zoeken
mail a friend








De Nederlandse gebarentaal

Het Nederlands handalfabet, © Ruud Janssen, Den HaagVan de duizenden talen die er op de wereld bestaan, valt een klein deel niet te beluisteren. Daarvan zijn de gebarentalen van doven wellicht de opvallendste. Handen komen in plaats van de stem en ogen vervangen de oren. Hoewel de bewegingen en gezichtsuitdrukkingen er in het begin misschien vreemd uitzien, blijken gebarentalen net zo goed volwaardige talen als hun gesproken tegenhangers.

Met een eigen woordenschat, eigen grammatica en eigen uitdrukkingen is in een gebarentaal ieder soort gesprek mogelijk; van de laatste roddels tot een abstracte filosofische discussie. Zo bestaat er ook poëzie in gebarentaal. De gebaren zijn niet geconstrueerd of afgeleid van gesproken taal, maar op een natuurlijke manier ontstaan.
Ieder gebaar bestaat uit bouwstenen; de handvorm, de richting van de handpalm, de beweging, de plaats van de beweging ten opzichte van het lichaam en de expressie op het gezicht. De expressie is te vergelijken met intonatie. Gezichtsuitdrukkingen zijn onmisbaar, niet alleen om gevoel in de taal te leggen, maar bijvoorbeeld ook om duidelijk te maken dat het om een vraag of om een mededeling gaat. 

Nederlandse Gebarentaal
Dove mensen maken al sinds mensenheugenis gebruik van gebaren om te communiceren. Simpel gezegd: waar doven bij elkaar leven, ontstaat vanzelf een gebarentaal. Daarom is er ook niet één wereldwijde gebarentaal. De talen verschillen per land, en vaak ook nog binnen landsgrenzen.
In Nederland wordt de Nederlandse Gebarentaal (NGT) gebruikt. Daarin zijn vijf dialecten te onderscheiden, die grofweg samenvallen met de vijf plaatsen waar dovenonderwijs wordt gegeven. De grammatica en veel uitdrukkingen komen overeen, de verschillen zitten vooral in het lexicon. Soms zijn die ingegeven door de omgeving. 
 
Het gebaar voor verhuizen in NGT. Uit: De taal van doven in Nederland (Amsterdam 1993), © Vi-taal, Den Haag.
Zo is het gebaar voor verhuizen gebaseerd op de beweging van het verplaatsen van dozen. In het Amsterdamse dialect  zie je dan echter de twee handen aan een denkbeeldig touw trekken om iets op te hijsen; bij een verhuizing in hartje Amsterdam wordt het meubilair immers vaak aan de hijsbalk van de smalle huizen opgetakeld. 
Van beide versies van verhuizen is duidelijk hoe het gebaar is bedacht. En zo zijn er veel nabootsende gebaren in de Nederlandse Gebarentaal. Het grootste deel bestaat echter uit toevallige gebaren, waarvan we niet weten waarom ze zijn zoals ze zijn. Net als in het Nederlands.

Emancipatie
De Nederlandse Gebarentaal krijgt gestalte in 1790, als de predikant Henri Daniël Guyot in Groningen de eerste Nederlandse dovenschool begint. Hij is daarvoor in de leer geweest bij de priester De l'Epée in Parijs. Van echte gebarentaal is dan nog geen sprake, omdat de gebaren gebruikt worden in de grammatica van de gesproken taal. Het handalfabet van die tijd is nog vrijwel ongewijzigd in zwang. 
Guyot leert de kinderen zowel gebaren als gesproken Nederlands. Maar aan die methode komt in 1880 een einde. Dan besluit een internationaal congres van dovenonderwijzers in Milaan ten onrechte dat gebaren de ontwikkeling van dove kinderen schaadt. De gebarentaal gaat in Nederland ondergronds. Buiten de klaslokalen blijven de leerlingen wel gebaren, zij het soms met een opgelegd gevoel van schaamte. 
In de jaren '60 van de twintigste eeuw verandert dat. Taalkundig onderzoek leidt tot de erkenning van gebarentalen als echte talen. In de afgelopen decennia zijn de Nederlandse dovenscholen een voor een overgegaan op het geven van tweetalig onderwijs, waarin zowel de Nederlandse Gebarentaal als Nederlands een plaats heeft.

Handalfabet
Waar in het Nederlands voor iedere letter een schriftvorm op papier bestaat, heeft het handalfabet voor elke letter een handvorm. Dit komt van pas bij het spellen van namen. Maar het is ook een hulpmiddel voor mensen die de Nederlandse Gebarentaal nog niet voldoende beheersen. Die kunnen woorden spellen wanneer ze het gebaar niet weten.

De Nederlandse Gebarentaal is inmiddels geaccepteerd. Het is te zien op straat, op de bühne en in de ochtendjournaals. Meer en meer horenden raken geïnteresseerd en volgen cursussen om de taal onder de knie te krijgen. Niet eenvoudig, maar wel erg leuk. En wie het simpel wil houden, kan beginnen met het alfabet.

Erik Betten
 
Internet
Het Nederlands Gebarencentrum
Vi-taal, culturele instelling voor gebarentaal
De Effatha Guyot Groep is een organisatie voor onderwijs, zorg en dienstverlening aan doven, slechthorenden en communicatief beperkten. 
 
Literatuur
Liesbeth Koenen, Tony Bloem, Ruud Janssen, Gebarentaal. De taal van doven in Nederland (Amsterdam 1993).
Henk Betten, Bevrijdend Gebaar. Het levensverhaal van Henri Daniël Guyot (Groningen 1990).
Ruud Janssen, Het Handalfabet van doven (Utrecht 1986).


 


Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland