zoeken
mail a friend








Natafelen, 19e eeuws rookgerei voor de herenkamer

De tentoonstelling "Natafelen" van het Pijpenkabinet, van 10 september tot 29 november 2003, besteedt aandacht aan een vorm van culinair genot nà de maaltijd: de sigaar. Niet alleen het eind van de 20e eeuw kenmerkt zich door een hype van de after-dinner-cigar, ook in het fin-de-siècle van de voorgaande eeuw was de sigaar in heel Europa populair.

Sigarenpijp gemaakt in Wenen, 1860-1880, collectie Pijpenkabinet, Amsterdam
Het gladgepolijste meerschuim is een genot om in de hand te houden.

Glazen sigarenbeker, 1890, Pijpenkabinet, Amsterdam

Tafelstuk van gedreven zilver, gemerkt Rotterdam 1862, bestemd om sigaren te presenteren, Pijpenkabinet, Amsterdam

Rond 1880-1890 liep niemand over straat met een reusachtige Havanna-sigaar, zoals met name de Amerikanen dat nu zo stoer kunnen doen. Nee, de sigaren waren beduidend dunner en werden gerookt in een sigarenpijp.
De meest eenvoudige was een buisvormig pijpje van barnsteen of agaat. Al iets gedistingeerder was een slurfvormige pijp van meerschuim, met een benen of amber mondstuk, het geheel wel 15 tot 25 centimeter lang. De sigaar steekt dan schuin naar voren of recht omhoog, voor ons nu een vreemde gewaarwording.
De fraaiste sigarenpijpen waren de gesneden meerschuim pijpen met uitgewerkte voorstellingen. Dit konden de initialen of het wapen van de roker zijn of afbeeldingen van bijvoorbeeld paarden en herten. Het meest gewild waren echter de damesportretten van soms zelfs geheel ontklede vrouwen. Dit soort scabreuze uitingen was in de Victoriaanse tijd natuurlijk niet voor ieders ogen bestemd. Geen nood, want een meerschuin pijp was zo kwetsbaar dat deze altijd in een aparte cassette wordt bewaard. Pas onder vrienden werd de foedraal geopend en de pijp getoond.
Sigaren roken was echt iets voor mannen, dames moesten zo min mogelijk worden gehinderd met de sigarenrook. Vandaar dat na het diner de heren zich terugtrokken in de fumoir, de rookkamer. Gehuld in fluwelen smoking met eveneens fluwelen cap op het hoofd haalden zij het foedraal met hun favoriete pijp te voorschijn.
Dan werden de sigaren binnengebracht; niet in een kistje zoals ze werden verkocht, maar met de presentoir de cigares, een standaard waarin de sigaren als bosje of separaat stonden opgesteld. Dit tafelstuk kon van ceramiek of glas zijn, maar de meest exclusieve waren van zilver.
Het Pijpenkabinet toont een bijzonder tafelstuk, bestaande uit een in zilver gedreven rotsblok met boomstam en springend hert. Het geheel is gemonteerd op een palissander voet. In de afgeknotte boomstam worden de sigaren gestoken. Een kleinere stonk bevat de fidibussen, papieren strookjes om de sigaar mee aan te steken. Het zilveren pronkstuk is in 1862 gemaakt als geschenk voor een Zeeuwse burgemeester, die er ongetwijfeld goede sier mee heeft gemaakt onder zijn vrienden en relaties.

Benedict Goes
Het Pijpenkabinet, Amsterdam

 


Instelling:
Pijpenkabinet & Smokiana

Publicatiedatum:
25 januari 2006