Christiaan Huygens (1629-1695) was een wonderkind van welgestelde ouders. Zijn vader Constantijn was secretaris in dienst van de Oranjes, een bekend dichter en welgesteld. Christiaan kreeg een gedegen opleiding van privé-leraren in de kunsten en wetenschappen. Al jong bleek Christiaan buitengewoon begaafd in de wiskunde. Hij werd internationaal de grootste natuurwetenschapper in de periode tussen Galilei en Newton. Huygens was niet alleen een theoreticus, maar ook een man van de praktijk. Zo sleep hij zelf de lenzen voor zijn telescopen.