de aanwezige natuurhoenders. Dit proces kan verlopen zijn via natuurlijke selectie; mutaties of door ingrijpen van de mens. Voor Nederland is deze laatste mogelijkheid een belangrijke bron geweest voor het ontstaan van de grote variatie binnen de Nederlandse Hoenderrassen. De Nederlanders hebben immers altijd de wereldzeeën bevaren. Het hoen ging mee aan boord als leverancier van eieren en vlees. De dieren die niet nodig waren werden achtergelaten in de havens. Deze dieren werden vervolgens gebruikt om met de locale hoenders te kruisen.

Landhoenders zijn de voorlopers van de huidige cultuurrassen en vertegenwoordigen als het ware de erfelijke basis hiervan. De Westerse landhoenders hebben witte oren, leiblauwkleurige poten en leggen allen witte eieren. De landhoenders uit Azië daarentegen hebben gele poten, rode oren en leggen bruine eieren.

Van de meeste Oudhollandse rassen zijn nog exemplaren over. Om hen in stand te houden is een gericht fokbeleid noodzakelijk. Hierin heeft de Stichting Zeldzame Huisdierrassen een adviserende rol. Deze stichting richt zich op behoud van diversiteit onder (landbouw)huisdieren en met name op het in stand houden van traditionele Nederlandse rassen.

Hinke Fiona Cnossen
© Stichting Zeldzame Huisdierrassen

Internet
Dit artikel is afkomstig van de website van de Stichting Zeldzame Huisdierrassen. Hier is erg veel informatie te vinden over de verschillende soorten hoenderen en andere zeldzame huisdierenrassen als lakenvelders, blaarkoppen, landgeiten, zwartblessen, hyacinthduiven, kooikers en nog veel meer.


Instelling:
Stichting Zeldzame Huisdierrassen