zoeken
mail a friend








Het blokboek in de Nederlanden

Sinds we niet meer kunnen volhouden dat Laurens Janszoon Coster de boekdrukkunst heeft uitgevonden, is de belangstelling voor de geschiedenis van het gedrukte boek in ons land verflauwd. Dat is jammer, want van een verwante techniek uit de 15de eeuw is de Nederlandse claim een stuk sterker: het blokboek.

Een pagina uit een Nederlandse Biblia Pauperum uit 1460-1470. Koninklijke Bibliotheek: collectie Tongerlo, 1828
Detail uit de Biblia Pauperum, 1460-1470
Het blokboek is gebaseerd op het idee van de gravure, met dit verschil, dat er naast beeld ook tekst uit blokken hout wordt gesneden. Het blok wordt bedekt met inkt, er wordt een vel papier overheen gelegd en door op de achterkant te wrijven, komt de afbeelding in spiegelbeeld op papier. Omdat de inkt (op waterbasis) door het papier heen dringt, bedrukt men maar één zijde. De blanco kanten worden vaak tegen elkaar geplakt.

In de eerste helft van de 15de eeuw werd deze techniek voornamelijk gebruikt voor losbladige prenten, zoals speelkaarten of plaatjes van heiligen. Een enkele keer kwamen ze ook wel in handschriften terecht. De werkwijze werd dan soms zelfs omgedraaid, zodat eerst de houtsneden op het papier werden gedrukt, voor het met de hand beschreven werd. De afbeeldingen werden vaak nog met de hand ingekleurd. Zo is een van de vroegste voorbeelden een ingekleurde prent van de heilige Christoffel uit 1423, die wellicht diende als amulet voor reizigers. Rond 1450 verschijnen in de Nederlanden en Duitsland de eerste boeken die volledig met houtblokken zijn gedrukt.
Erg veel blokboeken zijn er uiteindelijk niet gemaakt. De methodestrijd in de boekindustrie is in de tweede helft van de 15de eeuw op zijn hoogtepunt en het drukken met losse metalen letters maakt foutloze massaproductie mogelijk. De doelgroep van de zeer rijken is echter nog sterk gehecht aan het persoonlijke en elitaire karakter van het handschrift. Zij nemen de blokboeken dan ook nog sporadisch af.

De makers van blokboeken hadden vooral moeite met het recht uitsnijden van letters en richtten zich daarom op wat ze het beste konden; afbeeldingen met relatief weinig tekst. Van deze middeleeuwse stripboeken is de Biblia Pauperum de bekendste. Deze Armenbijbel is geen bijbel en was zeker niet bedoeld voor de armen. Het is een verzameling illustraties met tekst waarin samenhangende scènes uit het Oude en Nieuwe Testament naast elkaar staan.
Blokboeken zijn bijzonder zeldzaam. Toch bestaan er van de Biblia Pauperum nog meer dan 120 exemplaren of fragmenten, in verschillende edities. Van al die versies is de ouderdom vaak moeilijk te bepalen. Bij gedrukte boeken geven de watermerken in het papier vaak een houvast, maar doordat de vellen bij blokboeken aan elkaar gelijmd zijn, is zulk onderzoek problematisch.
 
Het blokboek was geen lang leven beschoren. De methode met losse metalen letters was voor teksten veel geschikter en voor het maken van prenten kwam de kopergravure en de ets in zwang. De zeldzaamheid van de blokboeken, die tussen 1450 en 1500 verschenen, maakt ze er des te mooier op. Hoewel we door de geleidelijke ontwikkeling niet van de uitvinding van het blokboek kunnen spreken, mogen we wel stellen dat deze bijzondere kunstvorm voor een belangrijk deel in de Nederlanden is ontwikkeld.

Erik Betten

Literatuur
Blockbücher des Mittelalters. Bilderfolgen als Lektüre, herausgegeben von der Gutenberg-Gesellschaft und dem Gutenberg-Museum. Katalog der Ausstellung des Gutenberg-Museums Mainz (Mainz 1991).


 


Instelling:
Digitaal Erfgoed Nederland